-70-
laten plaatsvinden.
De heer RONNES: Voorzitter, bovendien heb ik straks heel collegiaal
wethouder Bakx horen zeggen -dus namens het college- dat er op dit punt nog
een aantal lacunes zitten en dat er helaas nog geen sprake is van een
integrale aanpak, dat er voornemens zijn om te komen tot een integrale
aanpak. Mij lijkt van ontzettend groot belang dat daarmee mogelijke tekorten
die nu gesignaleerd worden door de heer van der Kallen, worden opgevuld. Ik
het belangrijk dat ook op te merken.
De VOORZITTER: Dank u zeer, maar dat is meer een inhoudelijke opmerking die
u maakt. Ik probeer thans tot een procedurele aanpak van de zaak te komen en
nog een deel van de werkzaamheden van de gekozene te doen, voor zover die
aandacht heeft.
De heer RONNES: Ik maakte gebruik van de stilte.
De heer VAN DER KALLEN: Voorzitter, kan ik verder gaan? Ik zou de motie
willen handhaven omdat ik geen aanleiding heb te veronderstellen dat de
realisering van '87 reëel afwijkt van
De heer STUART, wethouder: Maar ik wel, wij hebben meer personeel gekregen
in 1987.
De VOORZITTER: Maar meneer van der Kallen, een motie handhaven, het is bij
mijn weten thans nog een virtuele motie, die zoals ik begrepen heb op deze
virtualiteit weliswaar steun van D'66 geniet. Mag ik u dan pragmatisch
vragen om hem mij in letters te geven zodat ik hem kan voorlezen en dat hij
deel uitmaakt van de beraadslagingen van dit geacht college?
Als u dat niet kunt, denk ik dat wij met iets niet bestaands -maar dat is
ongeveer hetzelfde als virtueel- te maken hebben.
De heer VAN DER KALLEN: Als u even wilt schorsen, komt dat voor elkaar
voorzitter.
De VOORZITTER: De vergadering is geschorst.
Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 20.44 uur.
De voorzitter heropent de vergadering om 20.50 uur.
De VOORZITTER: Dames en heren de vergadering is heropend. Mij heeft een
motie bereikt, ondertekend door de heren van der Kallen, van der Stoel en
Bolsius, die de volgende inhoud heeft:
De raad van de gemeente Bergen op Zoom in vergadering bijeen op 28 januari
1988, overwegende dat:
sprake is van achterblijvende aktiviteiten van de milieudienst versus het
takenpakket, besluit:
het college op te dragen op zo kort mogelijke termijn een totaalinventarisa
tie van benodigde materiële en personele middelen aan de raad voor te
leggen.
Ondertekend zoals gezegd door de heren van der Kallen, van der Stoel en
Bolsius in voldoende mate en maakt deel uit van uw beraadslagingen.
Ik heb de neiging om een moment te denken dat de motie toch gedurende de
schorsing een ietwat andere inhoud gekregen heeft. Wellicht hoor ik dat niet
op te merken. Dat was het meneer van der Kallen?
Dames en heren dan komen wij thans aan de beantwoording van de zijde van het
college in tweede termijn. Ik heb om te beginnen een tweetal vragen van de
-71-
heer Ronnes te beantwoorden bij de procedures. Mevrouw v.d. Putte heeft
daar ook aandacht voor gevraagd. De vorige keer hebben we afspraken daarover
gemaakt in de commissie AJZ. Ik stel voor dat al normaal het forum is, de
fraktievoorzittersof althans de vertegenwoordigers van alle partijen zijn
daarbij betrokken. Uiteraard wil ik u over allerlei procedures mee laten
spreken. Ik stel mij voor dat wij ons ook wel van de nodige ambtelijke
deskundigen laten begeleiden en vergezellen bij die vergaderingen om alle
produktie-procedurele problemen reeds op voorhand daarin geschakeld te
krijgen.
Op het terrein van de informatievoorziening heeft mevrouw v.d. Putte
gevraagd: Zorg je ervoor dat bij evaluaties de voorafgaande besluitsvorming
in voldoende mate toegankelijk is? Dat is bij deze gaarne toegezegd.
De heer Ronnes nodigt uit om reeds voor de hand liggende dingen en -
vooruitlopend op- de notitie over voorlichting ter hand te nemen.
Dat heeft natuurlijk voor- en nadelen. Je loopt daar waarschijnlijk altijd
mee hetzij in een bere- hetzij in een leeuwekuil. In beide plaatsen is het
ongelukkig vertoeven. Dus ik geef u daar een antwoord op wat ook zo'n beetje
daartussen het midden houdt. Daar waar hele ostentatieve herkenbare
voordelen blijken zoiets zeker niet moeten nalaten maar aan de andere kant
schrijf je zo'n nota ook niet om steeds stukje voor stukje -als ware het een
salami- te zeggen, we hebben dit en dat en dat al gedaan. Vervolgens is het
nut om zo'n nota te schrijven vrijwel komen te vervallen en dat verwijt
krijg je dan waarschijnlijk in deze vergaderzaal weer te horen.
De heer RONNES: Maar voorzitter, u bent vanmiddag en ook vanavond zo pragma
tisch ingesteld. Het zou kunnen zijn dat het nut van de kabelkrant er snel
kan blijken.
De VOORZITTER: Vindt u anders niet?
De heer RONNES: Daar heb ik het nu niet over.
De VOORZITTER: Ter verlevendiging van het debat mag ik die vraag toch
stellen? Maar ik zou niet specifiek op dat onderwerp in willen gaan. Als er
herkenbare en door allen herkenbare voordelen zijn, is dat natuurlijk op
zichzelf geen reden, alleen vanwege de bureaucratie van het tot stand komen
van een nota om te zeggen dat is de reden dat doen we niet. Het moet
inderdaad met het nodige pragmatisme worden benaderd.
De heer RONNES: Ik begrijp het goed dat u het met plezier overneemt.
De VOORZITTER: Wel, ik heb u gezegd in welke kuilen ik soms denk mij bij dat
soort overnames te bevinden.
Dan denk ik dat ik nog aan de heer van der Kallen moet zeggen, artikel 238
van de gemeentewet is natuurlijk een heel oud artikel. Het is geschreven in
de 50er jaren van de vorige eeuw toen Thorbecke met zijn toch wonderlijke
schepping van een provinciewet en een gemeentewet kwam, die het tot op dit
moment uithouden.
Het is denk ik veel interessanter om te kijken naar het voorontwerp van een
nieuwe gemeentewet, die aan u opdraagt -overigens evenzeer met een bepaling
van een termijn van orde- om voor november van het daaraan voorafgaande jaar
de begroting in de raad behandeld te hebben.
Die termijn van 4 maanden is daarmee reeds heel pragmatisch tot de helft
teruggebracht en ik zou mij kunnen voorstellen, dat wij ons naar de nieuwe
regelgeving richten, en daartoe hebben wij intern een aantal initiatieven
genomen.
Wat niet wil zeggen dat je dan vervolgens een wet van Meden en Perzen in het
leven hebt geroepen want ik vind dat we omtrent het moment van behandeling