-28- Ik denk dat het college dat alleen maar zal ondersteunen en dat wij ook nadrukkelijk proberen om via de gecoördineerde en planmatige aanpak de stadsvernieuwing vorm en inhoud te geven. Uw fraktiegenoot Westerhof heeft ook zijn instemming daarmee betuigd in eerste termijn. Mijn vraag zou zijn: Meneer Franken preciseer u dan eens nader waaruit u zou mogen concluderen dat dat onvoldoende is? Ik denk en dat zal heel logisch zijn, dat het uitermate moeilijk is om enerzijds te zeggen, gecoördineerd planmatig kun je stadsvernieuwing plegen en je ziet de resultaten ook iedere dag daarin terug. Het is wel zo dat wij als stadsbestuur proberen via kadernota's, rehabilitatienota's aan te geven hoe wij aankijken tegen bepaalde gebieden en dan ook aangeven hoe we de funktieveranderingen en de aanpak van stadsvernieuwing ons voorstellen. Dat er planmatig gewerkt wordt, moge blijken uit het feit dat, denk ik 1% jaar geleden, gesproken en vastgesteld is de rehabilitatienota Lievevrouwe- straat/Steenbergsestraat en omgeving, dat nu heel nadrukkelijk concrete aktiviteiten zich manifesteren, maar dat er inderdaad nog plaatsen zijn die zorgen baren. Aan de andere kant is het ondoenlijk om te verwachten van een lokale overheid -zeker met het beperkte instrumentarium wat ons voorhanden is- in een keer daar alles te kunnen oppakken. Ik meen wel te mogen constateren dat planmatig gewerkt wordt. Dat is ook de reden dat wij nadrukkelijk het rehabilitatieplan Lievevrouwestraat en omgeving als prioriteit hebben gesteld en dat we ook hebben gezegd dat b.v. de ontwikkeling van Blauwehandstraat e.o. prioriteit is die later zal komen. We willen eerst dit gebied goed afmaken. Laat onverlet dat, waar initiatieven ontplooid worden in Blauwehandstraat e.o., wij die ook natuurlijk van harte ondersteunen. Het is een goede zaak dat niet alleen de gemeente, maar velen in deze stad, corporaties, stadsherstel en particulieren zich mede verantwoordelijk voelen voor die aanpak. Die planmatigheid is naar mijn mening toch wel terdege aanwezig. Ik kan u zeggen dat heel duidelijk gecoördineerd wordt, bestuur lijk en ambtelijk, om te zorgen dat we alle stappen goed volgen en ook proberen om de gelden goed te benutten. Over de wijze waarop dat het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden, hebben uw raad en de diverse commissies in voorgaande maanden met elkaar gesproken. Soms ad hoe beleid, ja, maar laten we daar blij om zijn. Als de raad erin slaagt om nog nauwelijks na het leegkomen van de Maagdkerk daar een andere funktie aan te geven vanuit de stadsvernieuwing en vanuit de culturele optiek, denk ik dat het een goede zaak is en mag je ook best ad hoe beleid voeren. De aanpak herbestrating Grote Markt -ik heb dat recentelijk al een keer mee gedeeld- zal zeker dit jaar naar de mening van het college moeten plaatsvin den. Een integraal voorstel over herbestrating, parallel daaraan de verkeerskundige maatregelen, zal u om en nabij maart bereiken. Ik heb dat al eerder gezegd maar dat is niet alleen een verlangen van het CDA maar een verlangen wat alle frakties hebben uitgesproken. Ik ben er van overtuigd dat we over 2 maanden met elkaar zullen spreken over herinrichting Markt, de verkeerskundige maatregelen niet alleen voor de Markt maar ook in relatie met de andere aktiepunten zoals neergelegd in het ontwikkelingsplan. Afgelopen maand hebben we daar nog in de commissie ROVOW uitgebreid met elkaar over gesproken. De wijze waarop de methodiek nu voor het verdeelbesluit is vastgesteld en de manier waarop we ermee kunnen gaan werken, daarvan kan ik u zeggen dat ik daar vertrouwen in heb, dat we dat goed zullen benutten. Het streven is erop gericht om volgend jaar een veelheid van aktiviteiten ook te doen rerealise- ren. -29- De vrije sector woningbouw, de kavels, snelle aanpak van het vraagstuk. De VVD spreekt daar ook nader over. Daarover enige opmerkingen. Over het ene onderdeel denk ik dat collega Stuart iets kan zeggen w.b. grondzaken, invalshoeken, wat daar de stand van zaken is. Ik kan u wel zeg gen dat wij op korte termijn wanneer de Plaat gereed is, de ontsluiting gerealiseerd is, zullen starten met de vrije sector bouw en dat we dan ook geweldige mogelijkheden hebben om dat beleid handen en voeten te geven, zeker nu die woningbouwmarkt veranderd is. Ik kom daar straks nog op terug bij de beantwoording van vragen van de VVD-fraktie die daar enige opmerkingen over heeft gemaakt. Wat betreft Melanendreef denk ik dat collega Stuart daarover iets kan zeggen. Het neemt niet weg dat we dadelijk bij uitstek lokaties hebben waar in we kwalitatief en kwantitatief de vrije sector bouw inhoud kunnen gaan geven. Dat is de wens van het hele college. De VVD-fraktie vraagt nog naar de stand van zaken van het "enge plekken plan". Dat is op dit moment in voorbereiding ook in samenwerking met de kleine criminaliteit. Een aantal lokaties is in kaart gebracht. Een totale notitie kan ik vanuit de RO u zeker ook toezeggen. Dat heel duidelijk. Eén lokatie is er al uitgehaald, u heeft er als commissie en raad al een besluit voor genomen in het kader van verlichting daar een en ander aan te ondernemen. Er wordt aandacht gevraagd voor het aanbod van huisvesting en het wonen van ouderen, hoe is het daarmee gesteld. Alg.B. heeft er aandacht aan gewijd, de heer van Wijk namens GB/S en de VVD. Daar het volgende over. Het is goed om op te merken dat er in totaal 287 kleine woningen zijn gebouwd, 2- en 3 kamerwoningen. Die kleine woningen zijn in de binnenstad gebouwd, op Noordgeest en nog zeer recentelijk een aantal daarvan in het plan Oude Wouwsebaan. Het is duidelijk dat op basis van berekeningen blijkt dat het mogelijk zal zijn om rondom 1990 47.400 inwoners te hebben. Dit zijn berekeningen van het sociografisch bureau. We zouden dan 14% ouderen hebben, dus rond '90 zouden we een behoefte hebben aan ongeveer 1230 woningen voor bejaarden. We kunnen nu concluderen dat tussen 1985 en heden nog een 287 woningen gebouwd zijn. We zitten dus al op een totaal aantal van 1352 woningen. Dat betekent dat wij daar op een verantwoorde wijze toch mee doende zijn en dat het onze aandacht heeft. Ik ben het eens met de heer Nijpels als hij zegt: zorg dat die woningen gebouwd worden, in rijtjes, geïntegreerd bouwen. Aan de andere kant -dat is natuurlijk het vraagstuk- is er ook behoefte om het beschermd wonen meer inhoud te geven met bewaking, bescherming en alarmeringssystemen. Daar zijn ook gelden voor beschikbaar gesteld. Het college heeft recentelijk nog gezegd om die gelden daarvoor te besteden. Wij gaan kijken waar we op andere lokaties in overleg met corporaties e.a., die woningbouw kunnen plegen. Als het gaat om de aantallen van dit moment dan scoort onze gemeente op basis van de bevolkingscijfers behoorlijk en lopen we goed in de pas. Het neemt niet weg dat we naar de verdere ontwikkeling moeten kijken van :wat zijn de behoeftes aan bejaardenwoningen; waar moet je rekening mee houden; moet je wel of niet met liften bouwen, wees daar voorzichtig mee. Ik denk dat dat mogelijkheden zijn die de komende jaren verder ingepast moeten worden. De wens van bejaarden om vooral in de binnenstad of tegen de rand van de binnenstad te wonen die is bekend. Maar daar is ook het vraagstuk. Is het mogelijk om lokaties te verwerken en financieel-economisch tot stichtingskosten te komen die verantwoord tot vorming van woningbouw voor ouderen kunnen leiden. Ik kan u wel zeggen dat in het complex Juvenaat zoals op dit moment de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1988 | | pagina 21