-44- De heer VAN DEN VELDEN, wethouder: Die afweging is wel nadrukkelijk gemaakt. Wij denken dat we op die wijze de Plaat beter kunnen poetsen dan op de wijze zoals nu het geval is. Van die afweging heeft een berekening plaatsgevonden. Ik kan een ding afspreken of we houden het een maand aan. Ik wil dat zeker nog verder onderbouwen maar beter dan dat is haast niet mogelijk. Het is gewoon die afweging geweest. De VOORZITTER: Dan heeft de heer Franken voor de derde maal het woord. De heer P. FRANKEN: Als het college de toezegging doet dat ook de Linde- baangarage adequaat onderhouden wordt dan heb ik daar vrede mee maar als dat handmatig moet gebeuren dan denk ik dat daar een situatie ontstaat die niet goed is voor de opkrikkende elementen waarmee we zelf voor wat betreft die parkeergarage bezig zijn. Als die parkeergarage elke week een poetsbeurt krijgt ben ik akkoord anders vind ik het geen goed voorstel. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Ik kan u toezeggen dat wij hebben afgesproken dat het onderhoud van die parkeergarage goed moet blijven. Die toezegging doe ik u maar nogmaals er zit een beperkte kant aan. De VOORZITTER: Het blijkt dat ik de heer v.d. Water voortdurend heb overgeslagen. De heer V.D. WATER: De wethouder zegt die 2/3e hebben we binnenkort nodig voor de Bergse Plaat. Zijn dat soms rendabele of onrendabele uren. Het lijkt mij een desinvestering dan. De VOORZITTER: Het woord is aan wethouder van der Velden. We zijn in de vierde termijn aangeland. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Op basis van de berekeningen gaat het dan om rendabele uren. Het zal daar wel moeten plaatsvinden, heel duidelijk. De VOORZITTER: Dan dames en heren ronden we de besluitvorming voor de aankoop van een veegmachine af. Wenst u daar stemming over, wenst u aantekening, zo niet dan is aldus besloten. Dames en heren ik schors de vergadering voor een moment en vraag de fraktie- voorzitters een ogenblik mij te willen benaderen. Aldus schorst de voorzitter om 22.45 uur de vergadering om hem vervolgens om 22.47 uur te heropenen. De VOORZITTER: Dames en heren wij zullen doorgaan. Dan is aan de orde punt 8 van de agenda. 8Voorstel Aanbieding nota "De Haven in Kort Bestek". (Nr. SOB/5) De heer V.D. WATER: Met betrekking tot punt 6. op blz. 3. Daar staat o.a. dat er gesprekken hebben plaatsgevonden met de eigenaren van de vissersvaar tuigen. Ik zou willen vragen of nader toe te lichten is met wie die gesprekken hebben plaatsgevonden. In de laatste alinea van punt .6 wordt gezegd dat de 24 plaatsen die vrijkomen geschikt zijn voor sportvisboten. Ik denk dat dat een onjuiste benaming is. Ik denk dat daar eigenlijk moet staan dat die plaatsen ter beschikking komen van kleinere boten. Anders zou straks iemand die niet gaat vissen daar niet kunnen liggen als men het bij de letter pakt. Dan met betrekking tot het verhuizen van de post ten behoeve van de haven- -45- meester naar de sluis toe. Die motivatie vind ik erg onduidelijk ook onpraktisch. Er staat toegelicht dat een van de hoofdredenen is dat er toezicht moet zijn en dat dan vanuit gedachte bebouwing op de sluis visueel contact mogelijk is naar de loswal om daar de boel te controleren. Andersom kan het natuurlijk ook. Op dit moment staat de voormalige behuizing van de havenmeester nog op de loswal. We hebben toen een krediet goedgekeurd om dit te laten verhuizen naar de Kragge. Gezien de huidige ontwikkelingen op de Kragge vraag ik me af of die verhuizing noodzakelijk is. Ik zou er eigenlijk voor willen pleiten om de situatie te handhaven zoals hij nu is en alle aktiviteiten te regelen vanuit de huidige lokatie op de loswal. De heer STUART, wethouder: Om met dat laatste te beginnen. Ik denk dat toch in de nota goed tot uitdrukking gebracht is dat de meeste visuele controle en aanwezigheid nodig is bij het bedienen van de brug en ook om de in- en uitvaarbewegingen in die sluis goed in de gaten te kunnen houden en dat de aktiviteiten die op de loswal plaatsvinden op een redelijke manier met een tv-camera vanaf die sluis bekeken kunnen worden. Andersom is er veel meer risico. Juist op de plaats van die sluis is het nodig om ook daadwerkelijk aanwezig te zijn voor het geval er iets gebeurt. U weet met dit soort zaken dat je er bij moet zijn als er schadegevallen aan de orde zijn. Ik denk dat dat een heel goed argument is om bij die centralisatie te kiezen voor de lokatie bij de brug en niet voor de lokatie op de loswal en derhalve die tv-apparatuur op die loswal neer te zetten. Met wie is er gesproken? Ja met de eigenaren van die vaartuigen. De havenmeester heeft met ieder afzonderlijk gesproken en met Rijkswaterstaat. Daar is uitgekomen dat vrijwel al die mensen 2 ligplaatsen hadden, een bij de Bergse Diepsluis een nieuwe sluis en een in onze Haven. Dat heeft tot overeenstemming geleid in die zin dat de permanente bezetting van die plaats in onze Haven niet langer nodig geacht wordt waardoor er ruimte vrijkomt voor anderen. Wanneer we het dan over die 24 sportvissersboten hebben, dan gaat het om die mensen die anders altijd buiten de Haven lagen en in de winter naar binnen kwamen. De heer V.D. WATER: Toch nog een reaktie. Het is namelijk zo dat die sportvissers en beroepsvissers georganiseerd zijn in de vereniging. Ik had het eigenlijk prettiger gevonden als de gesprekken gevoerd waren met de vertegenwoordigers van die organisatie. Ik ben bang dat we straks misver standen krijgen met mensen met vissersboten -dat zijn er nog 3 dacht ik in Bergen op Zoom- en een aantal van 15 sportvissers. Misschien geeft dat reden tot discussie. Anderzijds had ik eigenlijk verwacht dat in de lokatiekeuze van waar de havenmeester gaat vertoeven ook een mogelijkheid zou zijn om de scheepvaartbewegingen op het Schelde-Rijnkanaal in de gaten te houden omdat juist daar ter plaatse nogal wat gevaarlijke situaties onstaan zijn, regelmatig omhoogvaren. Dat is dus onderdeel van het rampenplan -of hoe men dat ook wil noemen- lokatie bewaking, als die motivatie mede aangevoerd was om de lokatie daar te doen plaatsen had ik gezegd, het is een goede zaak. Ik heb nu mijn twijfels over de keuze want ik denk dat ze beiden zouden kunnen. De heer STUART, wethouder: Er is ook met die 3 vissers gesproken, er is met iedereen gesproken. Ik denk dat dat net zo goed was als via een bond, er is met iedereen overeenstemming. Er is afgesproken dat wanneer er aan de Bergse Diepsluis zwaar weer is -en het kan dat je er met zuidwestenstorm niet zo gemakkelijk ligt in die boxen- dat je dan naar binnenkomt om tijdelijk bijvoorbeeld aan de loswal te gaan liggen. Die afspraken zijn sluitend en met iedereen persoonlijk gemaakt kunnen worden. Voor wat betreft het Schelde-Rijnkanaal denk ik voorzitter -en ik kijk even naar u- dat onze havendienst daar nu niet direkt een taak heeft en derhalve

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1988 | | pagina 159