-101- ook in verband met grote zaken waar we het gisteren over gehad hebben, nog eens een keer te verwerken en dan toch nog op tijd, voor de algemene beschouwingen, de budgetprognose of t.w. een stuk begroting met hetgeen wat er in de komende jaren nog gebeurt, bij ons op tafel te brengen. Dus ik denk dat die kritiek dikwijls past maar in dit geval zeker niet. De opmerking die ik net hoorde, op deze wijze aan de raad voorleggen, daar kan onze fraktie niet mee accoord gaan. Wij hebben er alle waardering voor want wij hebben voor de beschouwingen van gisteren hebben wij erg veel informatie kunnen putten, ook uit de budgetprognose. In februari gaan we er inhoudelijk op in. De heer RONNES: Zo'n steun voor dit collegiale college dat doet hun goed volgens mij. De heer VAN KEMENADE: Meneer Ronnes, wij proberen redelijk te zijn. Als we kritiek hebben dan spuien we die maar als de kritiek niet gerechtvaardigd is wordt het ook gezegd. De heer STUART, wethouder: Ik ben blij voorzitter, dat de heer Ronnes mij de juiste woorden aanreikt. Dat drukt goed uit wat het gevoelen zou moeten zijn aan deze kant. Ik vind het inderdaad noodzakelijk om te kunnen handelen in voorkomende gevallen, zoals thans gebeurd is. Wij hebben gisteren uitgebreid stilgestaan bij falende procedures, daarvan gezegd dat zou niet langer het geval mogen zijn. Ik heb in de commissie financiën proberen uit te leggen wat de oorzaken zijn geweest bij de gang van zaken bij het aanbieden van deze stukken. Ik blijf van oordeel dat dat in bijzondere omstandigheden een keer mogelijk moet kunnen zijn. Ik roep u in herinnering dat de primitieve begroting, zelfs rekeninghoudend met artikel 298 van de Gemeentewet, tijdig gereed was. Dat het college daarna overlegd heeft met de commissie financiën om te zeggen, het is denken wij niet goed om thans weer te laten zien dat er in de primitieve begroting een aanzienlijk tekort zit, wat we dan vervolgens met elkaar weer vrolijk gaan wegwerken; nee, we hebben gezegd, laten we proberen om tot een sluitende begroting te komen. Daarbij waren dan nog externe faktoren van belang, zoals een mogelijke grongverkoop die in de raad van november heeft gespeeld. Pas nadat die zaken waren afgerond konden wij daadwerkelijk komen tot aktualisering en sanering van een begroting. Pas daarna als de schijf '88 is vastgesteld, kun je komen tot het doortrekken van dat beleid in de vorm van een budgetprognose. Daar zitten dan ook nog de feestdagen tussen enz., waar wij de datum van de raad in januari hadden afgesproken om die begroting te behandelen. In dat soort omstandigheden moet dat een keer kunnen. Het spijt me heb ik ook in de commissie financiën gezegd maar ik heb ook geprobeerd om in die vergadering, in grote lijnen maar toch tamelijk uitgebreid, aan te geven wat de inhoud van de budgetprognose is. Ik herhaal in antwoord op de heer Aertssen dat het niet zo zal zijn dat er in die budgetprognose wat te wijzigen valt, anders dan door een wijziging van de begroting '88 of kredietvoorstellen en weet ik wat nog meer. Men heeft daar een volstrekt verkeerd beeld van, een volstrekt verkeerde voor stelling van zaken. Een budgetprognose dient alleen maar om aan te geven of het beleid, wat in enig jaar wordt vastgesteld en wat ongewijzigd zou worden doorgetrokken, zou leiden tot overschotten, tekorten of tot enz.. Dat is iets wat het financieel toezicht moet weten of een vastgestelde begroting in enig jaar in de toekomst kan leiden tot voorspoed of tegenspoed. Dat is het instrument, niet meer en niet minder. Autorisatie van kredieten, autorisatie van andere voorstellen waar geld mee gemoeid is, vindt niet plaats door het vaststellen van een budgetprognose. Men heeft daar -en ik herhaal het- een volstrekt verkeerde voorstelling van -102- zaken van. Het enige wat de raad bij het vaststellen van zo'n budgetprognose doet, is aan het toezicht en aan jezelf uiteraard kennisgeven van het feit dat het ongewijzigd doortrekken van het vastgesteld beleid uit de eerste jaarschijf, tot een beeld op de toekomst leidt. Het enige concrete wat wij daar in plegen vast te stellen is, dat wij in dat beeld naar de toekomst accepteren dat er 200.000,- per jaar struktureel wordt toegevoegd aan het budget voor nieuw beleid. That's it. En een heel jaar lang zijn wij op welk moment en in welk gremium dan ook in staat en bevoegd om over kredieten, wijzigingen van begrotingen enz., te spreken. De VOORZITTER: Dames en heren, mag ik u dan voorstellen dit stuk voor kennisgeving aan te nemen en daarover in de commissie financiën in februari andermaal over te spreken. Mocht dat tot voorstellen, tot verandering op de wat langere termijn leiden, dat we dat bij wijze van nota van wijziging in die raad voorgelegd krijgen. Kunt u zich met de inhoud en de procedure verenigen, wenst u geen stemming of aantekening, dan is aldus besloten. 3- Vaststelling van de notulen van de vergadering van 17 december 1987. De VOORZITTER: De notulen van de vergadering van 17 december 1987 daarom trent hebben mij geen wijzigingsvoorstellen bereikt zodat ze zijn vastge steld. 4- Vogrjstel tot_hetverlengen van de__ "Tijdelijke, Verordening WWV-vervangende uitkering" tot 1 januari 1989 (le wijziging) (Verzameling 1988, nr. PZ/18) 5Voorstel J^othetwijzigen van artikel 26 vande_Uitkeringsverordening (17e wijziging) (Verzameling van 1988, nr. PZ/19) 6. VogxstejL_tgMt het,._wij_zigen,_van het Algemeen Ambtenarenreglement (44e wi jz. d^Wachtgel^erordening (13e wijz.(_de Uitkeringsverordening TÏ6e wijz) en de^ Verordening regelende het toekennen van een tegemoetkoming in bovenmati ge ziektekosten aan enkele groepen van IZA-deelnemers (4e wijz. (Verzameling 1988, nr. PZ/20) 7. Voorsteltothet wijzigen van artikel E 27van_het Algemeen Ambtenarenreg iem ent_[4 3e wijziging) (Verzameling 1988, nr. PZ/21). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 4 t/m 7 aangenomen. 8Voorstel tot vaststelling van de bedragen voor het iaar 1988, zijnde de vergoedingvoor_werkzaamheden en tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan het raadslidmaatschap. (Verzameling 1988, nr. AZ/14). De heer VAN DER KALLEN: Politiek is in mijn visie dienen, niet verdienen. In dit kader wijs ik dan ook deze verhoging van de vergoeding voor de raads- en commissieleden af. Ik mag de raad er ook op wijzen dat n.a.v. de commissie algemene zaken waar een aantal perspublikaties van zijn geweest, het toch een aantal burgers in het verkeerde keelgat is geschoten. Een aantal ingezonden brieven heb ik mogen aanschouwen in het Brabants Nieuwsblad die heel duidelijk de raad wijzen op de faktor eigenbelang. Ik ben in deze door een aantal burgers gebeld. In parodie op "men gooit parelen voor de zwijnen"

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1988 | | pagina 59