-16-
Onze hele fraktie heeft de beleidsuitgangspunten bij de start van dit
college onderschreven. Daarin is tot op de dag van vandaag geen verandering
in gekomen.
In de 15 minuten die ons zijn toebedeeld om uit te drukken wat het oordeel
is van de fraktie van D'66 over de beleidsvoornemens van het college voor
1988, zal ik mij dan ook moeten beperken tot die zaken, die vraagtekens dan
wel kritische uitroeptekens hebben opgeroepen. Het zal duidelijk zijn dat
ook mijn uitroeptekens opbouwend bedoeld zijn evenals die van het CDA.
Als volgorde van behandeling heb ik gekozen voor een afnemend onbehagen bij
mijn fraktie over uw voornemens, dan wel het ontbreken daarvan.
Vandaar dat ik begin met emancipatie.
Na 1990 worden vrouwen van 18 jaar en ouder geacht een beroep te kunnen
uitoefenen. Hun eventuele levenspartner krijgt nl. geen gezinstoeslag meer
op een uitkering. Alleen al om economische redenen is het dus noodzakelijk
dat vrouwen dezelfde scholings- en vormingskansen krijgen als mannen. Om een
aantal andere redenen was dat voor mijn fraktie al veel langer noodzakelijk
maar misschien dat dit sommigen over de brug helpt.
In de visie van D'66 komt emancipatie in deze gemeente in aanmerking voor
ontwikkelingshulp. Onvoldoende komt tot uiting dat op bijna alle beleidster
reinen sprake moet zijn van het afleggen van verantwoording over emancipatie
als onderdeel van dat beleidsterrein. Mevrouw Noorman heeft dat zojuist nog
eens heel beeldend benadrukt met een schets van die vergadering.
Wat doet het college behalve het schrijven van nota's, als het dichtst bij
de burgers staande bestuursorgaan, concreet aan emancipatie.
D'66 stelt u voor de benaming van de commissies Personeelszaken, Sociale
Zaken, Volkshuisvesting, Economische Zaken, Welzijnszaken en Onderwijs aan
te vullen met de term "en emancipatorisch beleid", waardoor de kunstmatige
verantwoordelijkheid van één portefeuillehouder voor dit terrein verdwijnt.
Sociale voorzieningen en emancipatorisch beleid.
Triest is het te moeten constateren, dat de beleidsuitgangspunten die bij
dit hoofdstuk staan geformuleerd, noch als beleid, noch als uitgangspunt
kunnen worden gekwalificeerd. Het is slechts een opsomming van extern
bedachte faktoren -vooral door de rijksoverheid- met de consequenties voor
de gemeente. Volstrekt visieloos ten opzichte van de positie van de minima.
Des te verwonderlijker, omdat de persoonlijke opvattingen van de portefeuil
lehouder mij bekend zijn en de hoop hebben doen ontstaan, dat er op korte
termijn iets zou gaan gebeuren. Dat is dan ook de reden waarom D'66, naar
het Tilburgse model, uitgangspunten heeft geformuleerd en die de vorige week
heeft ingediend. U kunt ze zo overnemen. Het kost geen moeite en ze sluiten
volledig aan op de opmerkingen die door de PvdA eerder in deze vergadering
gemaakt zijn. In dat verband steunen wij ook de opmerkingen die over de
kwijtschelding gemaakt zijn en is het interessant om even te wijzen op
datgene wat de heer Ronnes uit de voorlichtingsfolder van Bureau Voorlich
ting heeft gehaald nl. dat het college in beginsel een verzoek tot kwijt
schelding afwijst wanneer het om een heffing gaat die kan worden ontgaan of
doorberekend b.v. hondenbelasting en de portefeuillehouder financiën die in
de raadsvergadering van 17 december zegt: "Ik vind het -laten we het maar
voorzichtig zeggen- buitengewoon onnodig om dat hier nog eens te herhalen
(het ging over de hondenbelasting) want uiteraard is hetzelfde instrumenta
rium van vrijstelling en kwijtschelding van toepassing als op alle belas
tingen. Het is een volkomen overbodige opmerking. Als er gebrek aan draag
kracht is dan is ons instrumentarium voor vrijstelling en kwijtschelding aan
de orde". Wellicht dat wij straks duidelijkheid krijgen wat het collegebe-
leid in deze daadwerkelijk betekent.
Dat de uitvoering van de nota: "Een druppel op de gloeiende plaat" ter hand
zal worden genomen, is na de opstelling van deze nota in 1986, dus bijna 2
-17-
jaar geleden, te kenmerken als slakkenbeleid. Of bent u in staat om al
concrete resultaten van de aanpak te geven?
Milieu.
Dat wij het onderdeel milieu missen bij de formulering van de beleidsuit
gangspunten en slechts fraktioneel terugvinden als toelichting bij de begro
tingscijfers, getuigt van een juiste zelfkritiek van het college.
Waar is de uitwerking van de college-uitgangspunten 1986-1990 gebleven?
Waarom is er zo'n groot verschil vast te stellen tussen de door ons gewaar
deerde werklust en enthousiasme van de betreffende portefeuillehouder en de
beleidsmatige aanpak van het college? Is er wellicht sprake van of een te
hard lopende portefeuillehouder of een te zacht lopend college? In ieder
geval datgene wat wij verwachten van collegiaal bestuur komt er niet uit.
Waar staat aangegeven hoe de achterstanden in de controle op de hinderwet
vergunningen worden ingelopen?
Hoe verloopt het contact met Antwerpen? Resultaten? Ik ruik er niets van.
Het zit met de taakverdeling tussen provincie, gewest en stad ook niet al te
best. Wellicht dat we daar wat nieuws over kunnen vernemen.
Industrie-uitbreiding tenslotte is één, milieumaatregelen zijn volgens ons
de nummers twee t/m tien.
Volkshuisvesting.
De wijze waarop de nota Volkshuisvesting is voorbereid, gepresenteerd en
afgeschoten, getuigt van een bestuurlijke blunder, waarvoor het gehele
college, gezien de presentatie als college-stuk, verantwoordelijk is. Of was
het toch een discussiestuk? Wij horen het wellicht in uw antwoord.
Wij moeten constateren dat de afgelopen jaren een achteruitgang in overleg-
klimaat tussen college en coöperaties is te bespeuren. Van enig struktureel
contact met andere beleggers op dit terrein is helemaal niets gebleken.
D'66 adviseert u de huurharmonisatie geleidelijker uit te voeren, teneinde
de financiële problemen waarin een aantal mensen verkeren niet te vererge
ren.
Onderwijs.
Waarop is uw conclusie gebaseerd, dat de resultaten m.b.t. de naleving van
de leerplichtwet bemoedigend kunnen worden genoemd?
Schoolverzuim en tussentijds schoolverlaten nemen steeds meer verontrustende
vormen aan. Het afgelopen jaar verlieten ca. 100 leerlingen voortijdig voor
al MAVO- en LBO onderwijs. Van deze groep kan het merendeel nu al aangemerkt
worden als moeilijk plaatsbaar in het arbeidsproces, met alle gevolgen van
dien, en alle kosten van dien straks als we ze weer in moeten passen.
Regionale aanpak b.v. via het Streekgewest is dringend gewenst.
De Werkgroep Uitvoering Leerplicht (WUL) heeft zich in haar dadendrang
beperkt tot de oprichting. De institutionele belangen van een aantal deelne
mers van deze WUL blokkeerden de totstandkoming van de resultaten.
De oprichting van een regionaal verband met concrete opdrachten van
onderzoek naar oorzaken van verzuim, bewaking, registratie, plus de vraag,
wie in welk concreet geval moet worden ingeschakeld, is noodzakelijk.
De uitvoering kan dan aan een drietal personen worden overgelaten zoals dit
ook in Roosendaal gebeurt. In ieder geval dient participatie van gemeente,
Leerlingwezen, S.B.D., Kinderbescherming, Maatschappelijk Werk en VRIGG in
het overkoepelend beleidsvormend orgaan plaats te vinden.
Financieel beleid.
De aankondiging van de studie naar de Z.B.B.-methode is lovenswaardig. Wij
hopen dat de portefeuillehouder welzijn de kern van deze budgetteringsmetho
de ook heeft begrepen. Een bijna letterlijk zo geformuleerde motie van BSD,
VVD en D 66 op zijn beleidsterrein beschouwde hij enkele maanden geleden nog