aantal parkeerplaatsen niet is uitgebreid, u niet het aantal parkeerplaatsen
moet reduceren tot 0 op de Grote Markt. Wel willen wij dat er geen uitbrei
ding plaatsvindt om te voorkomen dat we over 2 jaar na de verkiezingen
zeggen, nu staan er 56 dan gaan we weer tot 25. Dat jo-jo gedoe willen we
niet meer. Wij willen in de toekomst tot een parkeervrije Grote Markt komen.
Wij hebben het niet gehad over een autovrije Grote Markt. Ik wil daar nog
even de nadruk op leggen. Autovrij is in onze ogen op dit moment en ook in
de toekomst onmogelijk, met een schouwburg die er aan zit te komen en een
stadhuis. Wij willen geen parkeermogelijkheid.
Ik wil nog even richting CDA-fraktie het volgende zeggen. Het is toch duide
lijk dat het CDA niet de beslissingen in de commissie neemt maar wel in de
raad? Dat was het.
De heer VAN DER KALLEN: De inrichting van de Grote Markt kan m.i. niet los
worden gezien van het toekomstig gebruik van het plein. Verre toekomst of
niet, de discussie in de commissie RO zoals aan mij verwoord, is heel reëel
overgekomen. Zo blijkt ook uit de reaktie van de marktkooplui. Als de
wethouder nu zegt dat de verplaatsing van de weekmarkt van de baan is, zou
ik tevreden zijn. Wat ik verder mis in het betoog van de wethouder is de
intentieverklaring naar geen blik en een termijn. Dan zijn de plannen van nu
voor mij acceptabel als korte termijnoplossing. Stap voor stap -om de
woorden van de wethouder te herhalen- is begrijpelijk maar wat zijn de
termijnen van zijn stappen naar geen blik?
Nog een aantal opmerkingen naar de partijen toe. Naar D'66. Ik vind het ook
jammer maar helaas nemen gemeenten geen rijbewijzen in. Dat is een zaak van
de rechter. Voor de rest ondersteun ik de D'66 opmerking voor sluiting van
de binnenstad voor blik in de maanden mei, juni, juli en augustus van harte.
Ik denk dat dat een hele goede suggestie is want per slot van rekening wan
delen we en zitten we het meest op terrasjes in die maanden.
Tot slot nog iets over het amendement van de VVD. Ik heb er geen behoefte
aan omdat het college er grotendeels aan werkt. Vooral naar punt 2 toe, ik
vind het een beetje absurd. Ik denk inderdaad dat als je op het
Catharinaplein wat wilt doen en de bomen wilt laten staan -ik ben voor
bomen zowel hier als op het Catharinaplein- je voor een handvol parkeer
plaatsen een hoop geld zal uit moeten geven. Derhalve wijs ik de motie af.
De heer BOLSIUS: Uit de opmerking van de heer van der Kallen blijkt enig
onbegrip omtrent onze standpunten dat bij meermalen verkeersovertreden een
rijbewijs gevorderd kan worden. Natuurlijk is het niet de gemeente die dat
doet. Het is in overleg met de officier van justitie wel degelijk een
onderdeel van het vervolgingsbeleid te maken, dat als meerdere malen een en
dezelfde rijbewijshouder zich schuldig maakt aan een massaal aantal
verkeersovertredingen, dat dan middels het rijbewijs afnemen duidelijk wordt
gemaakt dat hij zichzelf buiten de normale rechtsorde als verkeersdeelnemer
geplaatst heeft.
De VOORZITTER: Dank u wel, het woord is aan de heer Nijpels?
De heer NIJPELS: Ik heb eigenlijk helemaal geen behoefte meer. Er is al
zoveel over gesproken vanavond. Ik sta achter de fraktie van D'66, die heeft
het naar mijn idee goed verwoord en gedeeltelijk de VVD.
De heer V.D. WATER: Ik wil me beperken tot punt 2 van het voorstel. Het is
vanavond weer duidelijk gebleken dat de discussie zich toespitst op 2 punten
namelijk beperkingen t.o.v. het foutparkeren. Het tweede. Een nieuwe relatie
in deze gebracht door wethouder van der Velden, vol vuur, om tegemoet te
komen aan nieuwe ontwikkelingen in de binnenstad en daarvoor ruimte te
reserveren op de Markt. Ik vind de eerste oplossing om maatregelen te nemen
-25-
tegen overtreders op deze manier volkomen ongeschikt. Het meeste foutparke-
ren gebeurt 's avonds. Als men dan naar de parkeergarage gaat, staan er
praktisch geen auto's. Het is dus puur gemakzucht. Op deze grond maatregelen
treffen vind ik veel te ver gaan. De suggestie van de wethouder om tegemoet
te komen aan nieuwe ontwikkelingen vind ik ook fout, ondanks dat hij het met
veel vuur bracht. Je moet de mensen niet achteraf laten wennen maar vooraf.
Als je dus nieuwe ontwikkelingen wilt, zul je de mensen kenbaar moeten maken
dat er weinig ruimte is om te parkeren. Niet achteraf de plaatsen die ze
graag willen weer ontnemen.
De heer VAN WIJK: Voorzitter een kort vraagje n.a.v. hetgeen wat u stelt op
pagina 2 van het voorstel na punt f. en voor de verbetering doorstroming
bussen. U overweegt ontheffing te verlenen voor 8 auto's waarvan de
bezitters en inzittenden de rouw- en trouwdiensten kunnen bijwonen. Mag ik
daaruit de conclusie trekken dat de ingang voor rouw- en trouwdiensten dan
verplaatst wordt van de Grote Markt naar de Kerkstraat? Dat zou ik vanwege
gevoelens van piëteit zeer waarderen. Is naar aanleiding daarvan overleg
geweest met het kerkbestuur?
De VOORZITTER: Dank u wel meneer van Wijk. Dames en heren misschien nog voor
de goede orde. Meneer van der Kallen het eventueel verplaatsen van de
weekmarkt is thans niet aan de orde. Het is een van de elementen waarover in
de commissie gediscussieerd is zonder daaraan op zichzelf besluiten met
rechtsvervolg te verbinden. Aangezien het thans niet voorligt is een
discussie daarover op zichzelf sfeerverbeterend -zoals de heer van de Water
dat uitdrukte- maar leidt niet tot een besluit in formele zin.
Mevrouw v.d. Putte wellicht moeten we uw maatregelen, aangevuld door de heer
Bolsius omtrent de juridische portee van de zaak, misschien eens bespreken
met de officier van justitie. U moet zich aan de andere kant natuurlijk ook
afvragen of het voor degenen die belast zijn met de controle op naleving van
dit soort voorwaarden, daar waar je telkenmale dezelfde soorten mate van
overtredingen tegenkomt, enige vreugde in dit leven schept. Het antwoord
daarop is betrekkelijk kort, dat is nihil. Ik denk dat u dat bij het nemen
van dat soort besluiten ook moet willen wegen.
Wat in Zierikzee mogelijk is, is denk ik niet altijd in Bergen op Zoom
mogelijk en omgekeerd.
Mevrouw V.D. PUTTE: Ja, maar er zijn toch wel argumenten voor, voor dat
laatste.
De VOORZITTER: Ik wacht maar af. Mevrouw Noorman u heeft omtrent uw motie/
amendement gezegd, ik heb het in het Reglement van Orde niet kunnen vinden.
Ik heb wellicht een wat royale uitleg gegeven aan de orde van de
vergadering. Ik denk dat het heel goed was dat nu uw motie/amendement in
voldoende mate was ondertekend in een zo vroeg mogelijk stadium deel kan
uitmaken van de beraadslagingen, daar waar het immers gericht was op het
nemen van feitelijke besluiten en maatregelen. Ik zei dat in een poging om
de duur van de behandeling van dit onderwerp tot aangename proporties terug
te brengen.
Mevrouw NOORMAN: Voorzitter, mag ik even interrumperen. Ik wilde hem niet
indienen na de eerste termijn omdat ik eerst het college het woord wilde
laten voeren en vervolgens na kon denken of ik alsnog dat amendement in zou
dienen. Het kwam door uw manier van uitleg geven aan het Reglement van Orde.
Dat is uw zaak.
De VOORZITTER: Ik moet u zeggen ik ben daar tot op dit moment op zichzelf
tevreden mee. Het heeft in tweede termijn bij ieder van de sprekers aandacht