-28- De VOORZITTER: Dat is ook een uitleg. De heer Cats vraagt het woord. De heer CATS: Voorzitter, aan ons standpunt, is niets gewijzigd. De CDA- fraktie is van oordeel dat, wanneer het college de motie overneemt op een wijze zoals D'66 thans suggereert, zij een brevet van onvermogen aan haar eigen adres uitdeelt, omdat het er kennelijk dan nooit in is geslaagd om van een normale bevoegdheid, zoals neergelegd in een bouwverordening, op een redelijke wijze gebruik te maken. Dat zou ik het college ten zeerste kwalijk nemen. De heer JANSSEN: Een korte opmerking. D'66 legt naar mijn gevoel het college de woorden in de mond dat zij de motie overneemt... De heer BOLSIUS: Wij hebben geen woorden in de mond gelegd meneer Janssen, dat zijn de woorden van de portefeuillehouder. De heer JANSSEN: Ik moet constateren dat ik de woorden van de portefeuille houder en die van de burgemeester niet helemaal in elkaar kon passen. Ik heb in ieder geval wel begrepen van de voorzitter van deze raad dat hij van mening is dat, wanneer je nu gaat werken aan een verandering van een bouw verordening, terwijl op een zeer korte termijn er een wetswijziging komt, dat extra werk met zich mee gaat brengen dat eigenlijk niet nodig is, omdat er al behoorlijk wat garanties in de bouwverordening staan. Wij, als VVD-fraktie, hebben dus om die reden geen behoefte aan deze motie. Een korte opmerking richting BSD. De VVD-fraktie constateert dat de BSD in haar tweede termijn niet reageert op de opmerkingen die wij maakten in haar richting in eerste termijn. De heer BAKXwethouder: Eigenlijk gaan alle sprekers in op de uitleg van de motie van D'66. Ik heb gezegd, op zich heeft het college geen bezwaar om deze motie over te nemen in de context dat de motie achterhaald kan worden door de landelijke wetgeving. Het kan zijn dat hij, als wij hem op een bepaald moment zouden overnemen, in onze visie achterhaald zou kunnen zijn omdat het ministerie ook met een algemene maatregel van bestuur komt. Dus u zou hem zo kunnen lezen van, achterhaald hebbende door algemene maatregel van bestuur. Ik denk dat dan zo'n motie overbodig is. Dat zou dan kunnen betekenen in die context hebben wij er geen bezwaar tegen. Als hij in stemming wordt gebracht in die zin dat er wordt geëist dat onmiddellijk de gemeentelijke bouwverordening moet worden aangepast, want die link wordt ook gelegd. De heer BOLSIUS: Als hij wordt overgenomen, hoeft hij niet meer in stemming gebracht te worden. De heer BAKX, wethouder: Maar dan zeg ik, doe dat niet, want het is toch zeer ingewikkeld omdat je dan toch in de bouwverordening zeer zorgvuldig afwegingen moet maken tot de uitleg. Dan zou je zelfs overruled kunnen worden door de landelijke wetgeving. Vooral omdat ook nog eens de WCA, de wet chemische afvalstoffen, erbij wordt gehaald. Dan gaat het alleen om de tijdstermijn. In die context heb ik gezegd, door achterhaling van landelijke wetgeving zouden we geen bezwaar hebben tegen deze motie. De heer BOLSIUS: En wij zijn het eens met die context, voorzitter. De heer CATS: Voorzitter, ik weet dat ik bijna in derde termijn ga, maar eigenlijk solliciteert het college er thans naar dat de raad van zijn be voegdheid gebruik zou maken om het college ter verantwoording te roepen voor de bevoegdheden zoals ze die uit dient te oefenen. Ik weet niet of de porte- -29- feuillehouder zich met dat antwoord geven daarvan bewust is. Mevrouw DEMMERS: Het zal mijn onwetendheid zijn, maar ik begrijp uw vraag niet meneer Cats. De heer V.D. KALLEN: Ik wel, en ik vind het een heel goede vraag. Mevrouw DDEMMERS: Leg het dan eens uit. De VOORZITTER: Dan denk ik dat we de heer Bakx het woord geven. De heer BAKX, wethouder: Natuurlijk meneer Cats, artikel 152 kun je toepas sen voor allerlei zaken die ook in de wet zijn opgenomen. Daar moet je toezicht op uitoefenen. Dat is zo vastgelegd. Ik heb u gezegd dat wij dat door middel van o.a. dat sloopbestek al doen. U moet mij niet euvel duiden dat we alle zaken met betrekking tot asbest onder ogen krijgen. Maar daar waar wij de bestekken, de tekeningen, de bouwvergunningen wel onder ogen krijgen, en die zaken te constateren zijn, verwijzen wij naar de arbeids- inspektie, omdat die regulerend kan optreden en wij dat niet specifiek in ons artikel hebben opgenomen. Dus wij maken ook gebruik van die bevoegdheid. Ik heb gezegd, in die context kunt u de opvatting zien over de motie, waarbij wij zeggen, we kunnen door de tijd worden ingehaald. Met andere woorden, die motie houden we op een lange termijn, want dan is hij achterhaald door de landelijke wetgeving. Dat is de intentie van het college De heer CATS: Dat is toch een flauwekul antwoord? De kern van de motie, daarin draait het erom om in de gemeentelijke bouwverordening tot een asbestverbod te komen. Dan interesseert het. me niet of dat morgen is, gisteren of over 3 maanden. Het gaat erom dat dat absoluut overbodig is omdat het college over de bevoegdheid beschikt in die gevallen, dat de werking van die stof gevaar oplevert voor de gezondheid, dat te verbieden. Het CDA verlangt van het college niets anders, dan van die bevoegdheid gebruik te maken. Met elke andere verklaring kunnen wij absoluut geen genoegen nemen. De heer V.D. KALLEN: Ik ben het over dit punt helemaal eens met het CDA. Inderdaad, D'66 is klaarblijkelijk met flauwekul antwoorden al heel tevreden omdat ze dan ook eens een keer een motie aangenomen hebben gekregen, maar... De heer BOLSIUS: Voorzitter, ik protesteer tegen de uitermate simpelheid van voorstelling van de heer van der Kallen, vanavond al de 4e keer. Ik wil toch even een kleine korrektie doen op de heer Cats, want de heer van der Kallen is het weliswaar eens met deze opmerking, maar die verwijst naar artikel 152 van de bouwverordening. Verderop in de bouwverordening staan uitdrukkelijk een aantal artikelen, waarin materialen worden genoemd die asbesthoudend zijn en die toegestaan zijn. Op die forumavond hebben wij die artikelen keurig netjes laten lezen en de heer Cats is niet verder gekomen dan artikel 152. Ik wens hem veel sterkte met de rest toe. De heer V.D. WATER: Voorzitter, als ik dan ook even mag in derde termijn? Ik heb de heer van der Kallen nog nooit zo snel om zien gaan. Op de eerste plaats eist hij onmiddellijk aanpassing van de bouwvergunning en nog geen 5 minuten later stemt hij in met hetgene wat de heer Cats zegt, wat duidelijk inhoudt geen wijziging van de bouwvergunning. De heer V.D. KALLEN: Maar wat de heer Cats vraagt kan acuut en is werkzaam en een wijziging van de bouwvergunning wil ik ook, maar als ik wat de heer

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 166