-10- comprimeren tot 2 bladzijden met stellingen met toelichting. De eigen fraktie was niet enthousiast, de andere frakties namen het niet over. Het is ook veel moeilijker je doelstellingen kort en kernachtig weer te geven dan een lang betoog te maken. Het een aantal jaren gebruikte systeem, waarbij de eerste termijn en het antwoord van het college schriftelijk werden uitge wisseld, was mijns inziens in ieder geval te prefereren en spaarde college en raad tenminste een saaie voorleesmiddag en -avond. Over levendig debat gesproken. Nu er het hele jaar door nota's verschijnen over diverse plannen en beleids uitgangspunten, stukken die degelijk en uitputtend behandeld worden in commissies en raad, wordt de betekenis van de algemene beschouwingen toch zo langzamerhand een stuk folklore, die door de ontwikkelingen achterhaald lijkt. Ik wens de nieuwe raad veel wijsheid toe bij het realiseren van een opzet die beter past bij deze tijd. Tot zover, voorzitter. De heer V.D. STOEL: Wellicht, als de heer Westerhof toch die lange sessie moet doormaken, dat hij kan proberen bij anderen opendeuren te tellen, maar dat horen we dan wel als dat het geval is. Deze algemene beschouwingen zijn naar de mening van de VVD-fraktie hoogst eigenaardig. I. Alhoewel met een begrijpelijke verklaring is de begroting rijkelijk laat, in feite te laat. II. We spreken over een begroting, waar deze raad nog 3 maanden mee werkt. Een nieuwe raad kan gans andere wensen hebben, om niet te spreken over een -hopelijk- heel anders samengesteld college. Er zijn twee redenen waarom de VVD-fraktie toch de handschoen opneemt en de begroting bespreekt: a. Beleidsmatig is het nu het moment voor een terugblik op de afgelopen vier jaar, en b. is het interessant èn relevant om er inzicht in te hebben, zowel voor de raad als voor de kiezers om de positie van de diverse partijen gemarkeerd te zien. Het vorengaande betekent voor de VVD dat we op een selectieve manier de begroting behandelen. Alleen op punten die we op dit moment saillant vinden, gaan we in. Terugkomend op wat ik zei onder a.de terugblik, het volgende. Toen dit college, waar de VVD was buitengehouden, aantrad, sprak de VVD over een te voeren constructieve oppositie. We menen dat ook gedaan te hebben. Kritiek waar het terecht was, bijval waar het noodzakelijk was. We konden toen nog niet vermoeden dat het college zo'n spoor van vernietiging achter zich zou laten. In de continuïteit van een rijdende trein is veel gewoon doorgegaan. Op enkele hoofdpunten is er creatief werk geleverd. We denken dan bijvoorbeeld aan de aanleg van de randwegen, de voortgang van een nieuwe begrotingsopzet het realiseren van een theater en de reorganisatie van het apparaat. Maar de oppositie had in 1986 niet kunnen dromen van zo'n vechtcollege. En om eenieder uit de droom te helpen, de VVD is er niet blij mee, integendeel. Zou het vechten dan nog sportief gaan, om zaken; over en sluiten en op naar de volgende ronde, dan was het nog redelijk geweest. Maar wat gebeurde er écht, vooral achter gesloten deuren? Traag verlopende ruzies -en bijna continue-, gepaard gaande met menige uitstelmanoeuvre. Direkte resultaten: veel bestuurlijke onrust, vertragingen, een onzeker ambtenarenapparaat en voer zover het uitlekte: veel smeuïge verhalen in de media. Van bestuurlijk verantwoordelijkheidsgevoel bleek niet veel: stammen- oorlogen tussen portefeuillehouders, wantrouwen en een burgemeester en een secretaris, die regelmatig de wanhoop nabij moeten zijn geweest. De idee, dat gezamenlijk bestuurd moet worden, dat er stappen in eikaars richting gezet moeten worden, werd finaal losgelaten. En als er dan nog een -11 wantrouwende fraktie is die regelmatig terugroept, kunnen we op onze vingers uittellen wat dat allemaal oplevert. Kortom, onoplosbare, ook persoonlijke, tegenstellingen, waar alleen nog de kiezer een eind aan kan maken. De horizon is in beeld, 21 maart. Daarna hoopt de VVD van harte, dat kan getracht worden de schone taal uit het collegeprogramma 1986-1990 in werke lijkheid om te zetten. Dit slaat op de daar beleden loyale uitvoering door het college en bijvoorbeeld op de uitgebleven wijkcontactavonden. b. Enkele beleidslijnen in een willekeurige volgorde. Financiën Reeds eerder verwees mijn fraktie in positieve zin naar de voortgaande ver bouwing van de begrotingsopzet. Op dit gebied is èn bestuurlijk èn ambtelijk flink aangepoot en de uitgave van de begroting in een oogopslag beoordelen wij positief Pas na enige ervaring opgedaan te hebben, kunnen wij zeggen of de doeleinden meer inzicht en overzicht ook bereikt worden. Met budgethouders en vooraf geautoriseerde uitgaven is ook de politieke profilering van de raad minder mogelijk. Of die profilering op hoofdlijnen wél bereikt kan worden, als de concrete voorstellen nog ontbreken, moet afgewacht worden. Wellicht komen voor vele raadsleden en derden de consequenties van de besluiten te laat voor ogen te staan Op pagina 8 van de beleidseditie spreekt het college over de controle op de budgethouders. Letterlijk staat er: "Twee maal per jaar en bij de rekening moeten de budgethouders ons verantwoording afleggen voor hun inkomsten, hun uitgaven en de geleverde prestaties"De VVD gaat er vanuit dat u met ons verantwoording afleggen", het college bedoelt. Wij vinden dat te mager voorzitter. Wij zijn het er mee eens dat verantwoording wordt afgelegd door de budgethouders, we zijn het er mee eens dat dat twee maal per jaar en bij de rekening gebeurt, we vinden dat het aan college en aan raad dient te gebeuren, ra.a.w. de van de budgethouders ontvangen gegevens dienen in de commissie financiën ter discussie te kunnen staan. Cultuur Voor de VVD staan in het cultuurbeleid in de komende tijd drie zaken centraal. 1. Een goede accommodatie voor het creatief centrum, die de vergelijking met de muziek- en balletschool ook qua organisatie kan doorstaan. 2. De definitieve invulling van een museumnota. 3. Het helpen zoeken naar mogelijkheden voor ateliers voor kunstenaars. Emancipatie Emancipatiebeleid ging bij dit college niet van harte en dus weinig overtuigend. Ingrijpen van een van de coalitiepartners voorkwam, dat in de nota personeelsbeleid het emancipatoir aspekt in.de mist verdween, of nog erger, er gewoon niet was. Zeer dicht bij huis is gemeentelijk beleid te maken, namelijk in het eigen apparaat. Daarvoor verwijzen wij naar het rapport "Werkgelegenheid bij Gemeenten" dat verscheen in 1988 en werd uitgebracht door het college van Arbeidszaken van de Vereniging van Iederlandse Gemeenten, Bij de gemeenten steeg het aantal vrouwen, dat ze in dienst hebben, tussen 1982-1988 met 5%. 29,9% Van de vrouwelijke werknemers was goed voor ^.58,8% van de totale deeltijdarbeid. Gelet op het percentage deeltijdarbeid is het aandeel van vrouwen in het arbeidsvolume 25%. In het jaar 1988 alleen steeg het aantal deeltijdbanen met 5% en sinds 1982 steeg dit percentage met 54.6%. Kan het college mededelen hoe in Bergen op Zoom deze cijfers zich verhouden met de landelijke gemiddelden?

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 10