s ss rsKffi sHsS&sSSwsr- - 2 - Dit neemt, en dan baseer ik mij op de door mij waargenomen instemmende gelui den tijdens het verloop van de discussies en onderhandelingen, niet weg dat het collegeprogramma in zijn totaliteit en met al die punten in zich die voor sommige fracties best moeilijk waren te accepteren een goede basis voor het beleid in de komende vier jaar kan vormen. Niet alleen te steunen door de coa litiepartners, maar ook zoveel mogelijk door niet in het college vertegenwoor digde partijen. Simpelweg omdat zij zich in dat beleid in het verlengde van het collegeprogramma goed kunnen herkennen. Het CDA dankt de collega-fracties voor de door allen, tot op het laatste moment, bij het proces van collegevorming geleverde krachtsinspanning. Zoals gezegd beoogt het collegeprogramma naar onze indruk niet meer te zijn dan een basis voor het beleid in de komende vier jaar. Het kon, mede vanwege de be perkte tijd, nog geen overzicht zijn van prioriteiten tussen de daarin neerge legde hoofdpunten van beleid en kon evenmin al worden voorzien van een financiële vertaling. Onze fractie ziet dan ook met grote belangstelling uit naar het op het college programma gebaseerde beleidsplan II en de meerjarenbegroting, waarin die priori teiten, inclusief de financiële, hun neerslag zullen dienen te krijgen. De aanwezigheid van het collegeprogramma is onmiddellijk voelbaar geweest, bijv. in het gewijzigde commissiebestel dat partijen tot een wat andere vergadersys- tematiek uitnodigt, maar vooral ook de ambtelijke organisatie verplicht tot een ijzeren discipline om stukken vroegtijdig en voor alle raads- en commissieleden gelijktijdig beschikbaar te hebben. Deze voelbare aanwezigheid van het collegeprogramma spreekt onze fractie erg aan, ook in de komende tijd. Wij hopen dat met name onze coalitiepartners in het streven naar vruchtbare en hechte samenwerking binnen en buiten het college hierover exact hetzelfde denken. De CDA-fractie stemt met het collegeprogramma 1990-199A, zoals dat voor ons ligt, dan ook van harte in. Mevrouw VERAART: Het collegeprogramma 1990—199^ is de uitkomst van lange, op mo menten moeizame, soms harde en intensieve coalitie-onderhandelingen. Het is in- haerent aan de coalitiebesprekingen dat niet alles wat je wilt overgenomen wordt, zodat het collegeprogramma voor ons pijnpunten heeft, die een wat oppervlakkiger dan de ander. Overheersend is echter het positieve. De Partij van de Arbeid is van mening dat dit collegeprogramma als goede basis kan en moet dienen om de komende raadsperiode beleid te maken en uit te voeren op diverse terreinen met als belangrijke poten milieu, de integrale benadering en visie-ontwikkeling op de sociale economische ontwikkeling van de stad versus het milieu en ik noem hierbij ook de sociale vernieuwing. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, dan betaald. Wij zijn niet de enige, de heer Cats had er ook al over en ik vermoed dat nog meer sprekers het hier in de raad over zullen hebben, die reikhalzend uitzien naar het beleidsplan II, wat handen en voeten moet geven aan het collegeprogramma. Eerr keuze van het college in prioriteit, wat belangrijk is en wat minder, lijkt ons:, logisch. Evenzo hoe dit alles gefinancierd moet worden, wat via nieuw be leid, wat via substitutiebeleid, zodat de financiële vertaling van de keuzes zijn weerslag kan hebben in de begroting 1991 en volgende. Ik eindig met een overbelichting van een punt uit het collegeprogramma omdat het zo belangrijk is, het meer betrekken van de burger bij de locale democratie. In het collegeprogramma worden een aantal concrete zaken genoemd zoals intensi vering en verbetering van de openbaarheid, van de voorlichting, betere service verlening door concentratie van gegevens op één locatie. Het massaal niet kiezen de afgelopen gemeenteraadsverkiezing moet een zorg zijn voor ons allemaal. De voorzitter van de raad heeft hierover in de commissie AJPZ behartenswaardige woorden gesproken. Ik neem geen voorschot op de discussie die komen gaat, maar ik hoop dat we er uiteindelijk in zullen slagen om het draagvlak voor wat we hier met zijn allen doen weer te verbreden. - 3 - De heer JANSSEN: De coalitie-onderhandelingen tussen de diverse partijen uit de raad na de verkiezingen hebben geleid tot afspraken over hoofdlijnen van het beleid voor de komende vier jaar. Het resultaat van de gesprekken is vast gelegd in een notitie, die is gaan heten de aanzet tot het collegeprogramma. De VVD kan zich in die aanzet goed vinden. Sterker nog, het VVD-verkiezings- programma komt ruimschoots aan de orde in deze programma-aanzet. Nu wordt ons het voltooide collegeprogramma ter kennisname aangeboden. Bestudering en behandeling in de commissies van dit programma heeft bij mijn fractie nauwelijks aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen of kant tekeningen, omdat het nagenoeg met de eerder genoemde, aanzet overeenkomt. Anders gezegd, het college heeft de aanzet van het collegeprogramma,op een enkele uitbreiding en detail na,tot het hare gemaakt. Het is na vandaag aan het college om het voorgenomen beleid om te zetten in concrete voorstellen. De VVD-fractie zal het voorgestelde beleid van het col lege nauwlettend volgen. Wij zullen oordelen of het past binnen wat onze fractie zich bij de start van dit college voor ogen stond. Een belangrijke en eerste toetsing zal plaatsvinden bij behandeling van het be leidsplan II, waarin tijdplanning en de financiële onderbouwing van het college programma aan de orde komt. Voor wat ons betreft, het woord is nu aan het college. Mevrouw DEMMERS:Tegen, zoals ook bij voorgaande sprekers blijkt, het voor ons liegende collegeprogramma kunnen wij eigenlijk eenvoudig niet zijn. Op enkele kleine detailwijzigingen na is de aanzet tot het collegeprogramma zoals dat in heel goed overleg tussen alle politieke partijen is samengestel overgenomen. Onze waardering over de wijze waarop het CDA deze onderhandelingen geleid heeft spreken wij hierbij uit. Echter één maar. Het woord collegeprogramma suggereert toch enigszins dat er door de politieke partijen die uiteindelijk in het college zijn ge ozen, po tieke keuzes gedaan zijn die tot een dergelijk programma leiden. Politieke keuzes kan men echter alleen dan maken als men de financiële c°"s® quenties kent van de te maken keuze. De financiële onderbouwing, zo is ons al bekend, zal worden gegeven in beleidsplan II en dan zal ongetw/i jfeld^ dat uitgaande van, met name het laatste hoofdstuk financien met daarin aange geven de f. 200.000,- voor nieuw beleid, dat bijv. het hoofdstuk sport a op keuzes zal aankomen. Moeten zaken op kosten van nieuw beleid of zal door mi - del van een substitutie beleid gekomen moeten worden tot dat nieuwe belei Wij hadden toch enigszins verwacht en ook gehoopt dat het huidige politiek sa mengestelde collegeprogramma dergelijke politieke keuzes of speerpunten reeds had aangegeven, zoals kies maar voor substitutie en op welke gebied want p litiek bedrijven blijft keuzes maken. De raad zal dan bijv. die keuzes moeten Zoals'de situatie nu is kan een slimme, of in ieder geval een snelle portefeuille houder in no time weg zijn met die post nieuw_beleidomdat het eenieder op i moment aan financiële onderbouwing en duidelijkheid over wat en waar het college voorrang aan geeft, nu naar toe wil. Wil nemen echter derhalve het voor ons liggende collegeprogramma ter kennisgeving aan We zullen pas werkelijk kunnen reageren als het huidige college zijn keuzes gemaakt heeft utt het nu voor ons liggende verlanglijstje op basis van beleids plan II. De V00RZÏTTERMijnheer Van Opdorp, ten onrechte krijgt u nu pas het woord, lijkt wel alsof 21 maart aan mij voorbijgegaan is. ten wij af.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 175