-58-
Het door de heer Aertssen geuite vertrouwen in de milieuportefeuillehouder
dat hij de door diverse raadsleden aangegeven prioriteiten op dit terrein
ook tot de zijne zal maken, kunnen wij steunen.
De heer A. FRANKEN: De heer van der Velden heeft mij gevraagd wat ik precies
bedoelde met een onvoldoende gecoördineerde en planmatige aanpak van de
stadsvernieuwing. Ik heb in eerste instantie niet betoogd dat dit
onvoldoende zou zijn, wel dat het verbeterd zou kunnen worden. Delen van een
plan realiseren -heb ik gezegd- en er andere delen verpauperd bij laten
liggen, vind ik geen goede zaak.
Het moet wethouder van der Velden bekend zijn dat in deze stad plaatsen zijn
waar is gerenoveerd en waar de woonomgeving -op zijn zachtst gezegd- te
wensen overlaat. Ik zal geen straten noemen, dit om speculaties te voorkomen
want we moeten niet kopen tot elke prijs. Maar dit facet vraagt beslist de
aandacht van het college. Ook voor de stadsrenovatie die dadelijk gaat
gebeuren. Het lijkt mij geboden dat het college ook daar eens een keer naar
de woonomgeving kijkt van de thans te bouwen woningen. Laat deze
woonomgeving te wensen over, dan zal de lust tot kopen of huren van een
woning te wensen over laten met alle gevolgen van dien.
Wat ik ook bedoelde met een gecoördineerde aanpak is het best vergelijkbaar
met de manier waarop Deventer heeft gerenoveerd en hoe Maastricht het
aanpakt. We hebben dat zelf mogen aanschouwen. Het is een keuze tussen het
invullen van gaten en een beetje ad hoe beleid of een meer gecoördineerde
aanpak zoals in Maastricht gebeurt. Wethouder van der Velden stelde ook, dat
naar de mening van het college de aanpak van de Grote Markt dit jaar nog zal
moeten gebeuren.
Ik heb deze geluiden al eerder gehoord, ook vorig jaar. Ik zou graag gehoord
hebben dat het dit jaar ook beslist zal gebeuren.
De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Vorig jaar is zeer nadrukkelijk gezegd
dat de herstrating van de Grote Markt niet in '87 zou plaatsvinden om de ook
voor u bekende festiviteiten die dat jaar gehouden zijn en dat de aanvang
van de herstrating zal plaatsvinden in de loop van '88. Dat is heel
nadrukkelijk m.n. ook in de commissie besproken.
De heer A. FRANKEN: U zei in de eerste termijn: naar de mening van het
college. Ik wil heel concreet van u horen, gaat het ook dit jaar gebeuren?
Ik wil er u echt op vastpinnen.
Van wethouder Stuart heb ik vernomen dat de storting van 1,3 miljoen in een
organisatiereserve geen structurele zaak is maar wel doorgaat zolang wij dat
met zijn allen nodig achten. Daar kan ik mee leven want ook daarover heb ik
wel eens andere geluiden gehoord. Geen antwoord is er van het college
gekomen of de reorganisatie in financieel opzicht nu besparingen oplevert of
niet. Naar mijn mening was dit toch de doelstelling van de hele
reorganisatie. Het verbaast me dat geen van de collegeleden daarop enig
antwoord geeft.
Wethouder Bakx sprak naar mijn oordeel een beetje mollig over de Kragge. Ik
heb duidelijk gevraagd -en dat is essentieel- of heel de kwestie de Kragge
nu de begroting '88 en de budgetprognose al of niet kunnen beïnvloeden. We
stemmen vanavond over de begroting en dan dient dat duidelijk te zijn. Op
een duidelijke vraag past een duidelijk antwoord. Ik spoor het college aan
te bevorderen dat het geheel budgettair neutraal zal kunnen verlopen.
De heer RONNES: Mogen wij ook van wethouder Stuart een antwoord op die
vraag?
De heer A. FRANKEN: Ik heb het het hele college gevraagd.
-59-
De heer RONNES: U vroeg het aan meneer Bakx, maar het is financiën denk ik.
De VOORZITTER: De vraag is bij het college aangekomen.
De heer VAN DER STOEL: Ik zal reageren op een paar elementen op diverse
terreinen zoals die in de beantwoording hebben plaatsgevonden. In de eerste
plaats wilde ik namens mijn fraktie wat zeggen over het milieubeleid.
De heer van der Kallen herinnerde ons vanavond nog eens aan de toezegging in
de commissie AJZ dat over de formatie bij de afdeling milieu -en wat daar
allemaal mee te maken had m.n. de bemensing- wij nog zouden horen op niet al
te lange termijn. Dan denk je dat in de begroting daar iets van terug te
vinden is. Als er dan naar gevraagd wordt, verwacht je dan minimaal dat er
bij de antwoorden van het college op gereageerd wordt. De indruk hadden we
niet dat daar vanavond duidelijk een reaktie op kwam. We wilden dat toch nog
eens echt precies aan de orde stellen omdat naar onze mening - en we
herhalen dat voor de zoveelste keer- als je al te weinig toekomt aan de con
trole van de verleende vergunningen, je dan niet goed bezig bent. Het
blijft bij dit onderdeel van de gemeente altijd vliegen, rennen en draven om
te proberen aan de vergunningverlening toe te komen. Aan de controle komen
we naar onze indruk -en naar de indruk van meer mensen- nog te weinig toe.
We zouden dus graag van het college vanavond een uitspraak horen wanneer wij
daar concrete informatie op dat punt over kunnen tegemoet zien.
Op de tweede plaats, de wethouder milieuzaken zei vanavond dat er een eerste
milieu-inspekteur komt. Toen zag ik andere collegeleden wat verbaasd kijken
dus vandaar de vraag, komt hij wel of komt hij niet? In Amsterdam hebben we
tijdens de verkiezingscampagne een keer grote affiches kunnen zien hangen
"Schaeffer komt" en dat kwam ook niet helemaal uit. We zouden dus graag
willen weten wanneer die milieu-inspekteur kan komen, wat voor middelen hij
krijgt, er is in onze fraktie zelfs sprake geweest van Bakx ziet
De heer BAKX, wethouder: U heeft zelf de nota aanvaard waarin uw raad als
hoogste orgaan dat heeft uitgesproken. Het college dient daar gevolg aan te
geven.
De heer VAN DER STOEL: Toen u vanavond zei, er komt een milieu-inspekteur,
zag ik wat andere collegeleden op alle mogelijke manieren fronsen dus dat
deed bij ons de verbazing wekken, komt hij nou of komt hij niet? Vandaar de
concrete vraag, komt hij? Daar wil ik een antwoord op.
Op een ander terrein wilden we ook wat opmerkingen maken, waar de wethouder
welzijnszaken coördinerend emancipatiewethouder vanavond een antwoord heeft
gegeven wat terechtkwam op geen antwoordgeven. Ten overvloede voegt hij er
aan toe dat hij er niets aan toe te voegen had maar dat was ons ondertussen
al duidelijk geworden. We nemen voorzitter, deze zaak zeer serieus. U hebt
in het begin van de beantwoording vanavond opgemerkt dat u graag een goede
samenwerking met de raad wilt. Als nu een groot deel van de raad -of het nu
een stem meer of een stem minder is- iets per se graag wil, dan begrijp ik
niet hoe het college jarenlang zo'n wens zo nadrukkelijk blijft negeren en
uit de weg gaan.
Het niet willen erkennen dat het emancipatiebeleid een facetbeleid is wat op
alle terreinen betrekking heeft. Het niet willen terwijl u notabene zelf
als college iemand als coördinerend wethouder benoemt, de commissie
welzijnszaken op grond van druk uiteraard toevoeging welzijns- en emancipa
tiezaken geeft, als dan nog niet eens mogelijk is dat andere collegeleden
voor zover ze met emancipatie te maken hebben, daar eens over zouden kunnen
rapporteren -schriftelijk of mondeling- aan zo'n commissie, als dat allemaal
niet kan, begrijpen wij er niets van. Dat leidt tot twee voorstellen:
Of het college besluit om de titel coördinerend wethouder in te trekken want
die stelt dan echt niks voor.