-44- overzicht met de consequenties op lange termijn -zowel financieel als milieutechnisch- zullen komen. Op dit moment hebben we daar nog geen rekening mee gehouden. Als laatste punt op het milieugebied. Ik heb geconstateerd dat wij bij de milieutechnische bodemonderzoeken eigenlijk een stuk verder zijn gegaan dan wij formeel hoeven te doen. N.l. alleen onderzoeken in de gesubsidieerde woningbouw. Wij zijn een stuk verder gegaan. Dat betekent dat we daar prioriteiten zullen moeten stellen. Daarbij is het college duidelijk verant woordelijk voor het integraal bekijken hoe het milieugebeuren te kunnen optimaliseren. Dat wil niet zeggen dat er geen milieubeleid zou zijn, dat is er wel degelijk maar er zullen een aantal onderdelen geoptimaliseerd dienen te worden. D66 heeft de vraag gesteld: Wanneer kunnen wij de evaluatie van nota "een druppel op een gloeiende plaat" tegemoet zien? De evaluatie is wat dat betreft bijna afgerond, die kan er elk moment aankomen. In de commissie zijn in de loop der jaren steeds concrete voorstellen gedaan. U weet ongetwijfeld dat wij een aantal plannen al tot uitvoering hebben gebracht. We hadden eigenlijk afgesproken dat we na een jaar de boel zouden evalueren en ik u de stand van zaken zou geven. Ik kan u dat ook binnenkort toezeggen. De heer Nijpels heeft gesproken over het toewijzen van woningen waarbij ouderen hun voorkeur kunnen uitspreken, zelf bepalen op welk niveau ze kunnen gaan wonen. Het is nog altijd zo dat de voorkeur van mensen voorrang heeft. Er komen wel eens gevallen voor dat mensen precies in die straat en op dat nummer willen wonen. Dat betekent wel dat die soms heel lang moeten wachten. Zo ruim zitten wij ook niet in ons jasje en dat geldt ook voor de corporaties. In principe wordt er wel rekening gehouden met de wensen van de ouderen. U spreekt ook over de vervuiling op straat in relatie met een milieu-inspekteur. Deze is ook al een tijd geleden in de nota "Schoon Bergen op Zoom" aangekondigd. We hebben de eerste fase in feite ingezet. Dat betekent dat er op het industrieterrein een ploeg van het W.V.S. aan de gang is, de hondenopspooraktie is een tweede gevolg. Zo zal de hele nota stapsge wijs worden uitgevoerd zodat eind dit jaar alles volledig op poten zou dienen te staan. De heer NIJPELS: Krijgen we nu een milieu-controleur ja of nee? De heer BAKX, wethouder: We hebben in die nota gezegd dat er een milieu-inspekteur zal komen dus u kunt ons houden aan die uitgangspunten. Ik ga ervan uit dat hij er komt. Er is een opmerking gemaakt door de VVD m.b.t. het gemeentelijk woningbedrijf qua exploitatie en het beleidsmatige kader. We hebben ten tijde van de reorganisatie bepaald dat de dienst volkshuisves ting het beleidsmatig kader is, en de positie van het woningbedrijf in exploitatiesfeer en in het beheer van de woningen is daar nadrukkelijk in bepaald. U legt daar nog de relatie met de nota Turken en Marokkanen. Ik heb u toen de situatie vanuit het woningbedrijf geschetst. Het is erg problematisch. De corporaties zijn daar ook duidelijk partij. Het is zeer zeker voor de toekomst een probleem. Om enerzijds te zeggen, men moet mensen van de laagste inkomensgroepen plaatsen in het woningbedrijf, dat wil ik op zijn minst nuanceren. Daar weten de corporaties ook van mee te praten. Maar ook particuliere verhuurders acht ik in staat om ze te kunnen huisvesten. Ik denk dat we in relaties - en daar duidde de heer Cats in het begin van zijn verhaal op toen hij de relatie legde met de decentralisatie en sprak over raamovereenkomsten- niet zover moeten komen om te kijken hoe -45- de ene partij precies met de andere omgaat. Een stukje vertrouwen moet eerst worden opgebouwd. Dat zal de komende maanden gestalte krijgen omdat bij een nieuw plan, de mensen van volkshuisvesting en ook derden van het begin af aan hierbij betrokken zullen worden. De heer SMITS: Voorzitter op blz. 9 heeft de VVD een zeer duidelijke vraag gesteld, de wethouder draait er wel omheen maar geeft geen direkt antwoord. Dat zou ik toch wel graag hebben. De heer BAKX, wethouder: Ik zal u daar op antwoorden. De positie van het woningbedrijf t.a.v. de dienst volkshuisvesting. In een vorige periode hebben wij de discussie van het woningbedrijf al of niet privatiseren, afgerond. Wij hebben daar toen niet voor gekozen. Ook voor deze periode kiezen we niet voor privatiseren van het woningbedrijf. De heer SMITS: Nu doet u net of er niks gebeurs is in die periode. Er is het nodige gebeurd. De heer BAKX, wethouder: Wij hebben in de reorganisatie ons plaatje vastgesteld. Ik mag ervan uitgaan dat het collegeprogramma tot 1990 geldt. Wat staat er in de reorganisatie over het woningbedrijf en de dienst volkshuisvesting? Woningbedrijf houdt zich bezig met het beheer en exploitatie van zijn of haar bezit en de dienst volkshuisvesting is verant woordelijk voor het beleidsmatig kader op dat gebied. De heer BOLSIUS: Voorzitter, ik mis nog het uitstapje naar Antwerpen. De heer BAKX, wethouder: De grensoverschrijdende problematiek. Ik heb nog eens teruggekeken naar de algemene beschouwingen van vorig jaar er zijn daar toen ook dezelfde opmerkingen over gemaakt. Het probleem is inderdaad te constateren, dat ben ik volledig met u eens. De verdragen tussen België en Nederland zijn daarin nog steeds niet geratificeerd, zodat we formeel gesproken daarin nog geen enkele invloed hebben. De ingewikkelde weg van provincie naar boven toe en weer terug naar onze buren over de grens is nog steeds een punt van discussie. Ik kan u daar in feite niets zakelijks of aktueels over mededelen. De VOORZITTER: Het verdrag is in België nog niet geratificeerd in Nederland is dat natuurlijk wel het geval. Los daarvan is van een overwegende mate van wilsovereenstemming evenmin sprake. Daar doet het al of niet tot stand komen van een verdrag weinig af of toe. De heer DEKKERS, wethouder: De PvaA-fraktie bij monde van de heer Ronnes zegt: De wijkcentra in Oost en Noordgeest hebben wij al diverse keren aangehaald vanuit het collegeprogramma. Ze zijn derhalve bij de PvdA voort durend in hun gedachten. Hetzelfde geldt voor het college. Dat is ook de reden dat, toen wij begin deze maand kennisnamen van het feit dat er wellicht in Oost zich een mogelijkheid zou kunnen voordoen om in deze problematiek een oplossing te vinden, wij daar de nodige stappen voor hebben gezet. Thans wordt met alle betrokken partijen gekeken of dat inderdaad een oplossing zou kunnen bieden. Ik moet er wel bijzeggen dat we daar een aantal voorwaarden aan hebben verbonden binnen het college. Namelijk het zou zo budgettair neutraal mogelijk dienen te verlopen. De heer RONNES: Hebt u het dan alleen over Oost? De heer DEKKERS, wethouder: Dan heb ik het alleen over Oost. Inzake Noordgeest geldt hetzelfde dat het college daar voortdurend aan denkt, maar

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1988 | | pagina 29