- 28 -
verhaal in eerste termijn toe te voegen. Ik ben blij met de toezeggingen
die gedaan zijn door zowel de wethouders van EZ als van ROSOW.
Het enige puntje waar ik dan niet zo erg tevreden mee was is dat het
college zal beslissen hoe belangrijk de informatie is die naar de raad
toe moet gaan. Ik denk dat de raad dat zelf wel kan beslissen.
De heer WESTERHOF: Voorzitter, wilt u die motie nog een keer voorlezen,
want die kennen wij niet.
De voorzitter leest de motie nogmaals voor.
De VOORZITTER: Ik heb een vraag aan de heer Bolsius. Betekent"nader
dient te worden bezien" dat u het mogelijk acht dat de samenwerkings
overeenkomst wordt opgezegd
De heer BOLSIUS: Het lijkt mij uitgesloten dat wij zodanig negatieve
informatie krijgen dat wij zouden besluiten tot opzegging
De VOORZITTER: De vergadering -wordt geschorst.
Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 22.05 uur.
- 2>9> -
22.10 uur.
De VOORZITTER: De vergadering is heropend. Wij zijn in afwachting van
voldoende exemplaren van de motie.
Ik heb in de tussentijd overigens begrepen uit het overleg dat we die
takken mogelijk ook aan de boom hadden kunnen laten.
De heer DEKKERS, wethouder: Ik heb van de schorsing gebruik gemaakt om
na te gaan wat precies de bedoeling was. De bedoeling van de raad is, denk
ik, om aan het college heel nadrukkelijk te vragen: Ga na of'de voorlichting
ten aanzien van de samenwerkingsovereenkomst tussen POMA en de gemeente
Bergen op Zoom verbeterd kan worden en ga in dat beraad omtrent de verbe
tering van de voorlichting tevens na of het tot de mogelijkheden behoort
dat er een keer contact ontstaat tussen de raad of misschien een commis
sie uit de raad en POMA om daar eventueel ook van gedachten te kunnen
wisselen. Uiteraard zal dat een aangelegenheid zijn die wij met POMA moe
ten bespreken. Het college heeft die bereidheid.
Als dat de intentie is geweest denk ik dat we elkaar op dat compromis
zouden moeten kunnen vinden.
De heer BOLSIUS: Gezien die intentie wordt de motie, na overleg met de
ondertekenaars, ingetrokken.
De heer AERTSSEN: Mijnheer Bolsius, dan wil ik toch even een vraag stellen.
U begon uw motie aldus te formuleren dat u kennelijk de samenwerkings
overeenkomst nader wilde bezien.
De heer BOLSIUS: De heer Aertssen heeft jammer genoeg de vraag met betrek
king tot dat onderdeel van de motie, die u mij heeft gesteld voorzitter
en waar ik antwoord op heb gegeven, niet gevolgd.
De heer AERTSSEN: Ik kan u inderdaad niet goed volgen op dit moment, mijnheer
Bolsius
De VOORZITTER: Dan denk ik -lat wij ook vrijwel aan het einde zijn van de
beraadslagingen over punt 21. Datgene wat u van het college wenst in de
toekomst is duidelijk. Daar waar het aan geschort heeft in het verleden,
daarover behoeven wij ons niet andermaal het hoofd te buigen.
Mag ik u dan voorstellen deze voortgangsnota voor kennisgeving aan te nemen
Ik denk dat het niet nodig is om nog eens te herhalen wat de toezegging,
die wethouder Dekkers heel duidelijk gedaan heeft, inhoudt.
Kunt u zich hiermee verenigen
Dan is aldus besloten.
22. Beroepschrift van de heer D. van den Hooven d.d. 18 december 1989 tegen
weigering bouwvergunning.
Voorgesteld wordt te beslissen conform het concept-besluit.
De heer BOLSIUS: Op mijn verzoek is dit punt eerder van de agenda afgevoerd,
omdat een in mijn ogen belangrijke brief van 18 november 1989 toen niet bij
de stukken lag. Die brief ligt nu wel bij de stukken.
Wie die brief goed leest, ziet wat iemand hier in Bergen op Zoom moet onder
gaan als hij een stuk grond wil kopen, daar een huis en kantoorbestemming
op wil vestigen en met welke verschillende diensten vanuit verschillend oog
punt en vooral ook zonder enig overleg onderling iemand te maken heeft.
Het lijkt mij dat het ondoenlijk is om deze 5 pagina's tellende brief van
november 1989 voor te lezen, ik heb er de belangrijkste punten uitgelicht.
Niet omdat het gaat om deze ene kwestie, maar omdat het mijns inziens gaat
over iets wat standaard in deze gemeente zou kunnen voorkomen.
Op 26 april 1989 wordt een bouwvergunning aangevraagd voor een huis met
een kantoorruimte erbij. Op 26 juni vergadert daar de commissie welstand
over.