-32- steunen het amendement van de heer Cats. De VOORZITTER: Dames en heren, waar gaat de vraag op dit moment om. Over het materiële aspekt van de hele zaak bent u het eens. Het gaat om het formele aspekt en om de uitleg van het begrip vervanging. Daar is een vraag, die daaraan voorafgaat en die de heer Cats beantwoord wil zien. Of vervanging van schuttingen, die mogelijk niet door de eigenaar zijn geplaatst, maar tengevolge van de werking van het burgerlijk wetboek nu eenmaal eigendom zijn geworden van de eigenaar, in casu het GWB, of je in die gevallen van vervanging zou kunnen spreken. Als dat het geval is, zo is de stelling van de heer Cats, dan moet het ten laste gebracht worden van het onderhouds- fonds. Dat is een kant van de medaille. De andere kant is, dat van de zijde van het college door de heer Bakx verde digd is dat wij te maken hebben met een verbetering, die onder de werkings sfeer van artikel 10 van de huurprijzenwet zou komen te vallen. Dan hebben we te maken met een geval van geriefsverbetering, welke geriefsverbetering tengevolge van de werking van die wet nu eenmaal in de huur moet worden doorberekend. Waarbij dan overigens nog geldt dat je niet aan geriefsver- betering moet beginnen, voordat er overeenstemming bereikt is met de huur der. Dat zijn de kwesties. Wel, we hebben dat nu in voldoende mate besproken. Me dunkt dat de situatie zoals die ligt op zichzelf duidelijk is. Van de zijde van de CDA-fraktie is een amendement ingediend om het bedrag voor de schuttingen 130.000,- ten laste te brengen van het onderhouds- fonds. Dat amendement wordt gesteund door de VVD en door GB/S. Hetgeen, naar het mij voorkomt, op dit moment niet tot een meerderheid in deze raad leidt. Maar om dat te kunnen... De heer CATS: Ik weet niet wat de heer Nijpels doet. Mevrouw Noorman: 6 Plus 5 plus 4. De VOORZITTER: Ik heb 3 geteld. Mevrouw NOORMAN: Maar hier zit nog iemand. De heer NIJPELS: Ik tel niet meer mee. De VOORZITTER: Meneer Nijpels, u telt altijd mee, zeker als u om hoofdelijke stemming vraagt. Maar ik kan niet vaststellen uit het verleden dat u altijd met uw fraktie aan de overzijde hebt meegestemd. Dus ik laat dat even... De heer V.D. WATER: Laat dat misverstand ook opgeheven zijn. De VOORZITTER: Prima, meneer v.d. Water. Dames en heren dan moet ik consta teren dat 6 plus 5 plus 4 tot 15 en inderdaad tot een meerderheid in deze raad zal leiden. De heer V.D. KALLEN: Ik heb de heer Nijpels niet horen zeggen dat hij voor het amendement was. Dat wil ik dan wel graag horen. De VOORZITTER: Dat lijkt mij, deze constatering, wat te simpel en daarom dunkt me dat u dan een keer een hoofdelijke stemming van de zijde van uw voorzitter opgelegd krijgt. Dames en heren, het lijkt me dat het amendement iets verstrekkender is dan het voorstel van het college. Ik begrijp dat de casus op zichzelf duidelijk is, dat wij daar niet aan af of toe behoeven te voegen, dat u begrijpt waar het om gaat en dat dus een keuze gemaakt moet worden. -33- Overbodig om op te merken dat van de zijde van het college aanneming van het amendement wordt afgeraden. Heeft u behoefte om uw stem nog te verklaren? De heer WESTERHOF: Ik vind het een beetje moeilijk voorzitter om nu voor het collegevoorstel te stemmen, voordat De VOORZITTER: Het amendement komt eerst aan de orde. De heer WESTERHOF: Dan is het goed. De VOORZITTER: Ik heb gezegd, omdat dat verstrekkender is, althans dat heb ik geoordeeld. De heer van der Kallen wil zijn stem verklaren. De heer V.D. KALLEN: Ja, ik wil wat zeggen over de discussie. Wij hebben vorige week woensdag een verkiezing gehad. Er kwamen een heleboel mensen niet. Daarna zijn er allerlei analyses geweest waarom de mensen niet kwamen. Dat kwam voor een groot deel omdat de politiek voor die mensen onbegrijpe lijk is. Ik denk dat een radioluisteraar, deze discussie gehoord hebbende, absoluut niet weet waarover men nu spreekt. De VOORZITTER: Meneer van der Kallen, u moet uw stem verklaren, geen alge mene politieke beschouwingen houden. Ik vind dat dat bij stemverklaring in het algemeen geldt. De heer V.D. KALLEN: Ik zal tegen het amendement stemmen, omdat ik geen enkel risico wens te nemen met de gevolgen van dit besluit. Ik wens op geen enkele wijze dat er ook maar enig risico bestaat, waardoor de bewoners voor een huurverhoging zouden komen te staan. De VOORZITTER: Dank u wel. Andere leden van de raad die hun stem wensen te verklaren? Dan vraag ik aan de heer Dekkers of hij voor of tegen het amendement is. Tegen het amendement stemmen: de heren Dekkers, Ronnes, Bakx, Nijpels, de dames Lauwen, Ambagts, de heer Boogaart, mevrouw Dirker, de heer Aertssen, mevrouw Veraart, de heren Hagenaars, v.d. Kallen, mevrouw v.d. Putte, de heren Bolsius en Stuart. Voor het amendement stemmen: de heer van Kemenade, mevrouw Krijger, de heren v.d. Stoel, Smits, mevrouw Noorman, de heren van Es, v.d. Water, v. Wijk, Muller, P. Franken, mevrouw van Dort, de heren A. Franken, Cats en Wester hof. Dames en heren, tegen het amendement hebben gestemd 15 leden van uw raad, daarvoor 14, zodat het is verworpen. Ik mag aannemen dat u met het voorstel, zoals het thans luidt en door het college gebracht is, kunt instemmen. U wenst geen stemming, geen aantekening dan is aldus besloten. Voorstel inzake de behandeling van planschadeclaims met betrekking tot Kragge 2. Nr. SOB/18. De heer V.D. KALLEN: De kop van dit voorstel dekt helaas niet de lading. Dit voorstel inzake de behandeling van planschadeclaims met betrekking tot Kragge 2 behelst naar mijn informatie slechts de behandeling van planschade claims, voortkomende uit het Bergse bestemmingsplan Kragge 2. Ik neem aan dat ook de gemeente Wouw tot een instelling van een planschadebeoordelings-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1990 | | pagina 104