- 28 -
De heer VAN OPDORP: Zoals in de commissievergadering in het Markiezenhof opge
merkt werd, is deze nota erg duidelijk en geeft een goed inzicht in wat de
komende jaren gerealiseerd kan worden. Wij kunnen ons als fractie dan ook erg
goed vinden in dit voorstel.
Mevrouw VAN MALE: Ook wij zijn blij dat eindelijk met voortvarendheid gewerkt
wordt aan het plan Bergse Plaat. Wij juichen de openheid toe die ons door de
wethouder is toegezegd. We zullen dit echter kritisch blijven volgen.
Twee kanttekeningen zou ik nog willen plaatsen. Ten eerste. Wij betreuren het
dat de samenwerkingsovereenkomst pas als punt 10 op de lijst voorkomt. Wij
blijven het vreemd, maar vooral kwetsbaar vinden dat de gemeente met zijn grote
verantwoordelijkheid jegens allen een definitieve samenwerking beklinkt met
alle facetten in een reeds zo ver gevorderd stadium van ontwikkeling.
Ten tweede de Randweg Zuid. Wederom vragen wij het college met nadruk te wil
len luisteren naar de argumenten en suggesties van de stichting Randweg; Zuid
Eruit. Het kroonberoep van de stichting és niet gehonoreerd omdat niet echt
bewezen was dat er een te hoge belasting zou zijn bij 1500 woningen. De stichting
heeft zich daarbij neergelegd. Nu worden het er waarschijnlijk 2400. Tegen het
aantal op zich heeft deze stichting geen bezwaar, wel tegen het feit dat de be
lasting aanzienlijk hoger zal komen te liggen dan bij 1500 woningen. D'66 heeft
destijds reeds de stichting gesteund in hun streven te komen tot een echte Rand
weg Zuid, namelijk om de Brombeer heen. Door die 2400 in plaats van 150O' woningen
is de noodzaak daartoe des te meer duidelijk. Wij verzoeken het college nogmaals
de mogelijkheid hiertoe in hun overweging mee te nemen.
De heer V.D. OUDEN: De filosofie achter deze toch wel ambitieuze plannen
spreekt ons wel aan. Wij vinden het een goede zaak dat het toerisme en recre
atie in principe gescheiden is van het unieke natuurgebied. Een goed streven,
temeer omdat toerisme en recreatie veel schade kan aanbrengen aan de natuur.
Zoals ik eerder gezegd heb accepteren wij de uitspraak van de Kroon, die spreekt
over een streven van de bouw van maximaal 1250 woningen (blz. 46)
Het is voor ons de uiterste grens. Het aantal van 2400 woningen is voor ons on
aanvaardbaar. Dit geeft een te grote belasting van de natuur. Bij 1250 woningen
komt de natuur al onder spanning te staan. Daarom ook vinden wij de bufferzone
van 90 m. veel te weinig.Groen Links zet vraagtekens bij de groeicijfers van
Bergen op Zoom die de noodzaak van de 2400 woningen onder meer zouden aantonen.
De milieubeweging gaat procederen tegen het plan van 2400 woningen.
Hoe denkt de wethouder het huidige plan te kunnen financieren als het huidige
kroonbesluit van kracht blijft. Immers het plan gaat uit van 2400 woningen en
is volg ens ons bij 1250 niet haalbaar. Dit geldt natuurlijk ook als er te wei
nig belangstelling is om zich op de Bergse Plaat te vestigen en de groeicijfers
veel te optimistisch zijn. Hoe is de gemeente ingedekt tegen het financiële ri
sico.
Verheugend is dat men met de milieu-orgsnisaties samen wil werken bij het vorm
geven aan de overgang tussen stadsrand en natuurgebied. Ik denk echter dat dit
erg moeizaam zal verlopen omdat de organisaties op dit moment de gemeente "on
betrouwbaar vinden, met name Natuur en Milieu vindt dit. Dit mede doordat in
het plan waar de Kroon zich heeft uitgesproken het aantal van 2400 woningen
niet voorkomt.
Een veelbelovend plan, waarbij Groen Links toch vraagtekens zet, bij het fi
nanciële haalbare en het vrijwaren van overlast van het unieke natuurgebied.
Dus voor Groen Links is het aantal woningen van 2400 ook onaanvaardbaar.
De heer STUART, wethouder: Het is verheugend om te constateren dat we raads-
breed, zou ik haast mogen zeggen, enthousiasme aan de dag leggen voor het feit
dat we na een lange juridische strijd nu eindelijk aan de slag kunnen in dat
gebied en dan niet alleen met de bouw van een aantal woningen, maar ook met
de ontwikkelingen van een aantal potenties op het stuk van toerisme en recreatie.
- 29 -
Ik hoop werkelijk vurig en ik mag wel zeggen dat we dat in het college nadruk
kelijk zo ook met elkaar beleefd hebben, dat het brede maatschappelijke draag
vlak waar wij over spreken in deze notitie, dat dat ook tot stand mag komen.
Dan denk ik met nadruk natuurlijk ook aan de milieubewegingen. Wij hopen werke
lijk dat we tot een open gesprek kunnen komen on met elkaar te proberen ervan
te maken wat ervan te maken is.
In dit verband wil ik even ingaan op de opmerkingen van de heer Van den Ouden.
Het is toch zo dat de geschiedenis van deze landvorming, van deze stadsuit
breiding, begonnen is met een discussie tussen alle betrokken partijen, ine—u—
sief de milieubeweging. Over de vraag hoe kunnen we dat gebied wat ten oosten
van dat Scnelde-Rijnkanaal ontstaat hoe kunnen we daar nu alle belangen recht
doen. Het was te voorzien dat daar een natuurgebied zou kunnen ontstaan. Het
was tevens te voorzien dat er enorme toeristische druk op dat gebied zou ont
staan. Aldus is in overleg tussen alle partijen gekomen tot de gedachte de
recreatieve druk af te doen wijken naar het noorden. In het zuiden het
Markiezaat, het natuurgebied te laten ontstaan, en daar tussenin een afschei
dende buffer te creëren. Die buffer zou dan tevens het voordeel kunnen hebben
te kunnen dienen als mogelijkheid voor stadsuitbreiding van Bergen op Zoom.
Dat is het begin geweest van het verhaal. Er is dus van het begin af aan ge
poogd om in gesprekken tussen alle betrokkenen aan alle belangen recht te doen.
Ik denk dat het goed is als we de gesprekken die we met elkaar gaan voeren,
voeren vanuit die filosofie en dat we de langdurige juridiscoe strijd om uit
eindelijk tot een goedgekeurd bestemmingsplan te komen om woningen te kunnen
bouwen zouden willen vergeten en inderdaad met elkaar overleggen hoe we de
overgang van het natuurgebied naar de stadsuitbreiding op een zo goed mogelijke
wijze vorm kunnen geven. Daar gaat het om, het is een kwestie van vormgeving.
De neer Van den Ouden zegt, die 90 meter is te weinig. Wij leggen ons toch maar
neer bij de uitspraak in deze van de kroon. Maar dan blijft nog de kwestie, hoe
geef je die 90 m. vorm. Dan is er op het gebied van vormgeving toch nog heel
wat, dat heeft de heer Frieling in zijn inspirerende betoog laten blijken, te
doen met zo'n buffer.
Dan in het algemeen. Ik denk dat er een tweetal zaken zijn die nog enige benan-
deling vragen in deze raad. Dat is de opmerking die gemaakt is over het stads
park en de opmerking die gemaakt is over het tempo van de ontwikkeling.
Ik zal met het laatste beginnen. De heer Janssen heeft uitgesproken dat hij
het aangenaam zou vinden als er een hoog ontwikkelingstempo gehanteerd zou
kunnen worden. De fractie van de Partij van de Arbeid heeft, alvorens tot onder
schrijving van dat tempo te komen, enige vraagtekens gehad.
De heer Van den Ouden vindt die 2400 woningen, laat staan het tempo, überhaupt
tG vGGI
Die 2400 woningen en dat tempo is niet alleen maar door de gemeente Bergen op
Zoom zelf verzonnen. Op 21 april 1989 is namelijk door Provinciale Staten een
regionaal model woningbouwprogrammering vastgesteld. Dat is toegepast op de
nieuwe bevolkings- en woningbehoefteprognose. Met dat besluit van de Staten,
is duidelijk geanticipeerd op de streekplanherziening. Dat is ook zo neerge-
schreven.Toepassing van die nieuwe methode leidt tot prognoses, zoals die zijn
neergeschreven in de ambtelijke nota Bergen op Zoom in perspectief. Dan zie je
dat het niet alleen een economische noodzaak is om het ontwikkelmgstempo hoog
te houden, maar ook dat provinciale behoeftecijfers tot dit soort getallen ei-
den. Een van de uitgangspunten is dat we het beleid van de verschillende over
heden op elkaar zullen afstemmen. Dat hebben wij altijd gedaan.Ik mag er nog
pens aan herinneren dat wij bij de vaststelling van het bestemmingsplan Markie
zaat over de woningbehoeftecijfers ook met de provincie nooit gediscussieerd
hebben, alhoewel wij hier in huis altijd gezegd hebben dat wij die cijfers
niet juist vonden. Wij vonden dat wij meer woningbehoefte hadden dan in streek
plannen was aangetoond. Ook in dit geval zullen we voor wat betreft die be
hoefteci jfers het beleid van de verschillende overheden op elkaar willen af
stemmen. Dan kom je tot dit soort prognoses met inderdaad het probleem da. j
na acht jaar zult moeten vaststellen, we lopen weer tegen onze grenzen aan en