-22- Mevrouw DEMMERS: Dat asbest en asbesthoudende materialen zoveel mogelijk vermeden moeten worden, dat begrijpt gelukkig langzamerhand bijna iedereen. Echter, daar blijkt dat nog steeds in de bouw werknemers gekonfronteerd worden met deze stof is niet te ontkennen. In de Woningwet staat dat elke gemeente een bouwvergunning dient te hebben. Ook wij hebben die. In principe niets aan de hand, denkt dan ieder. Maar wij hanteren het VNG-model. En als raad kunnen wij een bouwverordening verscherpen door het verbod op het gebruik van asbest op te nemen. Steek nu -dat is eigenlijk de vraag van ons- gewoon je nek uit als gemeente en wacht niet op het jaartal 1992, wanneer het opgenomen wordt in de landelijk voorgestelde verordening. Aan de hand van de rijksoverheid lopen, is gemakkelijk. Je kunt bijna niets verkeerd doen. Volwassen worden vraagt echter zelf risico dragen en vooral verantwoorde lijkheid. Dat wij volwassen worden of eigenlijk wilden worden, bleek uit de unanieme positieve reaktie, en ook van de PvdA, op een vraag van Groen Links tijdens behandeling van dit punt in een forumdiscussie van de Bouw- en Houtbond om asbest te verbieden. Ook de toenmalige wethouder van milieu, de heer Bakx, was het er mee eens dat asbest verboden moest worden. Hij had wat problemen met het aanpassen van de bouwverordening, destijds al. Wat kan nu een wethouder beter overkomen dan dat je na 4 jaar, waarin je de gelegenheid hebt gehad om je eens wat te oriënteren op milieugebied, je volwassenheid kunt tonen en inderdaad datgene kunt doen wat je in feite belooft. Echter helaas, uit het antwoord van het college blijkt wederom dat het antwoord door de heer Bakx, tijdens de verkiezingen gegeven, toch waarschijnlijk, en daar steun ik de BSD in, beoogd verkiezingsresultaat behelsde. Derhalve willen wij een motie indienen om alsnog in tweede termijn eenieder de gelegenheid te geven, want alle goede dingen bestaan uit tweeën, de motie van D'66 te steunen. Waarin wij vragen alsnog in de gemeentelijke bouwver ordening asbestverbod op te nemen. Voorzitter, ik zal u de motie aanbieden. De heer V.D. WATER: Voorzitter, mag ik daar een vraag over stellen? De VOORZITTER: Ik zal u straks graag het woord geven. De VOORZITTER: Dank u wel. Een motie, ondertekend door de dames Demmers, van Male en de heer Bolsius, die luidt: De raad van de gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 31 mei 1990, gehoord de beraadslagingen omtrent het verzoek van D'66 om te komen tot een verbod op het gebruik van asbesthoudende materialen in de bouw, besluit dat de gemeentelijke bouwverordening zodanig dient te worden aangepast dat het gebruik van asbesthoudend materiaal in de bouw zo spoedig mogelijk zal zijn verboden en draagt het college op de noodzakelijke voorbereidingen daarvoor te treffen, en gaat over tot de orde van de dag. De motie is in voldoende mate ondertekend en maakt deel uit van uw beraad slagingen. De heer V.D. OUDEN: Tijdens dat forum hebben we inderdaad gevraagd of de politieke partijen, die toen vertegenwoordigd waren in de raad, konden komen tot een asbestverbod, o.a. ook samen met de SP. De SP heeft daar toen ook heel expliciet om gevraagd. Toch was onze verbazing enorm groot toen we bij de brieven zagen het antwoord van het college van B en W. Er is al veel over gezegd door de BSD en door D'66. Wij vinden het dan ook een trieste zaak dat het college van B en W tot dit antwoord is gekomen. -23- Daarom is de motie van D'66 ons dan ook uit het hart gegrepen. De kritische kanten zijn al gezegd, daar zal ik verder niet op ingaan. Wij zullen deze motie dan ook van harte ondersteunen. De heer CATS: Een genuanceerd oor is voor de heer van der Kallen niet weggelegd, maar dat is niet voor het eerst dat ik dat constateer. Tijdens de verkiezingen heb ik namens het CDA mogen uitspreken dat het CDA een voorstander is van een asbestverbod. De nuance, die we daarin legden, was -en we hebben het artikel als zodanig ook aangehaald tijdens de betrokken forumavond, waar thans nogal eens naar verwezen wordt- dat een asbestverbod als een aparte bepaling niet meer in de bouwverordening behoeft te worden opgenomen, omdat op dit moment de bouwverordening reeds voldoende artikelen bevat, die het college de bevoegdheid geven om het gebruik van asbest in de bouw te verbieden. Er zit een bepaling in de bouwverordening die het college de bevoegdheid geeft om stoffen die gevaar opleveren voor de gezondheid, zowel bij het verwerken als bij het gebruik van het bouwwerk, te verbieden. Om die reden hebben wij aan de motie dan ook geen behoefte. Laat onverlet ons oordeel dat het inderdaad een goede zaak is dat het college van die bevoegdheid, in relatie tot het asbest, gebruik zal maken. De heer V.D. WATER: Ik heb begrip voor de motie van D'66, maar ik ben het eigenlijk toch eens met de uiteenzetting van de heer Cats. Asbest is zoveel omvattend. Ik heb hier wat publicaties van omschrijvingen van hoe, wat en wanneer. Dan zeg ik, ik denk dat je op bepaalde momenten dus ook asbest nodig hebt bij verwerking. Dus hoezeer ik het ook eens ben met de motie, heb ik eigenlijk twee vragen. Is het wettelijk mogelijk om als gemeente ten opzichte van het geheel asbes te verbieden? Ten tweede, ik ben het er mee eens dat het misschien beter is om in e bouwverordening de allerlaatste instrukties over het gebruik van de verwerking van asbest te vermelden, zodat het -en dan moet ik heel voorzichtig zijn- zo goed mogelijk veilig verwerkt kan worden. Ik vind de motie eigenlijk teveel omvattend. Asbest verbieden in de gemeen telijke bouwverordening is, denk ik, erg moeilijk. De heer JANSSEN: De heer van der Kallen begint zijn betoog met op te merken dat de toezeggingen die gedaan zijn voor de verkiezingen van generlei waarde blijken te zijn. Op dat termijn besloot ik om toch in eerste termijn het woord te vragen. De heer Smits, die op de bewuste avond, waarnaar verwezen wordt in de brier, het woord voerde namens de VVD-fraktie, heeft mij gebeld en heeft mij geïn formeerd over zijn stellingname die avond. Hij is, en dat heeft de heer van der Kallen terecht geconcludeerd, geweest voor het verbieden van asbest. Hij heeft echter, zei hij mij, nadat de heer Bakx over dit onderwerp ook het woord had gevoerd, zich aangesloten bij datgene wat de heer Bakx vertelde. En de heer Bakx verwees naar de toekomstige wettelijke veranderingen. En hij heeft gezegd: waarom zouden wij, vooruitlopend op een wetsverandering, nu m Bergen op Zoom veranderingen aan gaan brengen op onze eigen bouwverordening. Dat waren de woorden van de heer Smits. Als dan de Socialistiese Partij in haar brief zegt dat de VVD anders reageert dan dat zij heeft gedaan voor de verkiezingen, dan was dat voor mij niet direkt aanleiding om daar een opmerking over te maken. Maar wanneer een partij, in deze raad aanwezig, meent te moeten concluderen dat hij zich schaamt om in debat te gaan met een van de in deze raad aanwezige frakties, dan denk ik dat ik daar wel op moet reageren. Ik neem de woorden van de heer Smits zeer serieus en ik ga er dan maar van uit dat de heer van der Kallen op die bewuste avond niet goed geluisterd

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 163