saus
kennis
Als de
neemt
in te
-48-
Terug naar het raadsvoorstel SOB/9. Op blz. 3 doet u het voorstel het
bestemmingsplan niet te wijzigen op dit punt maar een besluit te nemen dat
het college een ontwerp-uitwerkingsplan aan de commissie ROSOV voorlegt.
Volgens artikel 17 van het bestemmingsplan stelt het college de raad in
van hun besluit. Daar staan we dan, politiek-juridisch uitgepraat.
raad ziet wat het college heeft gedaan en daar slechts kennis van
rest het grote middel de meest betrokken wethouder via motie het bos
sturen. Het besluit is dan al genomen en via die motie zelfs niet
terug te draaien. De VVD stelt voor dat het college de raad via de commissie
in kennis stelt van concept-beslissing. Is de commissie tevreden dan stelt
het college binnen 7 dagen de definitieve beslissing vast. Dit voorstel
heeft geen juridische klemmen en levert doorgaans slechts maximaal 7 dagen
vertraging op. Loopt de commotie hoog op dan is het aan het college en de
raad in die omstandigheden te bezien hoe de situatie is in te schatten. De
raad -lees de commissie voor alle duidelijkheid- heeft in ons voorstel de
mogelijkheden het definitieve concept-besluit van het college te overwegen.
In het voorliggende voorstel is dat niet zo.
We verzoeken de raad en het college door de toevoeging van het woord concept
in de derde alinea van onderaf op blz. 3 de democratische controle sterk te
verbeteren op een praktische wijze.
De VOORZITTER: Dank u wel. Misschien even voor de goede gang van zaken.
Meneer v.d. Stoel stelt u ook voor in het besluit zoals dat op pagina 4
staat iets te wijzigen?
De heer VAN DER STOEL: Dat is eigenlijk niet nodig voorzitter, want als u de
considerans iets verandert dan neem ik aan dat dat bij het besluit hoort.
De VOORZITTER: Ja, dat betekent dat u aan III niets verandert, maar op
pagina 3 verandert u wel wat.
De heer VAN DER STOEL: Ja en daarmee is III natuurlijk ook in feite
veranderd.
De VOORZITTER: Ja, inhoudelijk is het veranderd. Dan kun je het beestje net
zo goed bij de naam noemen en zeggen dat concepten aan de raad gepresenteerd
moeten worden.
De heer VAN DER STOEL: Dat heb ik niet gevraagd voorzitter.
De VOORZITTER: Het is een ingewikkeld besluit-probleem waarbij ieder woord
telt vandaar dat het misschien toch heel goed is om vast te stellen wat u nu
wel bedoelt.
De heer
doen.
VAN DER STOEL: Vindt u dat nodig? Dan kan ik dat in drie zinnen
De VOORZITTER: Ik niet maar de Kroon heeft daarover nogal wat duidelijke
uitspraken gedaan o.a. bij het K.B., 13-6-1980, Leeuwarden. Zo kan ik u nog
een hele serie noemen. U stelt uw voorzitter een beetje op de proef. Ik ben
het -voor een goed begrip- materieel volstrekt met u eens maar nu gaat het
om de formele invulling daarvan. Ik vind ook dat we die formele invulling
goed moeten regelen Ik vraag mij af of dat dat geschiedt daar waar de Wet
Ruimtelijke Ordening vooral een wet is waar procedures geregeld worden, in
een aangelegenheid waar de procedure thans niet aan de orde is, het
bestemmingsplan niet aan de orde is, of wij helemaal juridisch correct aan
het werk zijn om dat en passant even te doen.
Ik kom daar straks nog wel op terug. U kunt misschien over een goede vind-
-49-
plaats van uw gedachten -waar ik materieel geen enkel probleem mee heb maar
waar we dat ook formeel goed met elkaar moeten afkaarten- nadenken. Wie weet
horen we dat in tweede termijn. Het woord is aan de heer Aertssen.
De heer AERTSSEN: Dit voorstel is in de gecombineerde vergadering ROSOV/EZ
door alle frakties met enthousiasme ontvangen. De Nota Hoofdlijnen Toeris
tisch Recreatief Ontwikkelingsplan getuigt van een visie op en optimisme
over het gebied van de Binnenschelde en omgeving. Onze fraktie wil met deze
nota als vertrekpunt verder bouwen aan de toekomst van het gebied. Het
optimisme over de pretenties van het gebied delen wij volledig. Het realisme
naast het optimisme zit vooral in de overeenkomst tussen de 3 partners het
A.B.P., de gemeente Bergen op Zoom en de RaBo. Wij denken dat deze overeen
komst voor de oriënteringsfase voldoende juridische en financiële waarborgen
biedt voor de gemeente Bergen op Zoom. Wel vraag ik nogmaals aandacht voor
artikel 383 welke handelt over de kosten die de gemeente eventueel vergoedt
bij het voortijdig beëindigen van de overeenkomst door de gemeente.
De toezegging van de wethouder om steeds vooraf afspraken te maken over
kostenverdeling en deze schriftelijk vast te leggen heeft echter onze
instemming. Bovendien is het wellicht raadzaam voor het volgende naar mijn
mening meer complexe contract externe adviezen in te winnen.
Ik kom op het punt uit wat de heer van der Stoel net ook heeft aangetipt en
waar we in december naar mijn gevoel ook uitgebreid over gesproken hebben
namelijk de procedure van de uitwerkingsplannen. Onze fraktie kan er mee
instemmen dat de betrokkenheid van de gemeenteraad bij het tot stand komen
van de uitwerkingsplannen te regelen valt zoals u voorstelt onder besluit
nr. III. Ten aanzien van deze procedure onzerzijds geen bezwaar, echter
indien in dit besluit verwijst naar de tekst van bijbehorend voorstel dient
deze tekst ook in overeenstemming te zijn met de wensen en de bedoelingen
van uw raad. Deze wensen en bedoelingen zijn m.i. helder naar voren gekomen
tijdens de discussie over de mate van hoogbouw in het gebied in de
vergadering van december 1987. Onze fraktie heeft toen aangedrongen op een
goede procedure voor het tot stand komen van de uitwerkingsplannen.
Wenu de tekst zoals hij nu in het voorstel is opgenomen, vinden wij in
eerste instantie wel wat mager. U heeft net al een toelichting gegeven hoe
dat wellicht in elkaar zit. Wij vinden dat wat mager en het kan leiden tot
een slechts raargimaal betrekken bij het tot stand komen van een uitwerkings
plan door de raad.
Het is ons echter duidelijk geworden dat dit niet de intentie is van het
college en het wel de intentie is de commissie ROSOV regelmatig te informe
ren over de voortgang van het ontwerp-uitwerkingsplan. Mijn verzoek in de
commissie om uw intentie ook op enigerlei wijze in het voorstel op te nemen
zou nader op zijn aspecten worden bestudeerd. Gaarne verneem ik van u -en u
heeft dat deels al gedaan- wat wellicht zwaarwegende motieven zijn om niet
tot zo'n aanpassing over te gaan.
Tot slot enkele opmerkingen over de inhoud van de nota. Ten eerste. Wij
bepleiten nogmaals nadrukkelijk een maximale openbare toegankelijkheid van
het hele gebied.
Ten tweede. Onze fraktie zet toch vraagtekens bij de suggesties voor
mogelijkheid van representatieve bebouwing langs de Gertrudisboulevard. Onze
fraktie wacht echter de onderbouwing van dit soort voorstellen met spanning
af. In de relatie met het tweede punt dringt onze fraktie opnieuw aan op een
snelle uitwerking van ideeën over het gebied van Kijk in de Pot. Gezien de
strategische ligging tussen Binnenschelde en centrum moeten we voorkomen dat
er ongewenste ontwikkelingen gaan plaatsvinden.
Tot slot. Onze fraktie heeft met vreugde en toch ook wel met enige zorg de
afgelopen weken de aktiviteiten rond de Binnenschelde gevolgd. Een ding is
zeker de Binnenschelde voldoet duidelijk aan de behoeften. Vele mensen
beleven nu al veel plezier aan dit water en zijn stranden. Wij denken dan