-38- Het college meent dat dat voldoende waarborgen inhoudt om in ieder geval rustig rijden te verzekeren. Maar wij zitten niet alle dagen in al die auto's, dus daarover hebben wij weinig macht. Laat ik er dat ook bij zeggen. Het binnenterrein. Wij beogen nu een doorbraak te maken bij pand nr. 21. Het binnenterrein wordt verhard. Dat zal zodanig dienen te worden ingericht, maar ook aangekleed, ik denk met name mevrouw Noorman als u spreekt over vandaalgevoelig, met een adequate verlichting -en dat zal buitengewoon belangrijk zijn, denken wij- en met het creëren van ruimte voor parkeren voor invaliden en belanghebbenden. Of onder die belanghebbenden hoteliers zullen zijn, daarover vindt nog overleg plaats. Ik zeg uitdrukkelijk dat dat nog geen uitgemaakte zaak is op dit moment. De bebouwing is inderdaad, meneer Aertssen, nu achterwege gebleven. Meneer van Es merkte dat ook op. Daarom, meneer van Es, omdat wij nu geen grond kunnen verkopen, zijn er ook weinig inkomsten en is het krediet nagenoeg even groot als het voorheen was. Bodemonderzoek, mevrouw v.d. Putte, dat heeft u terecht in het vorige stuk gelezen, heeft plaatsgevonden, dus dat blijft van kracht. Maar we vonden het nu niet zo relevant om het bij dit stuk op te merken. Dat komt terug wanneer die woningbouw op een ander moment aan de orde gaat komen. Wij willen dat namelijk in een wat breder verband nader bestuderen. Dat het daar voor auto's veiliger zou zijn dan voor voetgangers. Ik kan dat niet 100% garanderen. Dat is zeker waar. Maar het college meent dat er vol doende waarborgen zijn om objektief gesproken voor rust en veiligheid te zorgen. De paaltjes heb ik genoemd en het binnenterrein ook. Ik denk dat ik het daarmee heb beantwoord. De heer DEKKERS, wethouder: Ik zag de heer van Es bedenkelijk kijken. Het is namelijk zo dat uit het voorstel is geschrapt een eventuele voorgenomen aankoop die in het eerste voorstel zat. Vervolgens is daaruit verdwenen de eventuele sloopkosten die waren voorzien. En vervolgens is de opbrengst van de ondergrond van eventueel te realiseren woningbouw verdwenen. Dat alles bij elkaar maakt ongeveer het verschil van 4.000,-. De VOORZITTER: Dames en heren, wie van u mag ik het woord geven in tweede termijn? Mevrouw NOORMAN: Ik denk dat ik niet helemaal duidelijk genoeg ben geweest. De wethouder gaat er vanuit dat automobilisten zich aan de 30 km/u houden. Laten we dat hopen, de ervaring leert anders, maar het zal wel moeten. Maar er zijn behalve auto's, ook fietsers in twee richtingen. Bromfietsers, die daar, zoals te doen gebruikelijk, enorme zwiepers maken over de Potter straat. Ik blijf van mening dat het veel verstandiger is om het voetgangers gedeelte, het gedeelte waar mindervalide mensen zich wat veiliger voelen, te verhogen. Ik denk toch dat dat de beste oplossing is. Dan moet het rijdend verkeer maar genoegen nemen met een iets minder breed gedeelte om op te vertoeven. Het voetgangersgedeelte zou eventueel, om de wendbaarheid van de vrachtwagens te vergroten, een enigszins aflopend geheel kunnen hebben op die plaatsen waar dat nodig is. Maar ik blijf van mening dat een verhoging voor de voetgangers een veiliger gevoel geeft. Dus ik wil toch nadrukkelijk vragen of dat tot de mogelijkheden behoort. Voorts had ik een vraagje over de parkeerplaatsen voor invaliden. Ik heb begrepen uit het stuk, dat het vooral de bedoeling is om het invaliden mogelijk te maken om het theater te bezoeken. Dat daar ook de aansluitpun- ten, de toegangspunten tot het theater gemaakt worden voor de mindervaliden. Ik zie niet in waarom het niet mogelijk is om die 11 parkeerplaatsen voor belanghebbenden en eventueel invaliden open te stellen op het moment dat het theater bezig is en die belanghebbenden eventueel een sleutel te geven voor -39- een afsluitbaar hek. Ik blijf van mening dat je kunt verlichten wat je wilt, in de parkeergarage is ook alles goed verlicht en er vindt toch vandalisme plaats. Bovendien is dat een uitermate enge plek en daar heb ik u niet over gehoord. De heer AERTSSEN: In ben nogal onder de indruk van de technische gegevens die over ons uitgestort zijn door de wethouder, betreffende molgoten enz.. Maar ik denk dat het toch meer werk is voor de commissie en dat hebben we ook al een keer gedaan. Waar het hier vanavond om gaat, is dat er een opvatting is in de raad van een aantal partijen over de situatie in de Potterstraat. Ik denk dat dat van belang is. Persoonlijk vind ik het absurd om ten behoeve van een uitzonderlijke situatie, en het is wellicht het 1 keer arriveren van een grote vrachtauto die dan moet draaien en keren, een permanente onveilige situatie te creëren. Ik vind dat twee belangen die niet op een gelijk niveau liggen. Ik denk dat het belang van de voetganger en van andere verkeersdeelnemers bescherming behoeft. Bovendien denk ik dat ontwerpers een oplossing moeten bedenken, die de ver keersveiligheid al ingebakken heeft, zodat we niet met allerlei noodgrepen moeten proberen een veilige situatie af te dwingen. Ik doe dus nogmaals een dringend beroep op het college om deze oplossing nog eens goed te bekijken. Mevrouw V.D. PUTTE: De wethouder stelde dat er voldoende waarborgen waren voor rust en veiligheid in de Potterstraat. Nu is juist iedereen in deze raad van mening dat er daar geen waarborgen voor rust en veiligheid zijn. Ik denk dat het uitgangspunt van de wethouder anders moet zijn. Ga uit van de veiligheid van de voetganger en bedenk dan pas je plannen. Die 30 km/u waar u op wijst. Er is geen controle, dus de 30 km/u is een wassen neus. Iemand, die regelmatig door de Potterstraat loopt, rijdt of fietst, ziet dat zich nauwelijks iemand daaraan houdt. De enige wijze waarop die 30 km/u misschien gehaald kan worden, is door meer drempels in de Potterstraat te leggen. Dan niet van die autovriendelijke apparaten die er nu liggen, maar echt wat gemener van aard. Voorzitter, 60 cm blijft er over voor de voetganger. Dat is niet erg veel. Daar kan de helft van Nederland misschien net langs, maar je moet daar zeker niet langs met een kinderwagen, invalidewagen of wat dan ook. Ik blijf er dus bij, ga uit van de veiligheid van de voetganger. Geef die eerst de ruimte en een oplossing en bekijk dan wat er over blijft voor het andere verkeer. De heer V.D. KALLEN: Ik ben het vrijwel geheel met het verhaal van mevrouw Noorman eens. De wethouder zegt wel, iedereen kent de wet en wordt geacht zich eraan te houden. Dat hebben we een hele tijd gedacht met de Grote Markt maar uiteindelijk hebben we die van voor naar achter moeten verpalen om enigszins af te dwingen dat er iets gehandhaafd wordt. Ik denk dat je er niet aan omtkomt om tot een goede combinatie, zoals de heer Aertssen al heeft gezegd van die draaicirkel van die vrachtwagen, te komen en toch de veiligheid van de voetganger te garanderen. Ik wijs die zogenaamde molgoten volstrekt af, want dat zijn in de winter, wanneer het in ons land eens wintert en er ligt sneeuw, echte beenbrekers voor bejaarden, want die hebben er geen erg in dat zij plotseling op iets stappen, waar ineens een afgang inzit en dan glijdt men weg. Dat is niet de bedoeling. Ik denk dat je naar de veiligheid van de voetgangers toe moet. Daar behoren helaas een heleboel mensen bij die slecht ter been zijn. Ik zeg helaas, enkel en alleen omdat ze minder ter been zijn. Ik denk dat je die veilig heid juist sterk moet benadrukken om te trachten ongelukken te voorkomen. Ik denk dat het voorstel van mevrouw Noorman er een uitstekende bijdrage in kan zijn. Met die ene plaats, waar die vrachtwagen moet komen, moet wel enigs-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 107