-24-
Sommigen uwer hebben die hoop of die verwachting uitgesproken, ik hoop dat
met hen.
De politie in Bergen op Zoom is in de afgelopen maanden gegroeid van 83 naar
92 plaatsen. 92 Mensen werken op het ogenblik bij de politie. De laatsten,
die in dat groeiproces in het korps hun intrede gedaan hebben, zullen 6
februari a.s. worden beëdigd en dan zijn wij vol. Dat betekent dat de ver
wachting omtrent de uitbreiding -waar de heer v.d. Stoel o.a. over sprak-
inmiddels is opgesoupeerd en dat wij daar dus niet met elkaar meer over
zullen spreken.
Met de heer van der Stoel hoop ik overigens dat we op heel korte termijn aan
het werk kunnen gaan met de bouw van het nieuwe politiebureau aan de
Zwarteweg. En dat de minister toch terugkomt op haar besluit om de voorbe
reidende werkzaamheden, die thans aan de gang zijn, op te schorten. Want op
zichzelf is dat korps wel gegroeid, alleen de ruimte, waarin zij moeten
werken en funktioneren, is niet gegroeid. Dat levert nog steeds de nodige
problemen en spanningen op.
Mevrouw v.d. Putte heeft gevraagd of wij met een betere klachtenregeling
zouden kunnen komen. Ik hoop met een begin daarvan ter bespreking in de
commissie algemene zaken van februari, dat is dus de volgende, u reeds te
kunnen bedienen. Niet zozeer een klachtenregeling voor de politie, want die
is er al, maar een algemene klachtenregeling, waarbij iedere burger, die
vindt dat hij niet adequaat door ons apparaat bediend is, met ons kan
spreken.
Dan heeft u verder mijn aandacht gevraagd voor de regeling die de gemeente
Veghel heeft ingevoerd, omtrent de vrijwillige politie en de betaling
daarvan. U weet dat de reserve-politie in de gemeente Bergen op Zoom bij een
aantal grotere gelegenheden funktioneel wordt ingezet en daarnaast bij wijze
van oefeningen ook regelmatig in de weekends b.v. funktioneel is.
De vraag is op dit moment, en ik denk dat die primair door de minister van
binnenlandse zaken beantwoord zou moeten worden, of de regeling, zoals die
door Veghel wordt voorgesteld, wel een goede oplossing is.
De Veghelse regeling houdt in dat aan de reserve-politieambtenaren een uur
vergoeding wordt uitbetaald, die vrijwel gelijk is aan datgene wat een
normale politieman kost. Ik zou mij kunnen voorstellen dat in het overleg
tussen de minister en de politiebonden....
Mevrouw V.D. PUTTE: Voorzitter, de regeling is gebaseerd op de vergoeding
die de vrijwillige brandweer volgens het VNG-model krijgt, dus niet op een
andere manier.
De VOORZITTER: Jazeker, maar dan komt er een bepaalde uurvergoeding uit.
Wanneer je dat gaat terugrekenen naar de uurvergoedingen van een reguliere
agent, denk ik dat je daar niet zo verschrikkelijk ver vandaan bent. Het
vraagstuk is natuurlijk -en dat is al herhaaldelijk onderwerp van gesprek
geweest tussen de minister en de politiebonden- wanneer die vergoedingen
worden opgetrokken, of je dan niet net zo goed reguliere politie zou kunnen
inzetten. Het lijkt mij van belang voor Bergen op Zoom, het lijkt mij van
belang voor de reservepolitie, dat wij die discussie, de uitkomst van het
gesprek wat Veghel heeft aangegaan met de minister, afwachten en daarna naar
bevind van zaken handelen.
De fraktie van de VVD heeft nog gevraagd of d.ra.v. verlichting de pakkans
van autodieven zou kunnen worden vergroot. Ik ben op zichzelf bereid dat in
beschouwing te betrekken. In het algemeen is het natuurlijk zo dat daar,
waar meer verlichting is, de neiging om te willen inbreken -de zichtbaarheid
wordt dan inmiddels veel groter- wat kleiner wordt en dientengevolge, als
men daar komt, de pakkans wat groter.
Met belangstelling heeft het college verder kennis genomen van de gedachte
van de CDA-fraktie op het terrein van de bestuurlijke samenwerking.
-25-
Een aantal zaken -daar hebben we vandaag en gisteren van in de kranten
kunnen lezen- laten zien dat de gevonden oplossing voor het samenwerken van
gemeenten binnen streek- of stadsgewestelijk verband er een dimensie bij
gekregen heeft. Met name de politiesamenwerking wordt immers voorzien op
niveau's die aanmerkelijk veel groter zijn dan de gebieden, waarbinnen wij
nu samenwerken.
Voor wat die politieorganisatie op zichzelf betreft, hecht ik er aan ook in
uw midden op te merken dat ik er een voorstander van ben om de politie
organisatie primair ook weer in zo'n streekgewestelijk niveau te willen
bezien. Dat is immers een kader, waarin wij meer met elkaar tot samenwerking
zijn gekomen. Waarin bij wijze van spreken ook een zekere gewenning aan
elkaar is opgetreden. De schaalvergroting, die daar thans aan gegeven is,
kan naar mijn mening .voor een aantal specifieke politietaken zeker bijzon
dere consequenties hebben. Of het echter nodig is om alles op dat niveau aan
te sturen, dat durf ik toch nog wel te betwijfelen. Ik vind het juist van
het grootste belang dat over de politie en de lokale politiezorg ook met u
van gedachten gewisseld kan worden. Het verplaatsen van die discussie van
Bergen op Zoom -en het is in al uw beschouwingen te horen geweest, op welke
terreinen de politie direkt en effektief zou moeten optreden- naar Tilburg
levert, naar mijn mening niet een bijdrage juist tot het verworteld zijn van
de lokale politiezorg in de lokale democratie.
Ik denk dat dit de punten waren, die in uw beschouwingen naar voren
zijn gekomen, liggend op het terrein van de politie en de bestuurlijke
organisatie.
Dan mag ik nu het woord geven aan wethouder Stuart, die met u naar de
financiën voor het komend jaar zal kijken.
De heer STUART, wethouder: Voorzitter, het is op dit moment een beetje moei
lijk om nu te peilen of de raad de begroting 1990, zoals hij is aangeboden,
zal goedkeuren. Ik heb alleen van de heer van der Kallen een duidelijke
uitspraak in die zin gehoord in eerste termijn.
Ik heb wel begrepen dat velen de opzet van de begroting en informatie
daarin besloten, waarderen op dit moment. Maar het zou toch verdienstelijk
zijn, denk ik, als we in tweede termijn inzicht konden krijgen of we deze
begroting goedgekeurd krijgen in de raad.
In het algemeen hebben we beluisterd bij de sprekers, dat de nieuwe opzet
van de begroting gewaardeerd wordt. En laten we niet vergeten wat daarachter
zit, ook een hele andere financiële administratieve organisatie, na
opheffing van de status 252 van de diensten en invoering van het budget
houdersschap. Degenen, die daar het meest mee bezig geweest zijn, zitten in
deze zaal en ze hebben uw waarderende woorden, denk ik, allemaal kunnen
horen. Dat is ook terecht. Ik sluit me daar heel graag bij aan.
Wat nu de aandacht vraagt, is een vervroeging van de begrotingsbehandeling
in de toekomende jaren. Daar is ook door verschillende sprekers naar
gevraagd. Dat zal zeker nu aan de orde zijn. Het moet de bedoeling zijn om
in het kader van de nieuwe plancyclus, waarvan u ook allemaal het een en
ander al hebt kunnen lezen de afgelopen maanden, toch uiterlijk eind oktober
begrotingen te behandelen, zodat dan met vrucht in het voorjaar een zekere
aktualisering zal kunnen plaatsvinden. En niet te lang daarna de behandeling
van de rekening van het voorgaande jaar kan plaatsvinden.
Dat zou betekenen dat je toch van begroting tot begroting 4 keer per jaar de
financiële situatie van de gemeente onder ogen kunt hebben. Dat lijkt een
frequentie, die voldoende is om het juiste en vereiste inzicht in de
financiële situatie van de gemeente te hebben.
Ik zal niet onder stoelen of banken steken dat wij blij zijn dat de raad de
late begrotingsbehandeling dit jaar heeft willen accepteren en daarmee
duidelijk heeft willen kiezen voor het inhoudelijke voordeel wat daarmee
bereikt is, om nu in een keer die zaak financieel-administratief organisa-