-86- dat b.w.v.spreken de entreegelden de 50.000,- overschrijden, dat ook dat element mee zou mogen spelen -buiten eventueel het anders benutten van een bepaalde uitgavepost om de tentoonstelling een goed gestalte te geven- of dat meerdere van de inkomsten daarvoor benut zou kunnen worden. Dat geeft de mogelijkheid om het een en ander nog eens een volledig jaar aan te zien, en in 1989 wellicht wat nadrukkelijker in te gaan op de suggestie die u hebt gedaan, om met zijn allen nog eens te bezien hoe dat budget van 25.000,- moet worden aangepast. Ik heb niet de indruk gekregen uit recente besprekingen met de museumstaf dat men tegen dat bedrag van 25.000,- aanhikt. Ik heb gezegd dat men er in geslaagd is, toch in belangrijke mate creatief, kosten van bepaalde zaken te drukken. Wanneer ook van die te vervaardigen catalogus de verkoop loopt zoals hij wordt ingeschat, heb ik zelf de indruk dat er voor het jaar 1988 geen knelpunten te verwachten zijn t.a.v. het tentoonstellingsbudget. Daarom zou ik willen ontraden om vanavond zo maar even te zeggen dat het van 25.000,- naar 50.000,- zou moeten. Mevrouw KRIJGER: Ik zou wethouder Dekkers toch willen tegenspreken. Ik vind het een beetje handjeklap wat we gaan zitten doen. U wilt een eventueel verhogen van het budget verschuiven naar 1989, en dan kijken of dat opgebracht kan worden uit de inkomsten van de entreegelden. Als u nu durft voor te stellen, met het minimale budget wat het museum heeft, dan moeten ze maar creatief zijn, dan kan ik u één ding verwijten, dat de creativiteit bij u in ieder geval niet te zoeken is. Wij zitten op dit moment met... De heer DEKKERS, wethouder: Zou u het met feiten willen staven dat creativi teit met mij niet te vinden is? Mevrouw KRIJGER: Dan zou u op een andere manier kijken of er mogelijk gelden vrijgemaakt kunnen worden dan alleen maar uit de toegangsgelden. En het nog eens een jaar verder stellen dan 1988, dan mogen we gaan kijken of het in 1989 misschien haalbaar is of het budget verhoogd kan worden. Ik denk dat wij -en daar staat mijn fraktie volledig achter- als wij door willen gaan met het promoten van het museum, het promoten van het Markiezenhof, de mogelijkheid in financiële zin ook moeten krijgen. Wat wij hebben gehad in '87 is niet haalbaar voor '88. Dat is in eerste termijn gezegd, in tweede termijn gezegd, ik zou alleen de ruimte willen aan het begin van '88 voor het museum het budget te verdubbelen. Het is een kwestie van creatief zijn, als het college dat dan niet heeft, willen wij best een suggestie doen. Er is een potje onvoorzien en er is een potje nieuw beleid. Dan is 25.000,- op een begroting van 155 miljoen, dacht ik niet onoverkomelijk. Dat is een kwestie van creatief willen denken. De heer DEKKERS, wethouder: Het betekent wel mevrouw Krijger, dat u het budget voor '88 exact zet op het budget '87 want toen was het 22.710,- plus een extra post van 25.000,-. Als u nu het bedrag optrekt naar 50.000,- dan is dat zelfs een grotere verhoging -het totale budget- want in '87 hadden ze nog niet eens de volledige beschikking over 50.000,-. Ik denk dat er in '88 minder tijdver- gende -van het eigen personeel en al dat soort zaken- tentoonstellingen Mevrouw KRIJGER: Misschien mag ik u er dan aan helpen herinneren dat ze geen 50.000,- maar 150.000,- tot hun beschikking hadden in 1987. De heer DEKKERS, wethouder: Dan blijkt dat thans niet uit de begroting voor zover ik kan nagaan. Maar ik heb geen ander materiaal ter beschikking. Mevrouw KRIJGER: We zouden het toch op prijsstellen om de mening van de raad hierin te horen. -87- De heer DEKKERS, wethouder: Ik denk dat u dat krijgt, na het die uitspraak van de raad te vragen. Ten aanzien van een dag per week gratis openstellen van het museum. Ik moet de raad ontraden daaromtrent een uitspraak te doen. Ik denk dat het museum op diverse manieren te bezoeken is. Er zijn een aantal mensen die vanwege hun lidmaatschap van "de vrienden van het Markiezenhof", hetzij door hun bezit van een museumjaarkaartbij gelegenheid van de open dagen die het museum diverse keren per jaar kent, het museum kunnen bezoeken zonder dat doorvoor betaald moet worden. Wanneer je daar een gratis dag aan toevoegt, moet je je wel realiseren dat dat ook tegelijkertijd betekent vermindering van inkomsten. Wij kunnen hier wel denken dat we daar heel simpel over doen en zeggen van, het komt allemaal niet zo nauw. Maar we zullen wel in de gaten moeten houden dat, ondanks dat we misschien het idee krijgen op basis van het feit dat we vanavond een sluitende begroting hebben, de budgetprog nose niet al te pessimistisch behoeft te worden beoordeeld, wij ons toch nog best zorgen mogen maken of wij in de toekomst de zaak sluitend kunnen houden. Het zijn niet allen wij, die grip hebben of onze huishoudportemonnee sluitend blijft. Ook van andere zijde zijn er denk ik nog steeds donkere wolken aanwezig, die zouden kunnen maken dat het enigszins positieve beeld dat voor '89 geschetst staat, omslaat in een negatief beeld. Dan vraag ik mij af of al die maatregelen, 25.000,- erbij, open dagen waarvoor mensen niks hoeven te betalen, of dat allemaal verantwoord is. Mevrouw KRIJGER: Wethouder, dan zou ik u toch willen vragen om eens te informeren bij andere musea, die hiermee zeer positieve resultaten hebben geboekt, door één dag ik de week -ik pretendeer niet dat dat 1 dag in de week moet zijn, het kan ook 1 dag in de 14 dagen- een open dag te houden. Dat verdient het museum op den duur terug. Het heeft een enorme p.r.-werking. Dat moet u maar eens informeren bij andere musea, ik kan u zo een hele lijst geven waar het bijzonder goed werkt. Het was een suggestie en het is niet de bedoeling om het museum nog in de rode cijfers te krijgen. Het was eerder een kwestie van, breng het museum naar buiten want dat is toch de bedoeling geweest van '87 en voor '88 in de toekomst De heer DEKKERS, wethouder: Ik denk dat wij met zijn allen willen streven het museum en het Markiezenhof naar buiten te brengen, maar het moet wel op een verantwoorde financiële wijze gebeuren. De heer van Wijk vraagt om anderen bij het onderzoek te betrekken t.a.v. de ouderenadviescommissie. Ik heb toegezegd dat wij dat hele gebeuren van zo'n ouderenadviescommissie willen bekijken en in dat kader kan dat denk ik worden meegenomen. De 2 moties. Allereerst onderwijs. De PvdA zegt in tweede termijn, levensvatbaarheid voor een openbare school aangetoond, willen wij die verantwoordelijkheid nemen om op de Bergse Plaat een openbare school te stichten. Ik denk dat het college, bij monde van mij in eerste termijn, duidelijk heeft laten weten dat ook wij dat voornemen huldigen. Ik heb gezegd: De standpunten binnen het college kennende, de standpunten van de raad kennende, mag worden aangenomen dat wanneer de cijfers dat uitwijzen in belangrijke mate naar het openbaar onderwijs zal worden gekeken. Overigens hebben we dat ook nog eens in een brief van 7 oktober 1987 aan mevrouw Krijger als lid van de commissie culturele zaken en onderwijs sport en recreatie, en aan de verening Openbaar Onderwijs medegedeeld -want daarin hebben we de zinsnede staan: Wij zullen in beginsel in het voorstel tot vaststelling van het plan van nieuwe basisscholen 1989/1990 t/m 1991/1992 een openbare basisschool in het Markiezaatsgebied opnemen. Wij gaan er van

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1988 | | pagina 51