- 30 -
hoe nu verder. In dat verband is het volgende agendapunt natuurlijk van be
lang dat we zo snel mogelijk tot een visie op de structuur van deze ge
meente komen, kan het even in dezelfde pas als de provincie werkt aan zijn
streekplanherziening
Dan nog iets over het stadspark. Het is geenszins de bedoeling van het college
geweest om hier te spreken over het stadspark met hoofdletter, doelend op iets
wat wij ons daarbij kunnen voorstellen, zo'n groene cultuurenclave in een be
bouwde omgeving. Dat is geenszins het uitgangspunt geweest.
De heer Franken heeft er zelf terecht op gewezen dat in het betoog van de heer
Frieling in het Markiezenhof gesproken is over een parkachtige inrichting.
Waar gaat het dan nu om. Ik denk dat kaart 2 daar een aardig inzicht in kan ver
schaffen. Het gaat erom om vorm te geven aan een uitgangspunt wat is opgenomen
in de provinciale TROPnota en in onze eigen nota "hoofdlijnen toeristischen re
creatief ontwikkelingsbeleid. Het gaat erom dat we uit dat oogpunt potenties
aanwezig vinden aan de Binnenschelde en in de binnenstad. De uitdaging van die
beide nota's, zowel provinciaal als gemeentelijk is nu om een relatie tot stand
te brengen tussen die toeristisch-recreatieve aantrekkelijkheden van Binnenschelde
enerzijds en de binnenstad anderzijds.
Dat betekent dus dat er een fysieke relatie gelegd moet worden tussen die binnen
stad en de Binnenschelde. Dat is als het ware een corridor met een verkeersfunctie
die op een bepaalde manier moet worden ingericht. De gedachten gaan, voordat er
overigens sprake is van ontwerp, want in die fase geraken we nu pas dat daar
vorm gegeven moet gaan worden,maar de gedachte is dat de verbinding tussen die
twee aantrekkingspunten vorm zou moeten krijgen in een parkachtige inrichting.
Naar het noorden toe uiteraard overgaand in een inrichting waarin toeristisch-
recreatieve attractiepunten en verderop naar de Geertruidapolder zelfs andere
bebouwing mogelijk zou moeten zijn.
Dat is nadrukkelijk de bedoeling. Ik denk dat ons college geenszins een strijd
over woorden zou willen zoeken, maar dat we moeten vaststellen dat het dus gaat
om een inrichting die tot doel heeft die meerwaarde te bereiken die de heer
Franken heeft geschetst, door de verbinding tot stand te brengen tussen die
twee punten. Ik zou willen voorstellen om in de tekst van de voorstellen tot
besluitvorming op blz. 8 bij punt 3 het te laten bij de mededeling "het ver
sterken van de relatie tussen de binnenstad en het strand via een daarop afge
stemde inrichting van Kijk in de Pot." Dan weten wij allemaal, denk ik, toch heel
goed wat de bedoeling is. Overigens komt het vanzelf weer aan de orde als wij
ons buigen over de inrichtingsvoorstellen en de vormgevingsvoorstellen.
Daar wil ik het in eerste termijn bij laten.
De heer V.D. OUDEN: De wethouder sprak over prognoses. Stel nu dat die prog
noses tegenvallen. Dat heb ik in eerste termijn ook gevraagd. Dan kom ik bij
het financiële plaatje. Ik meen dat de financiën ook mede gebaseerd zijn op
die 2400 woningen. Hoe denkt de Bergen op Zoom te handelen bij een eventuele
financiële tegenvaller in de toekomst. We praten hier natuurlijk over miljoenen.
Hoe denkt men hiermee om te gaan
De heer LINSSEN:We gaan akkoord met de nieuwe formulering van punt 3. We zijn
tevreden met de uitleg van de wethouderIk wil de opmerking van D 66 met be
trekking tot de Randweg Zuid ondersteunen.
De heer STUART, wethouder: Ik ben inderdaad vergeten in te gaan op de opmerking
van D'66 over de Randweg Zui$,een term die niet bestaat zoals u weet,
Ik denk dat dat iets is wat op dit moment niet persé aan de orde is. We praten
nu over de uitgangspunten voor het toekomstig beleid. Ik mag erop wijzen dat
de weg zoals die nu getekend staat in het onherroepelijk bestemmingsplan is op
genomen, gedeeltelijk althans. Het gaat om een stedelijke verbindingsweg. Zou
zich een probleem voordoen en ik denk dat dat in de uitwerkings van het bestem
mingsplan nadrukkelijk aan de orde komt, want we moeten natuurlijk ook nog
-31 -
denken aan de wet geluidshinder enz. zoals door u geschetst, namelijk een e
hoge belasting, dan hebben we een probleem wat we op dat moment moeten be-
handelen. Dat is tot op heden niet aan de orde geweest omdat wij een bestemmings
plan hebben gemaakt dat uitging van die 1500 woningen. Ik denk dat het een aan
dachtspunt zal moeten zijn voor de toekomst. Voorshands is het denk ik op dit
moment niet aan de orde.
De exploitatie.Wij praten natuurlijk nu over uitgangspunten en niet over con
clusies. Ik neem aan dat de heer van den Ouden zijn veronderstelling van tegen
vallers ook geen conclusie vindt. Daar gaan we nu even niet van uit natuurlijk.
Het bestaande bestemmingsplan, wat thans onherroepelijk is, voorziet in de bouw
van 1500 woningen, heeft een sluitende exploitatie doordat er ruim 70 hectare
grond in de exploitatie is opgenomen met een boekwaarde van f. 10, per m
en die staat in het bestemmingsplan onder uit te nemen gronden. Zou zich de si
tuatie voordoen waarin je meer dan 1500 woningen kunt bouwen, dan betekent dat
dat die gronden a f. 10,- per m2 een andere bestemming moeten krijgen, die past
binnen dat onherroepelijke bestemmingsplan.
Er zijn voor wat betreft de ontwikkeling van de hele plaat capaciteitsberekenmge
gemaakt. Daarbij is de veronderstelling op tafel gekomen dat bij 2400 woningen
ongeveer een sluitende exploitatie mogelijk zou moeten zijn onder de voorwaarden
zoals die thans in de uitgangspunten zijn geformuleerd. Maar een bestemmingsp
wat gericht is op de bouw van 2400 woningen moet gemaakt worden met de bijbeho
rende exploitatie-opzet. Als we vandaag de uitgangspunten daarvoor vaststellen,
dan zullen de oexcercities moeten uitwijzen of de veronderstellingen die thans
leven ook economisch gesproken haalbaar zijn. Komen er tegenvallers, an k n
we niet anders zeggen dan dat je een probleem hebt. Bij,langdurige exploitat
zoals bijv.bestemmingsplan Noordgeest, wat een heel lange exploitatie geweest
hebben we die tegenvallers ook gehad. Daar is een gigantische keer in de markt
geweest tijdens de exploitatie van het bestemmingsplan Noordgeest. Daar zijn we
toch met dehakken over de sloot gekomen. Dan moet je het beleidbijstellen. Je
kan de werking van de markt natuurlijk niet voorspellen. Doet zich zo n calam
teit voor, dan zul je moeten aanpassen.
De VOORZITTER: Akkoord dames en heren. Ik denk dat wij dit voorstel dan thans
in twee termijnen besproken hebben. U gaat akkoord dat in de besluitvorming
zoals die op pag. 8 onder g. te vinden is m punt 3 de woorden als stadspark
worden geschrapt en na Kijk in de Pot dus een punt wordt gezet.
U wenst geen stemming over dit punt
De heer V.D.OUDEN: Het zal duidelijk zijn dat ik ten aanzien van punt 1 een
probleem heb.
De VOORZITTER: Dan wordt u aantekening verleend omdat u geacht wordt tegen
punt 1, de getalsbepaling, te zijn.
Geen van de andere leden van de raad wenst dat. Dan is aldus beslote
17. Voorstel tot het verlenen van een krediet ad f. 163.700,- inclusief B.T.W. ten
behoeve van een structuurschets.
(Nr. SOB/51
De heer MULLER: Ik denk dat haast alle fracties in deze raad, maar ook het college,
getuige het programma wat wij eerder vanavond behandeld hebben, de noodzaak om
tot ppn structuurplan te komen moeten onderschrijven.
Wat doet zich echter voor In de commissie Ruimtelijke Ordening isverschi ^van
mening ontstaan over de interpretatie. Als ik het zo ui eg, P
Ipp-p het daar mee eens is, dat ik dit zie als een tweetrapsraket om het maar eens
zo te formuleren, waarvan dit gedeelte een onderzoeksfase is, om ^volgens van
uit de scenarios die daar komen, met derden ontwikkeldste komen tot een
tuurplan met een wezenlijke juridische status, als u dat onderschrijft ka
CDA-fractie akkoord gaan.