-24- deel van onze bevolking tot problemen leiden als in het verloop van enkele maanden twee OGB-aanslagen de bus binnen rollen. Hiervoor uw aandacht. Op een structurele aanpak van milieuproblemen zit de BSD nog steeds te wachten. In 1987 heeft de BSD tevergeefs aangedrongen op een nieuwe aktie tankslag. Ondanks een nog steeds toenemende stroom van zorgelijke publikaties over dit onderwerp was er slechts een "nee" als antwoord. Het college wekt bij mij de indruk de zorg voor het milieu niet echt serieus te nemen. Voor 1987 trok men er 817.671,- voor uit. Uit de nu te bespreken begroting blijkt dat men in 1987 er slechts ca. 610.000,- voor uitgegeven heeft. Natuurlijk, er zullen best redenen voor zijn, zoals werk voor derden Maar als dat structureel wordt, dient dat door het inhuren van extra mankracht opgevangen te worden, zoals b.v. de preventieve hinderwetcontroles en vergunningsvernieuwingen volledig uitgevoerd kunnen worden. In 1986 is Toot controles slechts 17% uitgevoerd. Gezien de bestede 610.000,- in 1987 heb ik zo mijn bedenkingen ten aanzien van de controles in het afgelopen jaar. Bedenkingen heb ik ook t.a.v. de houding van de betrokken wethouder m deze. Hij lijkt, in tegenspraak tot de feiten, te blijven geloven dat voorgenomen controles ook inderdaad uitgevoerd worden of hij blijft de raad misleiden of van onjuiste informatie voorzien. Voorbeelden daarvan waren de afgelopen maanden zijn uitspraken tijdens de G.E. discus sies, waarbij hij stelde dat de milieudienst haar taak moet aankunnen" In de vorige raadsvergadering stelde hij dat garagebedrijven éénmaal 'per jaar op hun hinderwetverplichting gecontroleerd worden. Ik weet niet waar de milieu wethouder die wijsheid vandaan heeft maar naar mijn mening klopt er geen barst van. v De BSD wenst reeds voor 1988 een zodanige uitbreiding van de milieudienst, zo at deze inderdaad in staat is de hinderwetcontroleprogramma's volledig uit te voeren en de hinderwetvergunningen bij te werken, zodat over drie jaar minimaal 95% van de hinderwetplichtige bedrijven over een geldige hinderwetvergunning beschikken. Nu is dat naar mijn schatting nog geen 50%. In de schriftelijke algemene beschouwingen van mijn partij zijn we uitgebreid ingegaan op de minimaproblematiek. Wij hebben die problematiek met een uitgewerkt voorbeeld geïllustreerd en hebben daarbij een voorstel 2 n ^n" l P dat het colle9e OP dat voorbeeld en voorstel in wil gaan ïlï ™ini®adlscussie die reeds in andere partijen naar voren is gebracht, ondersteun ik van harte de voorstellen van de heer Ronnes Specrale aandacht vraag ik ook voor de problematiek van de woonwagenbewo- I*21***1, d3t het colle9e ze in de beleidseditie zelfs rustig j de buitenlanders rekent, doet mij het ergste vrezen. Dat de problematiek deels soortgelijk is, doet niets af aan het gegeven dat zij Nederlanders zijn en blijven. Hier wil ik de aandacht van het college vragen voor de woningnood van deze bevolkingsgroep en voor het feit dat voor een aantal hunner de werkgelegenheid door het provinciale autowrakkenplan in hoge mate bedreigd is. Ik vraag niet om een langzamere doorvoering van dat plan, maar ik vraag wel of het college de mogelijkheden voor collectivering van de werkzaamheden en ondersteuning voor een collectieve milieusluis eens wil be- Ook zou een stimulering om andere werkzaamheden op te zetten een goede zaak unnen zijn. Te denken valt dan aan b.v. het slopen van z.g. witgoed als wasmachines vaatwassers en koelkasten. Bij dat laatste zou zelfs gewerkt beïatLn^ vï iïoorkomind van Porting op de Kragge van CFK's "e"de koelkasten. In grote lijnen kan de BSD de voornemens van het college neergelegd m de begroting van 1988 ondersteunen. Volstrekt te mager vinden wij echter de aandacht voor de minima en het milieu. De VOORZITTER: Dank u wel meneer v.d. Kallen. De vergadering is geschorst Aldus schorst de voorzitter de vergadering om 15.45 uur. -25- De voorzitter heropent de vergadering om 16.12 uur. De VOORZITTER: Dames en heren de vergadering is heropend. Ik zou willen beginnen met u op zichzelf een plezierige mededeling te doen, dat aan de restauratie van het Markiezenhofcomplex door de Internationale Organisatie van Verenigingen voor het Behoud van Cultuur en Natuurhistorisch Erfgoed in Europa -welke internationale instelling een jaarlijks prijzenschema heeft een prijs is toegekend. Mede naar aanleiding van dit op zichzelf verheugend bericht waarvan de uitreiking later in dit voorjaar zal geschieden door de voorzitter van Europa Nostra de heer H.J. de Koster - een Nederlander, lid van de Raad van State als ik mij niet vergis- zullen wij daar nog wel meer over willen horen. Ik vind het plezierig dat deze internationale waardering voor het vakmanschap van de bij de restauratie betrokken architecten, ook dat van de projectleider uiteraard, zeker ook voor de vele duizenden uren ambachtelijke arbeid die in de restauratie is gaan zitten, internationale bekroning heeft gekregen. Dat betekent dames en heren, dat wij ons des te meer gemotiveerd voelen om in te gaan op de suggestie van mevrouw Noorman om tot aanstraling van de grote monumenten in deze stad te willen besluiten, als daarvan de financiële consequenties enigszins acceptabel binnen de openbare verlichting te verwerken zijn. Overigens, nadat we daar vorig jaar waardering voor hebben gekregen van de burgerij, hadden wij al eerder besloten om aan ENWA-West te vragen om tot een plan van aanpak voor aanstraling te komen. Dit bij wijze van inleiding van een begrotingsbehandeling, die we, als wij naar de letter van art. 238 van de Gemeentewet kijken, ongeveer vijf maanden te laat laten plaatsvinden. Gelukkig is dit een termijn die ons niet de hals doet breken. Evenmin is gebleken dat de minutentermijnen die u uzelve had toegemeten, tot dit soort aangelegenheden hebben geleid, want ook 15 minuten was voor enkelen onder u een periode die niet helemaal zo precies te meten was. Artikel 238 geeft een termijn van orde. Ik merk ten aanzien van de pro cedure tot deze begrotingsbehandeling nog op, dat dit natuurlijk wel van tevoren met u was besproken en dat de reden u ook bekend was in een procedure die, naar zoals thans blijkt, door u juist op prijs gesteld wordt. U wilt gaarne zo vroeg mogelijk worden geïnformeerd over zaken die zich voordoen. Wel mag u eens in herinnering brengen dat, voor wat de verkoop b.v. van het industrieterrein, u reeds in april -als het al niet eerder geweest is- bent geïnformeerd en dat we toen ook over deze consequenties gesproken hebben. Velen van u hebben de aandacht gevraagd voor procedures. Dat heeft ons uiteraard gemotiveerd om dat toch wat regelmatig bij u terugkerende klachtenpatroon zoveel mogelijk te willen wegwerken. Want het motief van het college is bepaald niet om door middel van slechte procedures -die natuurlijk ook wel eens voorkomen- uiting te geven van een gevoel om als een verlicht despoot hier voor u te zitten. Dat is zeker niet het geval. Wij kennen onze plaats en zijn ons ervan bewust dat u het besluitvormend orgaan in deze gemeente bent. Ik denk dat ook niet juist is om te veronderstellen dat er onzerzijds geen eerbeid of respect voor u als gekozenen zou bestaan, het tegendeel is waar. Er is uiteraard voor degenen die hier met ons de vooruitgeschovenen van de burgerij vormen wel degelijk respect. U vormt het bestuur in onze democratische samenleving, het bestuur van deze gemeente. Daar waar gemeentebesturen zich altijd gaarne zo dicht mogelijk en direkt voor de burgerij aangesproken voelen, moeten we er natuurlijk voor zorgen dat procedures, stukken ter inzage leggen en allerlei andere zaken die op zichzelf betrekkelijk simpel op te lossen zouden zijn, worden nageleefd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1988 | | pagina 19