-60- dan wel uitsteltactiek waarachter men zich kan verschuilen. Geloofwaardig heid in deze is troef. Nu terug naar de hoogbouwproblematiek. In het licht van dagene wat ik al heb gezegd, het volgende. Gezien de samenhang zoals door mij geschetst kunnen wij niet anders dan tot de conclusie komen dat het totale voorstel wat u thans doet, ons evenwichtia overkomt. Daarmee spreek ik geen negatief waarde oordeel uit over de rapportages van het Bouwcentrum en de Ambtelijke Werkgroep. In voldoende mate mag nu verondersteld worden dat de hoogbouw problematiek als bekend mag worden verondersteld. Wij hebben dan ook geen behoefte de hoogbouw nader en expliciet te beschouwen in het Volkshuisves- tingsonderzoek. Wij zijn van mening dat dit element voldoende aan zijn trekken komt. Positief oordelen wij over de suggestie de flats aan de Plejadenlaan te bestemmen voor doelgroepen 50+ers en ouderen en zien dan ook met belangstelling de gesprekken met de Stichting de Warande tegemoet. Over het aanstellen van de huismeesters het volgende. De CDA-fraktie verzet zich niet tegen het aanstellen van een drietal huismeesters en wij zijn van mening dat deze funktionarissen een positieve invloed kunnen hebben op het conflicterend woongedrag van de bewoners dan wel preventief kunnen werken op het vandalisme in en rond de flats. De desbetreffende funktionarissen krijgen een zware klus op hun schouders en zullen stress-bestendig moeten zijn. De kosten verbonden aan deze maatregelen zullen volledig binnen de exploitatie van het Gemeentelijk Woningbedrijf moeten worden opgevangen en/of geheel of gedeeltelijk doorberekend dienen te worden naar de bewoners. De CDA-fraktie is van mening dat de aanstellingstermijn parallel moet lopen met de afbouwende subsidieregel van het Ministerie van Justitie en Binnen landse Zaken met een maximum van 3 jaar. In dit kader is tevens de vraag aan de orde gekomen of uitbreiding van het aantal van 3 naar maximaal 6 tot de mogelijkheden behoort of wenselijk is. Deze vraag is thans niet te beant woorden daar wij geen enkel zicht hebben op de kosten die dat met zich brengt en tevens omdat er geen aanmelding heeft plaatsgevonden in het kader van eerder genoemde subsidieregeling. Bovenstaande laat onverlet dat ook deze meerkosten naar onze mening binnen de middelen van het Gemeentelijk Woningbedrijf dienen te worden gevonden. Wij beseffen terdege dat de componenten in de servicekosten aan maxima zijn gebonden. De verhouding van 1 huismeester of 2 flats oftewel 240 woningen komt ons iets te absoluut over. Wij willen dan ook de suggestie doen de mogelijkheid te bezien flexibel de huismeesters in te zetten in die complexen waar de meeste moeilijkheden zijn. Uw keus om het verbeteringscontingent nu te benutten voor de Wierlaanflat acht de CDA-fraktie een juiste keuze. Te zijner tijd kunnen wij een voorstel tegemoet zien. Toch een tweetal suggesties en opmerkingen. Ten eerste. In de aanbevelingen wordt gesproken over compartimentering van de bergingen en daarmee samenhangend clustering van bemetering. Clustering van bemetering wijzen wij af. Gestreefd dient te worden naar individuele bemetering. Ten tweede. In de voorstellen is voorzien de centrale hal te verplaatsen en zodanig in te richten met een afsluitbare deur en intercom dat onbevoegden niet vrijelijk in- en uit kunnen lopen. Bezien zou kunnen worden of dit systeem per galerij uitgevoerd kan worden. Tot slot. Nu een eindoordeel geven over de toekomst van de hoogbouw is prematuur. Zorgvuldig zal met de belangen van de bewoners dienen te worden omgegaan alsmede dat kapitaalvernietiging moet worden voorkomen. Juist daarom is het onderzoek van groot belang. In dat kader plaatsen wij de overige gevraagde kredieten om de bewoonbaarheid op korte termijn te garanderen. Mevrouw DIRKER: In februari 1988 heeft de raad het eindadvies van de Ambtelijke Werkgroep ontvangen inzake de hoogbouwproblematiek van de Wilmaflats. Gelet op de samenhang van de veelheid van problemen is terecht -61- uitgegaan van een integrale benadering en was de werkgroep ook als zodanig samengesteld. Opgemerkt moet hier worden dat er een duidelijk spanningsveld is te constateren tussen het eindadvies uit het rapport van de projectgroep en het raadsvoorstel. Het besluit wat voor ons ligt, beschreven op blz. 7 is uiterst mager in het licht bezien van de eindrapportage-studie van het Bouwcentrum die dateert van maart 1987 en de aanbevelingen van de Ambtelijke Werkgroep daterende februari 1988. Zowel in het onderzoeksrapport van de Ambtelijke Werkgroep als op blz. 2 van het raadsvoorstel staat geformuleerd, bestaat er, alvorens een definitieve beslissing te nemen over de aanpak van de hoogbouwproblematiek, behoefte naar duidelijkheid inzake de woningmarktontwikkeling. Vorige maand heeft deze raad goedkeuring verleend aan het werkkrediet van 90.000,- naar dat woningmarktonderzoek. Zoals het college zelf constateert behoeft een gecompliceerd vraagstuk als de aanpak van de hoogbouwflats een gedegen aanpak. U biedt ons nu geen garantie dat deze complexe materie in een breed onderzoekskader bekeken gaat worden, expliciet toegespitst op de exploitatiemogelijkheden van de hoogbouwwoningen. Wij zijn bang dat dit vraagstuk nu als een aanhangsel aan dit woningmarktonderzoek gekoppeld wordt en nèt niet die gedegen studie en aandacht krijgt die nodig is om tot een weloverwogen toekomstperspectief van de hoogbouw te komen. Zoals nu, alleen vermeld op blz. 7 van het raadsbesluit of alleen maar vermeld op blz. 2 van het raadsvoorstel, vinden we het allemaal te vrijblijvend. Wij stellen voor om een extra punt, een punt VII, aan dit besluit toe te voegen met een duidelijk geformuleerde opdracht naar de ETIN. Inhoudend een opdrachts uitbreiding van het woningmarktonderzoek toegespitst op de hoogbouwwoningen. De uiteindelijke uitkomsten van dit onderzoek moeten de basis vormen bij de besluitvorming naar het toekomstperspectief van de hoogbouw. Het college wenst naast het onderzoek naar de woningmarktontwikkeling ook duidelijkheid over de toekomstige financiële positie van het Gemeentelijk Woningbedrijf. Dit onderzoek, onder II, waarvoor een krediet van 160.000,- beschikbaar is gesteld moet inzicht verschaffen over de strukturele aanpak op de langere termijn. Duidelijk is dat er een samenhang bestaat tussen de resultaten van het woningmarktonderzoek, het perspectief van de Wilmaflats, de financiële positie van het Gemeentelijk Woningbedrijf en het toewijzingsbeleid. In het licht hiervan bekeken past ook dit onderzoek. Ik wil even een korte reactie geven op de heer Smits. Ik denk dat dit zo'n integraal probleem is, dat wij als PvdA toch niet helemaal af zouden willen wentelen op het Gemeentelijk Woningbedrijf. De situatie is in een paar jaar ook dusdanig veranderd. De heer Muller haalde net ook al aan wat er allemaal aan zit te komen, staatssecretaris Heerema komt met het rapport. Ik denk dat je al dit soort zaken gewoon mee moet nemen. Je kunt niet dogmatisch een paar jaar geleden iets vaststellen en het dan ook zo houden. Ook de PvdA is het genoeg om te weten dat we de sociale woningbouw in ieder geval ook hier in Bergen op Zoom veilig willen stellen en nu gaan zoeken naar alle mogelijke middelen en bekijken hoe dat op een evenwichtige en goede manier past in dat beleid. Wij blijven erop aandringen om uiterlijk eind dit jaar de uitkomsten en aanbevelingen van deze 2 studies -waar ik het net over gehad heb- aan de raad voor te leggen -dat ze dus ook gereed zijn- waarna een gedegen afweging plaats kan vinden. Wij begrijpen dat het voor de bewoners van m.n. de Heiningenflats een grote teleurstelling is dat zij nog langer op een definitief besluit over de toekomst van hun woning moeten wachten. Met klem dringen we aan op een zo snel mogelijke start van beide onderzoeken. Nog langer uitstel is maatschappelijk en sociaal niet verantwoord. Wat betreft punt 3. van het besluit. De vernieuwing van de c.v.-ketels in de Heiningenflats waardoor concrete vermindering op de stookkosten ontstaat, achten wij positief. Zeker nu de servicekosten omhoog gaan kan deze besparing in vele gevallen een compensatie betekenen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1988 | | pagina 167