rgSlrëZerëo:Senbe%^en. Dat is de ^-verantwoordelijkheid de primaire verantwoordelijkheid die u als gekozene ^heel en al vrrjw g P u hebt genomen. Media zijn daarbij buitengewoon nuttig, maar m de praRi j ook bijzonder redzaam gebleken. gecombineerde vergadering van de commissie Economische Zaken en Ruimtelijke Ordening al is mogen blijken. Een opmerking van D'66 met betrekking tot nieuw beleid vraagt denk ik om enige beantwoording. In het collegeprogramma is nadrukkelijk vermeld dat het afwegingsmechaniek rondom deze post verfijning behoeft. In de commissie Fi nanciën is daar eigenlijk al min of meer uitvoerig over uitgeweid. Het ware wenselijk dat dat punt op operationeel niveau zou zijn uitgewerkt als wij spreken over de begroting 1991 sn de meerjarenraming. De VOORZITTER: Dames en heren, gemeenten pretenderen de bestuurslaag te die dicht bij de bevolking staat. Ik denk dat, dat op zichzelf een door weinigen betwiste stelling zal blijken te zijn. Het politiek gekozen apparaat van ie gemeenten ondervindt legitimering van hun handelen voor een hele periode van vier jaar bij de verkiezingen. Ik denk dat het ons allemaal een zorg zal moe ten zijn, ieder persoonlijk, ieder in zijn eigen politieke organisatie, en de raad als collectiviteit om de participatie van de inwoners van deze stad bij volgende verkiezingen, als het enigszins kan, 100% te laten zijn. Ik denk dat het niet een zaak is waar we alleen maar collectief tegenaan kunnen kijken, de organisaties die u afvaardigen hebben daarin zeker ook een taak en een verantwoordelijkheid. Daar waa- we in dit stuk hebben geschreven dat wij erop uit zijn om tot parti cipatie bij besluitvormingsprocedures van zoveel mogelijk burgers te geraken hebben wij, door sommigen terecht opgemerkt, nog niet altijd exact aangegeven op welke manier en met gebruikmaking van welke middelen wij dat doel verwezenlijken. Landelijk is aangegeven dat sociale vernieuwing een middel zou moeten zijn dat ook in zijn subdoelstellingen het herstel van die legitimi teit van uw handelen over een periode van vier jaar in zich kent. Ik hoop dat we erin zullen slagen een goed programma te ontwikkelen, wat leidt tot par ticipatie niet alleen in het bestuursproces als zodanig, maar ook in het po- litiek proces, waarvoor andere organisaties dan de raad als collectiviteit, oo een verantwoordelijkheid hebben. Om zo over vier jaar te kunnen vaststellen dat we met die inspanningen succes hebben gehad, in welke partijpolitieke numene e samenhang we hier dan ook zitten. Ik zou dat tenslotte nog gaarne opgemerkt willen hebben. Is er behoefte bij u aan een reactie of aan een tweede termijn De hee;- VAN DER KALLEN: Ik vind het eigenlijk jammer, heel zachtjes gaat u wel op mijn verhaal in, als een verhaal met betrekking tot de reactie op wat de Partij van de Arbeid zei, maar ook maar heel zachtjes. Kijk, je kan natuurlijk streven naar participatie van de burgers, van de inwoners van deze suad e dan kan je natuurlijk twee vormen van participatie voor ogen hebben, een actieve en een passieve. We hebben natuurlijk allemaal een actieve aI?ivi_ oeen als het om verkiezingen gaat, maar wil je burgers bewegen tot die a^ivi helemaal tot een activiteit die zou leiden tot het p^--n van een raad - vergadering - een meer directe vorm van confrontatie is er niet voor die burg ën het politiek systeem - of een commissievergadering dan moet je en ook reee- nine mee houden dat er een passieve participatie van die burger Voor de'passieve participatie van de burger hebben wij de media ^8" 5 r STLëfdifnr-Se^ëpToetëë kunnen^brengen om te beseffen dat wij wel- dat is mi in visie 0p een verkiezingsuitslag, verantwoording moeten a egge-i dat is mijn P eigenlijk. Die verantwoording, daar is naar de burger toe van wat doen wij nu eigeni j methode van - 9 - Dat hopen we. Die manier is de enige weg, denk ik, die burgers kan motiveren om op grond van wat zij via die media over ons lezen of horen of zien, op grond waarvan die kiezers kunnen besluiten ik ga stemmen. De basiskeus van te gaan stemmen is dat de burger weet waarop hij gaat stemmen. Juist voor het maken van die keus zijn de media belangrijk. Als ik dan zie dat op diverse commissievergaderingen die tegelijkertijd worden gehouden er systematisch is gekozen door de media voor de zog. harde commissies. Bij Welzijn was niemand, bij COS zat één van de twee dagbladen, niet door een reporter vertegenwoordigd, maar door een correspondent. Op zich ook al een keus. Bij de andere commissies, de harde commissies, daar was men wel vaak m vol or naat en stevig aanwezig, in ieder geval consequent de twee dagbladen Ik denk dat als wij binnen onze raad ook alle beleidsgebieden respecteren en deren dat wij tot een keus moeten komen om het over meerdereavonden te spreiden. Anders denk ik dat dit zal leiden tot een duidelijke keuze bij de pers voor steeds de harde beleidsgebieden. ,rol,^n het Als ik dan de commissie Welzijn zag, ik noem het de commissie Welzijn maar het is een heel pakket van activiteiten, en ik zag wat er allemaal geagen eer dan was dat op zich een agenda die bijna uitnodigend was naar de media om wezig te zijn. Er zouden best behoorlijk wat noten - ik zeg met nadruk noten en geen harde noten - gekraakt worden. Maar ja, tegelijkertijd was er een andere commissie voor de pers veel interessanter klaarblijkerlijken dan gaat men daar heen" Ik denk dat wij als politici niet moeten denken wij zitten hier voor vier jaar en daarna zien we wel weer, nee wij moeten iedere week, iedere dag, iedere maand verantwoording afleggen voor wat wij hier doen. De enige manier om dit t kunn-n doen is via de media. Ik wil het u nogmaals als totale raad in overwegi g geven om op zijn minst te zeggen, nou na verloop van tijd zullen we het eens bij houden. Het is echt zo, politiek en media zijn zo innig met elkaar verbonde wij zijn van de media afhankelijk voor het bereiken van onze stem voo het be reiken van onze visie, voor het vergroten van het draagvlak van alles wat wij met de burger voor hebben, zijn wij van die media afhane ij - dan de conclusie moeten trekken en moeten zeggen dat wij de media in staat mo. ten stellen hun werk goed te doen. Dat kan wanneer we het spreiden, z°dat media inderdaad niet voor prioriteitskeuzes worden gesteld die - den dat slechts een enkele commissie misschien niet bezocht zal worden beleidsveld kan dan wel eens een slachtoffer zijn. De VOORZITTER: Ik zie gelukkig dat bij de media het duo-journalistenschap ook inmiddels enige vorm hïeft aangenomen. Dat sou toch niet alleen vanavond tot Ho moffeliikheden moeten behoren. Om er en passant even op te reageren, ik denk dat het een ^^ige^erarmig van de politiek zou zijn wanneer wij afhankelijk zouden z j - - van leden van politieke organisaties, van mensen die ons z°^en willen s'beu van de media. Dan denk ik dat er in ons land, voor wat de; treft, het er betrekkelijk eenzijdig uit zou zien.Het xomt mij voor ik proberen te zeggen maar kennelijk niet duidelijk genoeg, maar temidden van de politie* en maak er se lf£» eel vanuit Dat was even een tussenwerpsel. o nj.TQ.Ti/ denk dat u het oogmerk van het wijzigen van het commissiebestel Door de vele minuten die daaraan gewij zij gegeven dan het oogmerk wijzigen van het commissiebeste een an verkorte vergader-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 178