vervolgens die gelden die een koppeling met zich meebrengen als het ware terugvloeien naar de gemeente, zodat de bedrijven zelf als het ware de realisering van dit project tot stand brengen. Maar uiteraard is de kans van slagen niet altijd helemaal in te schatten en derhalve is in de stimu leringssfeer de gemeente een tussenschakel. Het had ook een finale over eenstemming kunnen worden tussen instellingen en Hop Marjanneke gezamen lijk, maar dat is in de eerste fase een wellicht wat ingewikkelde weg. Vervolgens gaat iemand die door bureau Hop Marjanneke wordt aangesteld en in Bergen op Zoom gedurende 16 uur werkzaam zal zijn, aan de slag om de zoge naamde vraagouders met de zogenaamde gastouders in contact te brengen en te kijken of die twee partijen voldoende met elkaar overeenstemmen, anders gezegd of het klikt tussen de vraagouder en de gastouder. Als dat het geval is wordt er tot plaatsing overgegaan en is er sprake van een te sluiten overeenkomst voor de duur van een jaar. Wanneer mensen met elkaar een over eenkomst sluiten mag je redelijkerwijs verwachten dat overeenkomsten worden nagekomen. In de gastouder projecten in Nederland is het op dit moment, on danks dat de emancipatieraad daar opmerkingen over heeft gemaakt en verlangens heeft uitgesproken, volgens onze informatie zo dat de zaak daar geregeld wordt op basis van de voorwaarden zoals die ook in het stuk van Hop Marjanneke worden beschreven, gastouders worden betaald door de vraagouders. Daar is van een arbeidsovereenkomst, dus een rechtspositie, inderdaad geen sprake. Ik heb in de commissie Welzijnszaken medegedeeld dat er, voorzover ons bekend, één situatie is geweest tot nu toe waar men gewerkt heeft met rechtsposities, dus arbeidsovereenkomsten maar dat dat echter na korte tijd is komen stil te vallen en vervolgens is ook daar het gastouderproject gestart volgens de methode die thans in de stukken is beschreven. Recentelijk hebben wij echter vernomen dat kennelijk opnieuw ergens in het land een start wordt gemaakt om te kijken of het toch weer mogelijk is op basis van arbeidsovereenkomsten en daaraan gekoppelde rechtspositie deze vorm van kinderopvang wederom gestalte te geven. Wij volgen die ontwikkelingen met belangstelling en het is de commissie bekend dat de voorzitter van de commissie Welzijn en Emancipatiezaken heel nadrukkelijk heeft uitgesproken - en ik denk dat ik kan stellen namens het hele college - dat ook wij van mening zijn dat daar waar mogelijk er sprake zou moeten zijn voor mensen die arbeid verrichten voor goede rechtspositio nele regelingen. Dat laat onverlet dat mensen in dit land met elkaar afspra ken kunnen maken om, tegen een bepaalde betaling, over en weer diensten aan elkaar te verlenen waarbij ze er geen enkele prijs op stellen dat dat een kwestie is van in dienst treden ergens maar gewoon van simpel werk uitvoeren- Ik denk dat er dagelijks vele mensen zijn in Bergen op Zoom en daarbuiten die het zo doen. We waren immers van mening dat er iets aan de kinderopvang gedaan moest worden. Daar wordt met dit project aandacht aan besteed. Er wordt een eerste stap gezet om op korte termijn te voorzien in een beant woording van de vraag die er duidelijk ligt. In het stuk staat aangegeven dac in de loop van dit project gekeken zal worden naar haalbaarheid van andere, eventueel nieuwe vormen van kinderopvang in Bergen op Zoom. In de commissie is medegedeeld dat vanwege de op korte termijn vrijkomende kleuterschool Billrothstraat 2 dat één van de gebouwen is waar van de zijde van het gemeentebestuur zal worden gekeken of het mogelijk is daarin het kinderdagverblijf De Harlekijn te huisvesten. In dat pand zou het dan ook mogelijk zijn het aantal kinderen in het kinderdagverblijf te laten groeien. Overigens zij daarbij aangetekend dat een en ander ook op zijn financiële merites in de gaten gehouden zal moeten worden en dat Oortgelden slechts eerste mede stimulerende middelen zijn, slechts voor één jaar geldig. Wanneer een kind in een volgend jaar eveneens van kinderopvang gebruik maakt is voor datzelfde kind geen geld middels de Oortgelden beschikbaar. Dus zal het inderdaad een aangelegenheid zijn van werkgevers en werknemers. Hier en daar zijn geluiden gehoord dat er dan ook gekeken zou moeten worden of de gemeente nog verder zou moeten gaan met subsidiëring. Ik denk dat - 7 - het op dit moment nog te vroeg is om hierover wat te zeggen en dat wij wel voornemens zijn het huidige subsidiebedrag op het huidige peil te handhaven, maar dat verruiming hiervan toch een ruime en goede afweging vergt. Kijkend naar wat van de zijde van de P.v.d.A. in het amendement is ver woord zeg ik derhalve dat het zeker ook de aandacht van het college heeft en naar mijn stellige overtuiging ook in de toekomst zal hebben, daar heen te leiden als dat kansen van slagen heeft, maar ik ontraad de toe voeging van het amendement op dit moment, omdat dat zonder meer tot ge volg heeft dat opnieuw een discussie gestart moet worden en het nog maar de vraag is wanneer dan dit project in Bergen op Zoom van start zou kun nen gaan. Omdat het niet voorzien is, omdat de kosten mij niet bekend zijn, ik waag ook geen gok om te zeggen het gaat zoveel of zoveel meer kosten, ik waag: me daar niet aan. Ik kan het niet overzien, het is niet berekend omdat het in de praktijk, voorzover mij bekend, nauwelijks voor komt. Er is duidelijk sprake van een particulier initiatief waarbij de over heid, in dit geval de gemeente Bergen op Zoom, stimulerend bezig is door te zeggen wij sluiten een contract, wij nemen daarbij het risico van het eventueel mislukken van het geheel en instellingen hebben de mogelijkheid thans aan de slag te gaan om, als de raad ja zegt tegen dit project, hun werknemers in de gelegenheid te stellen zich bij het gastouder administra tief punt te -melden om op korte termijn, het zal toch altijd nog 1 sep tember worden naar het zich laat aanzien, te kunnen gaan werken aan de ver langde koppelingen. Daarvoor zijn op dit moment 16 zogenaamde koppelingen als het ware geclaimd van de door de heer Van Wijk genoemde instellingen Lie- vensberg, ABG en Vrederust. De consultatie van de belangstelling bij de medewerkers van de gemeente zal, voorzover mij bekend, op korte termijn plaatsvinden. Het is, dat ben ik met mevrouw Van Dort eens, naar mijn stellige overtui ging ook een vorm van kinderopvang die zeker kan wedijveren met andere vormen van kinderopvang. Toch kan ik me voorstellen dat er mensen zijn die een voorkeur hebben voor een bepaalde andere vorm van kinderopvang. Het doet echter niets af aan het feit dat er hier sprake zal zijn van een goede, adequate voorziening die eveneens gecontroleerd zal worden. Ik heb ook in de commissie gezegd dat willen wij gebruik maken van de Oortgelden het noodzakelijk is een verordening voor de kinderopvang vast te stellen vóór 1 oktober 1990 en onder die verordening zullen ook de gastouderprojecten gerekend moeten worden. Anders is voor die projecten een claim op het verkrijgen van de Oortgelden niet mogelijk. Derhalve worden er, naar mijn stellige overtuiging, voldoende waarborgen ingebouwd Nogmaals samenvattend zou ik de raad willen vragen dit project, waarvan wordt aangegeven dat het wordt gestart voor de duur van een jaarin de loop van het jaar zullen uiteraard de zaken nauwlettend worden gevolgd waarover in de commissie mededelingen kunnen worden gedaan,te accorderen.Daarna zal gekeken worden wie, als het gastouderproject in Bergen op Zoom olijft aanslaan, in het daaropvolgende jaar met deze taak belast wordt. Daarbij wordt geenszins uitgesloten dat dit een thans in de gemeente Bergen op Zoom opererende instelling voor kinderopvang is, maar ik wil daar ook niet van zeggen dat het gegarandeerd zo zal zijn. De commissie en de raad zullen daar dan uiteraard nog over komen te spreken. Het amendement zou ik, gezien de consequenties op dit moment en de ver tragingen en misschien wel algeheel stilvallen van het gastouderproject willen ontraden. De heer VAN DER KALLEN:Ik heb met belangstelling het betoog van de wethouder gevolgd. Ik krijg dat indruk dat er gelden zijn en we er dus gebruik van

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 124