- 10 - het toppunt van de democratie. Want ik voel dat wanneer wij zijn gekozen dat er sprake dient te zijn van een directe verantwoordingsvorm. Dat was het oog merk van het verkorten van de vergadercyclus van de commissies. De heer V.D. OUDEN: Wethouder Van der Stoel zei dat wij bezwaar zouden hebben tegen sport- en recreatie en toerisme e.d. ten aanzien van de natuur. Het tegen deel is waar. Wij vinden dat iedereen moet kunnen genieten van het natuurschoon en van de prachtige omgeving waarin men vertoeft, als dat mogelijk zou zijn. Wij willen juist aandacht voor het spanningsveld tussen recreëren en toerisme en natuurbehoud. Het blijkt dat juist heel veel toerisme milieu- en natuurver- nietiging met zich meebrengt. Dat is waar wij graag aandacht aan willen beste den. Wij vinden ook dat iedereen moet kunnen genieten van de mooie plekjes die er nog zijn, zij het spaarzaam. Dan noemde hij nog natuur in cultuur ge bracht. Natuurlijk is natuur hier in cultuur gebracht. In praktisch heel Neder land vindtmen een in cultuur gebrachte natuur. Er is nog maar heel weinig ori gineel cultuurgebied over van bijv. oerbossen e.d. Wethouder Bakx zegt dat het initiatief wat budgetteringsdviezen betreft bij de betrokkenen zelf ligt. Natuurlijk wordt er gecontroleerd, dat is wettelijk vast gesteld, maar de controle wordt gelijk gekoppeld aan de vraag gaat u wel goed om met de uitkering of het kleine beetje geld wat u krijgt". Dat wordt ook niet gevraagd aan iemand die een normaal salaris heeft. In die zin vinden wij dat toch betuttelend overkomen. Ons grootste bezwaar is dat de uitkerende instantie daar gelijk die vraag aan koppelt. Wethouder Dekkers-; spreekt over de aanzetten van de paragraaf Welzijn. Natuurlijk zijn er aanzetten. Ik heb dat juist in combinatie met de sociale ver nieuwing gebracht, een stukje samenlevingsopbouw van mensen die toch al achter gesteld zijn en die te maken hebben met onverdraagzaamheid in de maatschappij. Daarvan vinden wij juist dat er wat aan gedaan moet worden. Daar vinden wij juist voor de welzijnsinstellingen en het opbouwwerk een heel belangrijke taak weg gelegd. In die zin zeggen wij, daar zal in het kader van de sociale vernieuwing meer naar gekeken moeten worden. De VOORZITTER: Van de zijde van het college behoefte om te reageren in deze ter mijn Mag ik u voorstellen het programma voor kennisgeving aan te nemen De heer Van den Ouden aantekening of is het duidelijk genoeg uit uw betoog ge bleken. De heer V.D.OUDEN: Aantekening. De VOORZITTER: De heer Van den Ouden aantekening. Dan is aldus geschied. 3. Voorstel tot het gedurende de periode van 1 juli 1990 tot 1 januari 1991 ver- lagen van de leeftijd voor vrijwillig vervroegd uittreden. (Nr. BD-Poi/44 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen 4. Voorstel tot het wijzigen van artikel 27, leden 2 en 3, van het Algemeen Ambtenarenreglement (51e wijziging). (Nr. BD-Poi/45) De VOORZITTER: In de stukken is artikel 5 niet buitengewoon duidelijk weergegeven Artikel 5 zou moeten luiden: Het in D 2 genoemde tijdvak van 14 weken wordt vastgesteld op 12 weken. Indien een ambtenaar verzoekt 2 weken bevallingsverlof te willen vervangen door 6 weken buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldi ging aansluitend aan het resterend bevallingsverlof. Gedurende deze 6 weken ko men de premies ziektekostenverzekering en pensioen volledig ten laste van de gemeente. - 11 - Of ieder van u nu een haarscherp inzicht in de materie heeft gekregen door voor lezing, waardoor in ieder geval aan de formele vereiste voldaan is dat u weet waar u over beslist, durf ik geen ja te zeggen. Mevrouw VERAART:Toen het zwangerschaps/bevallingsverlof van 12 naar 14 weken werd verruimd, hebben wij hier in Bergen op Zoom lokaal een regeling in het leven geroepen die het mogelijk maakt om twee weken betaald verlof om te zet ten in 6 weken onbetaald verlof, waarbij de IZA en pensioenpremie ten laste van de werkgever werden gelegd. Het had ons niet onlogisch geleken om bij ver ruiming van het zwangerschaps/bevallingsverlof van 14 naar 16 weken ook deze regeling als het ware mee te laten groeien, nl. 4 weken betaald verlof om te zetten in 13 weken onbetaald verlof wat een substantiële verlenging zou beteke nen van het bevallingsverlof. Ik vraag aan het college of dit overwogen is en zo niet of het college bereid is deze suggestie van ons over te nemen. De VOORZITTER: Op dit moment is het niet overwogen. Ik ben wel bereid, alleen niet hier en nu, in te gaan op het overwegen derzelve. Dat zou in uw mening kunnen dat de periode zou kunnen uitlopen van 14 weken basisverlof, daarbij opgeteld 13 weken onbezoldigd verlof tot een half jaar. Mevrouw VERAART: 25 weken. De VOORZITTER: 14 plus 13 is 27 weken Mevrouw VERAART: Het is een heel gereken. 4 weken wordt omgezet in 13 weken dus dat betekent dat je 9 weken langer dan de 12 weken kunt thuisblijven. Dat is dus 12 plus 9 weken is 21 weken. De VOORZITTER: Zou ik de raad mogen voorstellen dat wij het voorstel van mevrouw Veraart inderdaad een keer afwegen en eens aagaan wat alle praktische conse quenties daarvan zijn en al of niet via de commissie met een wijzigingsvoorstel gekomen kan worden. Ik kan u niet zeggen dat ik het op dit moment haarscherp voor ogen heb. Accoord Tegen de regeling op zichzelf heeft u geen bezwaar Dan gaan wij, op voorstel van mevrouw Veraart, dit na en wordt op dit moment voorgesteld om te besluiten zoals door het college aan u is voorgedragen. U wenst daarover geen stemming of aantekening Dan is aldus besloten. 5. Voorstel tot de tweede wijziging van het delegatiebesluit, vastgesteld op 30 maart 1988, nr. BJZ/51 (Nr. BD-Bez/46) De heer V.D.OUDEN: Ik wil graag aantekening tegen het onderdeel van vervreem den van onroerend goed. Mevrouw DEMMERS: In grote lijnen en met ongeveer driekwart van het delegatie besluit zijn wij het eens. Echter niet met punt 3. van het voorstel. Een huurprijs van f. 50.000,— uitgaande even van een kapitalisatiefactor 8 behelst onroerend goed in de prijsklasses van rond de f. 400.000,- of eventueel meer. Het verhuren van dergelijke, meestal toch bepalende gebouwen in gemeente lijk bezit kan dan wel eens afhangen van een bepaalde visie op economisch ge bied. Dat een delegatiebesluit ook voor te verhuren gebouwen c.q. woonhuizen gewenst is kan ik mij heel goed voorstellen. Echter gezien het door nuj genoemde voorafgaande stelt D'66 de raad voor te overwegen om het raadsvoorstel enigs zins te wijzigen en f. 50.000,- om te zetten in f. 25.000,- De VOORZITTER: Mevrouw, u begrijpt dat dit een amendement is en waarvan altijd door de voorzitter de vraag gesteld moet worden of het in voldoende mate wordt gesteund. Vermits u vanavond met zijn tweeën bent heeft u tenminste nog een derde nodig om het onderdeel van de oeraadslagingen te laten uitmaken.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 179