-4-
Dames en heren, ik vraag uw aandacht voor de uitslag van de stemming.
Mevrouw AMBAGTSEr zijn 27 stemmen uitgebracht, 16 op de heer Venne, 10 op
mevrouw Vandenbulcke en 1 ongeldig.
De VOORZITTER: Dames en heren, ik constateer dat de heer Venne dientengevol
ge benoemd is tot lid van de Commissie Sociale Zekerheid.
7Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluitvoor de pandenGlenn
Millerstraat 1-23.
Nr. SOB/38.
8Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een perceelDie-.
penbrocklaan.
Nr. SOB/41
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 7
en 8 aangenomen.
9Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit yoor een perceel in 't
Laag.
Nr. SOB/52.
De heer JANSSEN: De VVD-fraktie heeft met het voorstel zoals het hier ligt
geen problemen. We hebben naar aanleiding daarvan echter een vraag.
Het is de bedoeling dat hier een paardenfokbedrijf zal worden gevestigd. Nu
is het in deze tak van bedrijfsvoering al regelmatig voorgekomen dat uit
zo'n aktiviteit, aktiviteiten ontspruiten die te maken hebben met een
manege. De zorg voor het Buitengebied doet ons vragen of het college van
mening is dat dit eventueel op termijn zou moeten kunnen.
De heer A. FRANKEN: Ik kan me aansluiten bij de vraag van de heer Janssen.
De heer V.D. KALLEN: Met operste verbazing heb ik kennis genomen van dit
voorstel, zodanig zelfs dat bij mij twijfels opkomen inzake de onafhanke
lijkheid en zuiverheid van de motieven die leiden tot dit voorstel. Een
voorstel dat gezien de inleidende tekst op mij bijkans overkomt als
materieel misleidend.
Op de toelichting van het bestemmingsplan Buitengebied wordt op de pagina's
22 en 23 't Laag beschreven als een open landschap met laag gelegen grasland
met daartussen enkele akkerpercelen, gekenmerkt door een opvallende donkere
haast zwarte kleur. Tevens wordt de landschappelijke waarde met een plus
gewaardeerd. Voorts staat er met betrekking tot dat gebied, dat -en ik
citeer- gestreefd moet worden naar behoud van de bestaande toestand. Vesti
ging van nieuwe bedrijven is niet gewenst, vooral in verband met de
openheid van het landschap (einde citaat).
Het Bergs buitengebied is dermate waardevol dat het onze aandacht, juist
voor het behoud van dat waardevolle, ten volle verdient. Daarom verbaast het
mij dat in dit stuk met het grootste gemak gehutseld wordt met termen en
deze in de vorm van de keuze en uitleg van de gepresenteerde jurisprudentie
de intensie kunnen hebben van misleiding van de raad. Dit wordt bij mij
versterkt omdat de jurisprudentie ontbrak bij de stukken.
Uit het bestemmingsplan blijkt op pagina 35 duidelijk dat er sprake moet
zijn van een "volwaardig agrarisch bedrijf" om in 't Laag in aanmerking te
komen voor een bouwvergunning. Dat wordt ook bevestigd in dit voorstel, tot
zover akkoord. Tevens stelt men in dit voorstel dat "op grond van de ter
zake beschikbare jurisprudentie moet evenwel worden aangenomen dat de eis,
dat er sprake moet zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf, niet in alle
-5-
situaties kan worden gehandhaafd". Dit laatste kan juist zijn, maar blijkt
geenszins uit de samenvattingen van de jurisprudentie zoals genoemd in dit
stuk. Daar spreekt men slechts van een agrarisch bedrijf (Tietjerksteradeel)
en over agrarische aktiviteiten met een bedrijfsmatig karakter (Het Bildt en
Maarheeze)
Ook naar de mening van de BSD kan op basis van deze jurisprudentie geconclu
deerd worden dat de omvang en de vraag of sprake is van een volledige
dagtaak of hoofdberoep een onvoldoende criterium is voor het aanwezig achten
van een agrarisch bedrijf. Maar zo'n conclusie is fraai maar niet ter zake
doende. In het onderhavige bestemmingsplan wordt gesproken van een
volwaardig agrarisch bedrijf. Voor een volwaardig agrarisch bedrijf zijn
mijns inziens duidelijk andere criteria geldend dan voor een agrarisch
bedrijf of agrarische aktiviteiten met een bedrijfsmatig karakter.
Met de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen constateert de BSD dat er
sprake is van een bedrijfsmatige opzet en dat er geen sprake is van een vol
waardig agrarisch bedrijf.
De BSD is van mening, in tegenstelling tot dit stuk, dat er niet of
onvoldoende is gelet op het advies van de AAB d.d. 28 maart 1990, want dit
vermeldt immers niet voor niets het feit "dat er nog geen sprake is van een
volwaardig agrarisch bedrijf", en daar gaat het om, want een volwaardig
agrarisch bedrijf is het criterium gesteld in het bestemmingsplan.
De BSD acht de wijze van presentatie van de jurisprudentie in dit stuk
materieel misleidend, want de raad wordt hierdoor naar onze mening volstrekt
op het verkeerde been gezet, want men wekt naar onze mening volstrekt
onterecht de indruk dat "nee" zeggen tegen deze vergunningaanvraag bij de
afdeling Rechtspraak van de Raad van State tot een vernietiging zal leiden
van een afwijzende beschikking inzake deze bouwaanvraagIk acht dat
onjuist. Tevens valt mij de keuze van de jurisprudentie op, want er is ook
AROB-jurisprudentie te vinden die zelfs op de uitleg van een agrarisch
bedrijf, zonder de term volwaardig ervoor, een ander licht kan doen schijnen
(zie b.v. de noot in het Arrest Tietjerksteradeelwaarbij o.a. erop gewezen
wordt dat bestemmingsplanbeperkingen wel aanvaardbaar worden, indien er
sprake is van grote landschappelijke en natuurwetenschappelijke waarden (27
okt. 1978, Kampen).
Voorzitter, Bergen op Zoom, moet om een veelheid van redenen zorgvuldig
omgaan met haar buitengebied. Dit voorstel is, als het doorgaat, een
precedent dat grote gevolgen kan hebben voor ons totale buitengebied. Als
het gewoonte zou worden om de term "volwaardig agrarisch bedrijf" gelijk te
stellen met de termen "agrarisch bedrijf" en agrarische aktiviteiten met
bedrijfsmatig karakter" zal vanaf nu iedere hobbyist die zich laat in
schrijven bij de Kamer van Koophandel en zorgt voor een relatief bescheiden
inkomen, middels dit soort agrarische aktiviteiten, overal in ons
buitengebied op zeer goedkope grond bijna bouwen wat hij wil.
Dit zal dan leiden tot een verlies aan grote landschappelijke waarden en tot
een verlies aan exploitatiemogelijkheden van bouwgronden voor de vrije
sektor. Want wie gaat er dan nog bouwen op gronden die bijna 200 gulden per
vierkante meter kosten als het b.v. ook kan op gronden van pakweg 5 gulden
per vierkante meter. De goed in de slappe was- en juridische adviezen
zittenden zullen snel deze weg ontdekken en dit zal dan onze sociale
woningbouw op de Bergse Plaat ook schaden, daar financiering van het totale
ontwikkelingsplan van de Plaat dan wel erg moeilijk wordt.
Voorzitter, de BSD is tegen dit voorstel en verzoekt het college dit voor
stel, gezien zijn mogelijk misleidende karakter, terug te nemen en zich
opnieuw te beraden over alle, dus ook juridische, ins en outs van dit
voorstel. Indien dit voorstel onverhoopt toch wordt aangenomen, zal de BSD
dit voorstel, inclusief onze visie daarop, onder de aandacht brengen van de
Provinciale Planologische Commissie, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
en de minister van VROM, in de hoop dat dit zal leiden tot spontane vernie-