- 30 - De commissie welstand waar dan notabene het hoofd van de afdeling stede- bouw ook zitting heeft, vergadert op dat moment uitsluitend over aspecten als de voorzijde van een huis en hoe de situering is en dergelijke. Vervolgens wordt terloops, tijdens die commissievergadering, door iemand van de afdeling stedebouw medegedeeld dat men het niet eens is en dat men stedebouwkundige bezwaren heeft tegen het ingediende plan,omdat de kan toorruimte te klein is. Dan wordt een brief ontvangen waarin inderdaad de bouwvergunning niet wordt verleend omdat de kantoorbestemming niet pre valeert. Dat is juli 1989. Intussen is er overigens op alle mogelijke ma nieren door diegenen die belast zijn met de grondverkoop bij de gemeente aangedrongen op het doen van voorschotbetalingen. Er worden gasleidingen gelegd en dat soort zaken. De ene dienst gaat dus voortvarend verder om iedere vierkante meter maar zo snel mogelijk te verkopen en de andere dienst gaat, overigens terecht, kijken hoe zit het met het bestemmingsplan e.d. Maar dan komen we na juli 1989, als dus de bouwvergunning geweigerd is, op het overleg dat plaatsvindt in diezelfde maand juli 1989 want met de afgekeurde tekeningen begeeft de aanvrager zich, waar zou je je naar toe begeven, naar de dienst stadsontwikkeling. Bij bouw- en woningtoe zicht gaat men kijken of er misschien nog iets aan te doen is. Het waarnemend hoofd van die afdeling geeft een advies, het advies wordt in de tekening verwerkt en dan wordt de mededeling gedaan; dit plan, zoals net er nu ligt krijgt goedkeuring. Wat was sr gebeurd Er is gewoon wat grotere kantoorruimte in de tekening opgenomen. Met die goedkeuring en het omleggen van de gasleiding, want dat gaat natuur- lijk gewoon standaard verder, besloot het echtpaar op 4 september 1989 de transportakte te laten doorgaan bij notaris Aerden. Wat gebeurt er op 6 november De heer Van den Hooven denkt, we hebben op 4 september die grond gekocht, we zitten behoorlijk op lasten, laten we in november - dus twee maanden later - eens gaan informeren wat er eigenlijk aan de hand is. Wat blijkt Bij bouw- en woningtoezicht wordt medegedeeld dat het plan weer teruggehaald is naar stedebouw want inmiddels blijkt het hoofd terug te zijn van vakantie en uiteraard wordt de goedkeuring wederom onthouden. Dit betekent, dat als deze mededeling eerder gedaan was dat ook die teke ning niet voldeed aan de voorwaarden, niet tot aankoop zou zijn overgegaan. Als ik dan kijk naar de overwegingen die het college geeft, de overwegingen waarbij men zegt een ambtenaar kan in feite geen toezegging doen, want het hele college moet die toezegging doen anders is het niet rechtsgeldig en bovendien zitten we ook nog met wetgeving op dit terrein, dan denk ik dat dat formeel een juist standpunt is, maar dat er ook nog zoiets bestaat als een materiële schuld omdat er wel toezeggingen zijn gedaan. Een burger van deze stad kan nu eenmaal niet van buiten zien welke toezegging wel en welke toezegging niet rechtsgeldig is, of u zou alle ambtenaren van deze gemeente moeten voorzien van een sticker waarop staat wij mogen geen toe zeggingen doen. Naar aanleiding van al deze feiten vraag ik mij af wat er gedaan is met de suggestie om de grondverkoop ongedaan te maken en ervoor te zorgen dat voor de vele duizenden guldens schade die door de betrokkene geleden zijn enige vergoeding toe te kennen. Ik wijs erop in de uitspraak die gedaan is naar aanleiding van het ingediende beroepschrift, waarin staat dat de voorzitter op korte termijn contact zal opnemen met de familie een acceptabele oplos sing te vinden. Ik wil weten wat de voorzitter, zijnde de portefeuille houder ruimteljke ordening omtrent die acceptabele oplossing in deze raad mee te delen heeft. De heer VAN DER KALLEN: Het verhaal van de heer Bolsius aanhorende denk ik dat we hier inderdaad stappen moeten ondernemen naar dit slachtoffer toe. Kenmerkend van de slachtoffers is eigenlijk dat die man of vrouw niet kan weten wie wel en wie niet bevoegd is. Als hij of zij spreekt met een - 31 - ambtenaar die de plannen bestudeert en dan min of meer te kennen geeft het komt nu allemaal wel in orde en betrokkene op grond daarvan tot koop overgaat, dan denk ik toch dat er een zekere verwachting is gewekt en dat je die verwachting als overheid niet zomaar mag beschamen. Als je dat wel doet denk ik dat er wel degelijk een tegemoetkoming in^ de kosten voor zou moeten staan. Ik vind het inderdaad heel merkwaardig dat dit bezwaarschrift zo wordt afgewezen zonder dat al duidelijk wordt gemaakt op wat voor wijze de gemeentelijke overheid de betrokkene in de kosten tegemoet zal komen. De heer RONNES, wethouder: Ik denk dat het goed is voor de goede orde om vast te stellen dat het gaat om het weigeren van een bouwvergunning. Op dat aspect zal ik dus in ieder geval ingaan. Waar wij in de commissie ROSOW een besloten nazit hadden geregeld, een besloten deel van de vergadering, om juist over dit onderwerp te spreken^ denk ik dat u mij niet kwalijk moet nemen dat ik althans niet op allerlei details inga. Dat was ook de bedoeling van de besloten behandeling, dat weet u wel mijnheer Bolsius. •Je zou kunnen zeggen dat er in ieder geval van een wat vervelende, erg ver velende gang van zaken sprake is. Er is zeker onduidelijkheid geweest. Ik laat me niet uit over onjuistheden, maar er is wel onduidelijkheid geweest. Het is niet zo dat hier sprake is van meerdere diensten, zoals u enkele keren zegt mijnheer Bolsius, maar van de dienst stadsontwikkeling en De heer BOLSIUS: Meerdere afdelingen. De heer RONNES, wethouder: Ruimtelijke ordening, milieu, bouwvergunningen, dat behoort allemaal bij de dienst stadsontwikkeling en ook economische zaken. Daar zitten in de mondelinge contacten misschien wat onduidelijk heden. Die staan ook in de brief die u citeert genoemd. Ik wijs er echter op en dat zult u ongetwijfeld hebben geconstateerd, dat hoe ook de verantwoordelijkheid van de ambtelijke dienst in deze is ge weest het college, waar het dan gaat om de bestuurlijke verwoording van standpunten en argumenten, steeds correct alles precies heeft weergegeven schriftelijk zowel bij de start van de onderhandelingen, waar het ging over de grondverkoop, bij het passeren van de akte enz. onder welke om schrijving dit perceel valt. Dan blijkt dat waar men dacht een bungalow te kunnen bouwen annex een klein kantoor dat niet was toegestaan volgens het bestemmingsplan en ging het, heel kort gezegd, om bijzondere doel einden kantoren. Dat is de bestemming van dit terrein. Hoe het ook zij, dat is niet gelopen zoals kopers zich hadden voorgestel en uiteraard zoals B W zich ook dit soort zaken wat positiever denkt af te kunnen wikkelen. Op grond van het bouwplan, wat bevatte bungalow en kantoor in die bungalow, moesten wij de bouwvergunning afwijzen. Dat is gebeurd, ..k zeg het nu heel kort, op argumenten zoals genoemd, niet strokend met voorschriften van de bestemming. De heer NIJPELS: Dus niet vanwege de welstand De heer RONNES, wethouder: Dat hangt daarmee samen, dat begrijpt u. De heer BOLSIUS: Nee, nee. Het waren geen welstandsoverwegingen. De heer RONNES, wethouder: Welstand had inderdaad geen problemen m die zin. Dat klopt. Niet door welstand, maar op de bestemming van het gebie dat strookte niet met de voorschriften. De heer NIJPELS: Ik heb regelmatig de dienst welstand gehoord, die speelt toch wel mee daarin. De heer RONNES, wethouder: Daar is het een van de eerste keren uitdrukke lijk ook zo aan de orde gekomen. Ik wil graag een opmerking ^zwaa mi in toeze^ing in de hoorzitting bij ds behandeling van het bezwaa, - schrift. Ik ben die nagekomen. De mensen hebben mij gevraag o_ e moge

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 136