-44- dat daar te veel sprake was van een etalagefunktie bij de ingang van een wijk, die wij ook vanuit de privacy voor de woonwagenbewoners een uitermate slecht gekozen plaats vonden. Het landelijk en provinciaal beleid dwingt gemeenten tot plaatsing in bestaande woonsituaties, want er moet integratie tot stand komen. Mijn frak- tie betwijfelt of op deze wijze een integratie überhaupt tot stand komt. Bo vendien moeten we onderkennen dat er vaak sprake is van een verstoring van een wankel evenwicht tussen groen en wonen. Er is dus altijd kwestie van zoeken naar de minst slechte oplossing. Welnu, het is een heel bijzondere dag om dit voorstel vandaag in de raad te hebben, want de landelijke Aletta Jacobsprijs is vandaag uitgereikt. De lan delijke Aletta Jacobsprijs is uitgereikt aan een vrouw, die baanbrekend werk heeft verricht. Het zou het gemeentebestuur dan ook sieren om in te spelen op de nieuwe situatie nu er een goedgekeurd bestemmingsplan ligt, koninklijk goedgekeurd na alle procedures, waar er duidelijk sprake is van 8.000 mJ en 17 standplaatsen. Dat betekent, dat we dan vanaf het begin kunnen zorgen voor een zorgvuldige invulling van die plaats, zoals we ook ervaring hebben opgedaan in Noord, waar wij eerst zijn begonnen met het aanleggen van een woonwagenlokatie en toen pas de bewoning naderbij hebben laten komen. Dat betekent dat je dan veel beter rekening kunt houden met alle omgevingsvaria belen. Ik zou dus ook willen dat het gemeentebestuur dit besluit terugnam. In ieder geval als ze het niet terugneemt, de D'66-fraktie zal dit voorstel niet steunen. De heer V.D. KALLEN: Ik zal niet de commissie RO overdoen. De BSD wijst dit voorstel af. Kernwoorden daarbij zijn, wensen woonwagenbewoners, slechte lokatie ten aanzien van geluidhinder, geen aantasting groen ter plekke, geen aantasting speelmogelijkheden ter plekke, de lange te verwachten procedures, mogelijke hoge planschades en mogelijkheden op de Bergse Plaat. Toch ben ik wederom in deze raadsvergadering een beetje geschrokken van wat er gezegd is. Want wat moet je nu aan met een meneer Westerhof zie zegt tegen het college, ga op zoek naar lokaties, die minder ongeschikt zijn als deze. Dus ze mogen wel ongeschikt zijn om geschikt te zijn voor woonwagen bewoners. Tot slot, ik denk dat Aletta Jacobs, waar deze straat naar genoemd is, als Nederlands femeniste, voorvechtster voor minderheden en minder ver mogenden, niet blij zou zijn met wat er in deze procedure allemaal is gezegd en fout gegaan. Ik verzoek het college in het vervolg, zoals de woonwagen bewoners ook al hebben aangegeven, de procedure te laten beginnen bij o.a. de wensen van de woonwagenbewoners, zodat niet alleen beslist wordt over hen maar ook met hen. De heer RONNES, wethouder: Geen geringe opgave om tegen zo'n grote meerderheid op te moeten boksen, maar ik stel er prijs op om toch een aantal dingen namens het voltallige college aan u door te geven. Er is door velen buitengewoon veel tijd, aandacht en energie besteed aan het voorkomen van de realisering van standplaatsen voor vier woonwagens aan de Aletta Jacobsstraatzowel in de kring van omwonende burgers als in die van de politiek. Het college heeft daar ernstig rekening mee te houden. Ook mag niet onvermeld blijven, dat in voorgaande discussies, geluiden van instem ming waren waar te nemen. Het volgende wil ik er nog aan toevoegen. Het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid, vastgelegd in het VOP, vastgesteld juni 1989, dat aansluit op het rijks- en provinciale beleid inzake de vestiging van de woonwagenstandplaatsen, waarbij het gaat om spreiding, waarbij het gaat om kleine kampen en om een situatie waardoor de integratie bevorderd kan worden. In dat volkshuisvestingsplan is afgesproken dat er 9 standplaatsen op de Bergse Plaat zouden komen en 8 daarbuiten. Dat laatste was natuurlijk, en dat is bekend, omdat er van de zijde van de provincie met grote druk op het college is aangedrongen dat er, eigenlijk al voor 1 -45- januari 1988, standplaatsen dienden te worden gerealiseerd. Daar tussenin is het beleid van deze gemeenteraad vastgesteld en waarvan het college vindt dat er geen reden is om daarvan af te zien. De planologische aspekten. Het voorbereidingsbesluit is er voor om de bc stemming verkeer, die nu op dit bestemmingsplan rust, te wijzigen, het voor nemen althans daartoe, in wonen. Het gaat om een gebied, grenzend aan de rand van een woonwijk met alle integratiemogelijkheden die daarbij horen en waarbij het groen in overvloed aanwezig blijft en openbaar blijft, en dus ter beschikking van ouderen, jongeren en honden zelfs, als u dat verkiest. Maar niet, dat zij toegegeven, met dit 'gazon', want dat zou bewoond dienen te worden in de ogen van het college. De tegenstanders zeggen, nog steeds planologisch gesproken, dat we naar het Markiezaat, de Bergse Plaat moeten. Het college vindt dat dit het beleid op zijn kop zetten is. De planning, zoals die ter hand is genomen met de partners ABP en Rabo, geeft aan dat het eigenlijk nu nog niet in de reden ligt om daar nu reeds plaatsen te creëren. Maar wat niet is, zullen anderen zeggen, kan nog komen. Maar het college is de mening toegedaan dat dat nu nog niet kan. Nogmaals, onder de druk van GS moesten we wel. Het duldt geen uitstel om nog 4 standplaatsen voor woonwagens te realiseren. Het maatschappelijk opzicht. Het college constateert dat de druk groot is. Omwonenden zijn tegen, misschien daarom ook wel langzamerhand de woonwagen bewoners zelf. Er is een brief van pastorale werkers, medewerksters van het woonwagenwerk en een opbouwwerker, die zeggen zich te schamen dat woonwagen bewoners niet welkom blijken te zijn. Hebben zij misschien gelijk als ze zeggen, ik citeer: Jammer genoeg hebben zowel de politiek als de proteste rende wijkbewoners zich niet de moeite getroost, kennis te maken met de mo gelijk nieuwe buurtbewoners, uit onwil of uit schroom. Einde citaat. Natuurlijk is het buitengewoon belangrijk je als bestuur, als college, af te vragen, moet je voor deze druk wijken of moet je de druk weerstaan? Het college heeft gemeend de druk te kunnen weerstaan, gezien het feit dat zij van mening is, ook vanuit bestuurlijk opzicht, dat er een verantwoord nood zakelijk beleid heeft plaatsgevonden, weergegeven in deze lokatiekeuze, en dat dat ook consistent is wat betreft het volkshuisvestingsbeleid. Waartoe ook deze doelgroep een beroep op het bestuur kan doen. Niet alleen vanwege dit gemeentebestuur maar ook gezien het beleid op provinciaal en rijks niveau. Waarom zouden wij van dit beleid afwijken? Zijn het dan toch opportunistische, toch pragmatische redenen? Ik denk dat we elkaar die spiegel dan maar eens moeten voorhouden. Het moet de betreffende doelgroep, de woonwagenbewoners, toch pijn doen, nu niet een stukje woonwagennoodhuisvesting van woonwagenbewoners opgelost te zien? Wat zijn nu werkelijk de zakelijke argumenten, behalve wat ook mevrouw Noorman zojuist zei, wij zijn tegen. Maar het waarom heb ik niet gehoord. Wat zijn de zakelijke argumenten, waardoor dit voorstel niet door de beugel kan? Misschien moeten wij ons wel afvragen of het blamerend is voor deze raad om de zo te verwachten protesten naar de Bergse Plaat op te schuiven. Ik zeg het maar hardop, en wie blijven de dupe, als we niet snel 4 lokaties realiseren? Het college heeft met overtuiging dit voorstel aan u voorgelegd en rekent op een waardige beoordeling. Voorzitter, ik denk dat ik daarmee op een aantal concrete vragen van sprekers ben ingegaan namens het college. Waar het gaat over het groen. Het is juist, in zekere zin verdwijnt er wat groen, maar dat weegt niet op -en ik denk dat Mevrouw Dirker daar gelijk in heeft, het college vindt dat ook in ieder geval- tegen het keuze maken in de belangenafweging tussen wonen door woonwagenbewoners, dan wel het behoud van dit stukje groen. In dit geval zal dat in het belang van de woonwagen bewoners uitvallen wat het college betreft. Meneer Westerhof. Ik denk dat het een misvatting is om te zeggen dat we daar

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 110