-99-
beleid per jaar wat de raad zou moeten accorderen, niet of nauwelijks aan de
orde, zeker nu de begroting '88 is vastgesteld. Want wat doen wij met een
budgetprognose? Wij stellen de eerste jaarschijf vast d.m.v. het vaststellen
van een begroting en brengen vervolgens in beeld wat over de 4-jaarsperiode
het doortrekken van dat vastgestelde beleid, in cijfers uitgedrukt,
betekent
Als u daar in de loop der jaren door begrotingswijzigingen enz. wijzigingen
in aan wilt brengen, dan is dat uiteraard het volste recht van de raad maar
dan zal dat moeten gebeuren n.a.v. besluitvorming wederom in de raad.
Normaal gesproken doe je dat aan de hand van aktualiseringen van begrotingen
en het volgend jaar wanneer de begroting '89 aan de orde is. Tenzij -en er
is een voorbeeld genoemd in de begrotingsbehandeling- bijvoorbeeld zo'n
kwestie als de afvalverwerking zou nopen tot het aanvaarden van budgettaire
consequenties. Dan moet je met elkaar overleggen hoe dat gaat.
Voor wat betreft de procedure van goedkeuring van een begroting -en daarom
is het nodig om vanavond die budgetprognose toe te voegen aan het pakket van
de begrotingsstukken- voor wat betreft het goedkeuren van de begroting door
GS, is het nodig dat GS die begroting tegen de achtergrond van een meerja
renperspectief kan stellen. Als dat niet kan, dan zou geen behandeling, laat
staan goed- of afkeuring van die begroting plaatsvinden. Uiteraard is daar
enige snelheid bij gewenst omdat we om de bekende redenen met het
vaststellen van die begroting ook al weer laat zijn.
Ik ben het dus inhoudelijk volstrekt eens met degenen die niet met het orde
voorstel willen meegaan. Inhoudelijk, beleidsaspecten, daar kunnen wij niet
alleen in de maand februari in de commissie financiën over spreken maar op
elk door de raad gewenst moment kunnen we daar over spreken.
Met zo'n prognose doen we niets anders dan contouren schetsen, voortgezet
ongewijzigd beleid in guldens uitdrukken over een periode van 4 jaar. Niet
meer en niet minder. Daar kunt u dan wijzigingen in willen aanbrengen maar
dan bent u bezig met de begroting '88 te wijzigen. Dat is thans niet aan de
orde.
Voor wat betreft de opmerking van de heer Bolsius, is het misschien toch
goed om op te merken dat het gewicht van de pakketten inmiddels door 2
gedeeld is en dat de inhoud hetzelfde gebleven is, dat mag de relativiteit
van zijn opmerking over weegschalen wellicht wat aangeven.
De heer BOLSIUS: Dat maakt alleen dat ik mijn norm wat moet bijstellen. Ik
had normaal een norm van 50 gram per dag en die moet ik nu bijstellen.
De heer STUART, wethouder: Wij zijn het er over eens dat die weegschaal niet
meer terug hoeft te komen.
De VOORZITTER: Mag ik de heer Aertssen vragen of hij zijn ordevoorstel
handhaaft?
De heer AERTSSEN: Dat heeft geen zin voorzitter.
De VOORZITTER: Dan is de inhoudelijke behandeling van dit stuk aan de orde.
De heer AERTSSEN: Ik ben toch wat verbaasd over met name de heer Bolsius
maar ook anderen, de wijze waarop een aantal mensen over de beleidsmatige
aspecten van deze nota heenstappen. Ik heb echter van de wethouder begrepen
dat wij volgende maand daar nog over kunnen spreken en zelfs wijzigingen
kunnen aanbrengen. Wellicht dat we daar gebruik van zullen maken. Wij
tekenen wel protest aan tegen deze situatie. Het was volgens ons niet nodig
geweest om op deze wijze de stukken aan de raad voor te leggen. Anderzijds
heeft u gezegd, het is nu eenmaal de procedure die ons dwingt om die zaak
tegelijkertijd met de begroting aan GS voor te leggen. Dat brengt ons in de
-100-
situatie dat wij, onder de nodige druk en met protest tegen de gevolgde
procedure, in zullen stemmen met de budgetprognose. Met de kanttekening dat
wij volgende maand daarop in de commissie financiën nog terug zullen komen.
De heer VAN DER KALLEN: Ten aanzien van de budgetprognose 1988-1991 kan ik
kort zijn. Ik neem hem voor kennisgeving aan. Het enige wat ik er over kwijt
wil is dat ik het niet realistisch vind dat niet nu reeds aangegeven wordt,
dat afwerking van De Kragge aanzienlijke lasten met zich mee zal brengen,'
waar tegenover slechts een beperkte voorziening staat. Die lasten kunnen
zelfs zodanig zijn, dat het met vertrouwen tegemoet zien van de komende
jaren, omdat de budgetperiode 1988-1991 slechts een tekort aangeeft van ca.
300.000,- t.o.v. een tekort van 12 miljoen voor de eerste budgetprognose
1984-1987, in mijn ogen je reinste zelfbelazerij is. Daar het mogelijke
verschil tussen de reservering voor de afwerking van De Kragge en de
werkelijke kosten daarvan wel eens 10 miljoen zou kunnen zijn. Ik vind het
dus ook merkwaardig dat in de budgetprognose staat dat er zowel baten als
lasten van De Kragge kunnen komen.
De heer VAN ES: Het doemdenken van de vorige jaren heeft een einde genomen.
De budgetprognose 1988-1991 heeft als gevolg van een aantal door u reeds
genoemde redenen een veel rooskleuriger beeld dan in het verleden werd
voorzien. Een en ander is natuurlijk relatief. Het gehanteerde rentepercen
tage kan aanmerkelijk wijzigen. De uitkomsten van De Kragge problematiek
liggen nog in het duister. De laatstgenoemde faktor is ook in de vorige
prognose niet meegenomen. Daarom is het betere beeld voor de toekomst reëel
ten opzichte van de vorige prognoses. Dat de absolute uitkomst in de
toekomst minder positief zal uitvallen, als gevolg van genoemde faktoren,
waar bovendien eventuele lasten van het hele Markiezaatsgebeuren nog
bijkomen, lijkt waarschijnlijk. Evenwel met dit in het achterhoofd is de
door u gepresenteerde budgetprognose voor ons acceptabel in zijn huidige
vorm. Een aantal punten waar wij natuurlijk problemen mee hebben zijn de
kosten voor SKW en de eventuele kosten die samenhangen met het bebouwen van
de Bergse Plaat.
De heer BOLSIUS: Ik mag in herinnering roepen, nog maar korte tijd geleden
dat de portefeuillehouder rondliep met grote rimpels, problemen, de zaak was
niet te dichten. Inmiddels heeft hij een ander soort rimpels, ze zijn niet
minder diep geworden maar hij heeft nu een probleem, hoe beleg ik mijn geld.
Ik denk dat we allemaal blij kunnen zijn over het feit dat dat op dit moment
het probleem is. Ik wens hem wat dat betreft dan ook nog veel verdieping van
die zorgen toe.
Voor wat betreft de eerste kolom begroting 1988 van de budgetprognose hebben
wij gisteravond een besluit genomen. Daar zal mijn vraagstelling in februari
zich niet op richten. Ik denk ook dat het verstandig is, gezien het feit dat
ook andere leden van deze raad de vragen die ze voor vanavond hadden
opschorten tot de commissievergaderingen over de kolommen 1989, 1990 en 1991
want daar liggen namelijk ook beleidsoverwegingen aan ten grondslag, om die
op te schorten tot de februarivergadering. Verder mag ik in herinnering
roepen dat ook een voorjaarsnota altijd een heel mooi instrument is om een
budgetprognose indien nodig bij te stellen.
De heer VAN KEMENADE: De woorden van mijn voorganger, de heer Bolsius, die
onderschrijf ik. Inhoudelijk gaan we in de commissie in februari over de
budgetprognose spreken. Toch beluister ik hier en daar een beetje kritiek
die een beetje lijkt op hetgeen o.a. mijn fraktievoorzitster verwoord heeft
op het te laat en onvolledig toezenden van stukken. Ik denk -en dat mag ook
wel eens gezegd worden- dat dat nu juist niet het geval is want de porte
feuillehouder heeft geprobeerd om alles wat hem aan gegevens nog bereikte,