- 2k - Wij stemmen in met deze brief, maar wei vragen wij ons af of -deze brief niet wat duidelijker had kunnen zijn. Want wat verstaan we met name in deze brief onder relevant. Is het niet duidelijker te stellen dat wij bij de aanwending van overschotten tijdig betrokken wensen te worden. Als we dan spreken over tijdig, dan moet ik opmerken dat de opmerkingen of be zwaren over deze begroting gemaakt konden worden 6 weken na 11 mei. Het bestuur heeft deze begroting 25 juni j.l. reeds goedgekeurd, zodat onze brief te laat binnen gaat komen. Ik schat dat de raad er een grote hekel aan heeft met voldongen feiten te worden geconfronteerd. Dit mag in de toekomst niet meer gebeuren. Vervolgens merk ik op dat het schap ook schrijft dat de begroting 1991 een on zekere begroting is, omdat men onvoldoende inzicht heeft in het voorlopige bud get van ca. f. 85.000.000,- Want realiseren we ons goed, er gaan miljoenen om. Ik neem aan dat indien er grote wijzigingen gaan ontstaan, wij daarvan in ken nis zullen worden gesteld. Tot slot. Wij subsidiëren thans het schap in de bestuurs- en secretariaatskosten en daarnaast f. 250,- per werknemer uit onze gemeente. Wat dit laatste betreft; hiervan subsidieert men de uitbreiding van arbeidsplaatsen en uniformering van de secundaire arbeidsvoorwaarden. Drima. Maar typisch is het dat deze gelden in een apart fonds komen en niet in de exploitatie zijn opgenomen. Mogelijk kan Uw college de zin van dit aparte fonds eens een keertje duidelijk maken. De heer BAKX, wethouder: U wijst erop, mijnheer Franken, dat de verliezen, de open eind financiering ligt bij de gemeente. Dat is duidelijk. Met het meer ob jectieve verdeelmodel en de budgettering is het open eind naar de gemeente ge legd. Helaas geldt dat niet voor de winsten. Wij zullen een bepaalde bijdrage moeten doen, dat is gewoon bepaald door het ministerie. In 1992 loopt het ex periment met betrekking tot die budgetfinanciering af. Dan zal het definitief worden. Vandaar de opmerking die u wat verderop maakt over de begroting 1991. Het staat ook in het stuk dat wij pas in het najaar exact weten wat wij aan gelden van het ministerie krijgen. Vandaar dat de begroting geraamd is, omdat wij geen concrete bedragen van het ministerie hebben gekregen, dus dan ga je maar uit van wat de vorige begroting heeft opgeleverd. Ik ben het eens met uw opmerkingen over de begrotingswijzigingen als zodanig. Een periode van 6 weken is voor ons net 2 weken te kort gebleken. Het algemeen bestuur heeft net het besluit anderhalve week geleden genomen. Daar zijn diezeifde kritische opmer kingen gemaakt om in ieder geval die termijn tot 8 weken uit te breiden, dan heb je in ieder geval de normale commissie- en raadsvergadering gehad. Voor iedere gemeente is dat dan haalbaar. Daar zal ook het Dagelijks Bestuur nu na drukkelijk naar gaan streven. U heeft ook de opmerking gemaakt ten aanzien van hst aparte fonds en dan de onderverdeling naar secretariaatskosten en de bijdrage per werknemer. Mede op initiatief van Bergen op Zoom hebben wij nu in ieder geval tot de jaren 1992-1993 vastgesteld een bedrag van f. 250,- per werknemer. U heeft gezien dat dat toch ook voor onze gemeente een besparing oplevert. Anderzijds is het voor de begrotingsdiscipline wat handiger omdat je dat als vast onderdeel in ieder geval kunt meenemen en je je daar de komende jaren op hebt vastgelegd. Overigens, dat is ook nadrukkelijk opgemerkt, zal in het ob jectieve verdeelmodel straks inderdaad alsnog moeten blijken of de financiering, zoals wij hem nu tijdens de experimenten hebben gevoerd, inderdaad ook voor de toekomst haalbaar is. Het beleid is ook zo gericht, dat heeft u ook uit de be groting kunnen halen, dat we weer naar het groeimodel mogen gaan. Het voorziet erin dat wij in de jaren 1990 t/m 1995 weer kunnen doorgroeien tot zelfs 100 tot 150 werknemers op te nemen.Maar het zal duidelijk zijn dat dit soort zaken door middel van begrotingswijzigingen nadrukkelijk hier en in de commissie aan de orde zullen komen, alvorens daar daadwerkelijk over wordt besloten. De heer FRANKEN: De wethouder was toch in zijn beantwoording op een aantal punten niet helemaal duidelijk. Ik heb in eerste iistantie heel duidelijk ge- - 25 - vraagd moeten wij, indien er verliezen zijn, deze ophoesten, zijn er winsten dan hebben wij er niet of nauwelijks iets te vertellen. U zeg.,, ja maar wij moeten een bijdrage leveren. De wethouder moet echter de winsten en de bij drage niet door elkaar halen. Ik heb heel duidelijk gezegd, wij zijn risico drager voor de verliezen, dan zou ik het redelijk vinden dat als er winsten zijn, vanuit die winsten het risico geminimaliseerd wordt. Daar bent u niet op ingegaan. IJ bent ook niet ingegaan op mijn vraag, maar dat mag u wat mij betreft te zijner tijd eens doen, wat is de zin van het aparte fonds voorde f. 250,- Dat mag u mij eens een keer in de commissie vertellen, want dat is een detailvraag. Ik ben blij met uw mededeling, in ieder geval, dat er voortaan acht w.xen tijd is om op de begroting te reageren. Deelt u nu wat dat betreft mijn conJusie dat het wat ons betreft op het moment geen enkele zin meer heeft onze brief te v sturen De neer BAKX, wethouder: Nog even over de verliezen. Je zou het zo kunnen uit leggen. Stel wij zouden winst maken, in dit geval hebben wij toch een vrij groot overschot, dan zou je kunnen zeggen dat de bijdrage die wij nu op f. 250,- hebben gesteld dan op 0 gesteld zou kunnen worden. Dat kan dus perse ni Dg heer FRANKENZo bedoel ik het totsel niet» De heer BAKX, wethouder:Ik denk dat het in deze dan verstandig is, ook met be trekking tot de tweede vraag, dat ik daar in de commissie daar nog eens een keer uitdrukkelijk op terugkom. De VOORZITTER: Bent u daarmee tevreden gesteld, mijnheer Franken De heer FRANKEN: Nee voorzitterwant mijn vraag is niet beantwoord. De VOORZITTER: Uw vraag over de zinvolheid van het verzenden van de brief. De heer FRANKEN: Ook daar is niet op geantwoord. Ik heb duidelijk gevraagd, we hebben verliezen, als er verliezen zijn dan moeten de gemeenten die vergoe den. Nu zijn er winsten en die worden aangewend voor andere doeleinden. Het is niet mogelijk die geheel of gedeeltelijk te reserveren voor toekomstige verliezen. Dat heeft totaal niets met die f. 250,- te maken, dat staat er he - maal los van. Vandaar mijn vraag, wie heeft nu bepaald dat we die winsten met mogen aanwenden om te voorzien in eventuele toekomstige verliezen. De heer BAKX, wethouder: Het ministerie. Dat heb ik ook in eerste termijn gezegd, mijnheer Franken. Als u dat in twijfel trekt, De VOORZITTER: Dat zit in de regelgeving van het departement van Sociale Zaken, maar dat lijkt me een onderdeel waar we ook in de commissie nog een keer op te- Dan steïeiikkumvo;r overeenkomstig het voorstel van het college te besluiten en de brief naar het Algemeen Bestuur wel degelijk te verzenden.^ Dan kom ik, ervan uitgaande dat u geen stemming noch aantekening wenst dienovereenkomstig wilt besluiten met uw goedvinden aan punt 1b. 16. Voorstellen tot besluitvorming inzake 12 uitgangspuntenj/oor^^tmkkeling van het Markiezaat. (Nr. SOB/69) Dp hper IANSSENTweeenhalfjaar geleden, om precies te zijn op 1 decembe. 19 7 was de VVD-fradtie bijzonder ingenomen met de vaststelling van het bestedings plan Markiezaatsgebied Bergen op Zoo. zou een goede toekcst *8^ faa". Door de bezwaren die, met name door de milieuverenigingen, naa. voren zijn g bracht - diegenen die dat gedaan hebben staan overigens in hun rmnt - na allss b^boorli ik stil koiriGn tG liggGn. De VVD-fractie heeft dit altijd bijzonder betreurd. De kroonuitspraak van december 1989 heeft echter de hoop weer doen herleven. De 12 uitgangspunten voor de verdere ontwikkeling van het Markiezaat zijn door onze fractie nadruk kelijk bestudeerd. Het stuk is uiterst helder en de toelichting twee weken ge-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 186