- 10 - De heer BOLSIUS: Zoals ik al zei, ik wilde inhaken op hetgene de heer Dekkers zei. Het is namelijk zo dat ik denk dat een goed bestuur zich kenmerkt door de wijze waarop met uitzonderingen wordt omgegaan en niet waarop de regeltjes worden toegepast. Ik denk dat juist de acuutheid van de voorziening nog eens temeer wordt benadrukt naar de minister toe als wij als gemeente zeggen we konden die niet zo langer laten estaan, geachte minister, we hebben zelf datgene al moeten doen, zo noodzakelijk was die voorziening. De heer RONNES: Voorzitter, mag ik ook een interruptie plegen. Het is toch normaal dat de overheid acuut onveilige situaties oplost Deze motie is dus volstrekt overbodig. De heer VAN DER STOEL: Ook graag een interruptie van deze zijde. Ik zie nu ineens de panieksituatie niet en de afschuwelijk onveilige situatie die gaat optreden als de gemeenteraad van Bergen op Zoom in de raads vergadering van hedenavond niet tot dit soort besluiten overgaat. Afge zien van de precedentwerking moeten wij niet dramatisch doen. Die tegels liggen er al zo lang. Ik zou u graag willen verwijzen naar de literatuur over de gevaren van rubberen tegels. Ik vind dat u sterk overdrijft. De heer BOLSIUS: De heer Van der Stoel heeft of de stukken niet gelezen of hij meent dit te moeten badineren want het betreft niet alleen tegels het betreft ook de hele glassituatie daar ter plekke. De VOORZITTER: Dank u wel. U heeft daar inmiddels het woord in voldoende mate over kunnen voeren. U heeft ook het advies van de wethouder daarom trent gehoord. Ik zit nog even naar de procedurele kant van de zaak te kijken Het is duidelijk dat wanneer u daar stemming over vraagt ik het amendement mag aanmerken van de heer Van der Kallen, mevrouw v.d. Putte en de heer Bolsius als eerste in stemming komt. Daaronder zou u tevens kunnen begrijpen dat het onverwijld uitgevoerd moet worden en dat is dan een wijziging van de begroting zoals bedoeld in artikel - dat ben ik op dit moment aan het opzoeken in de gemeentwet maar het is een artikel wat ik niet iedere dag lees en waar een heleboel jurisprudentie achter zit - 2A8 Artikel 2A8 bepaalt dus dat in gevallen van dringende spoed men bij hoofdelijke stemming kan besluiten dat een uitgaaf wordt gedaan zodra de begroting of de begrotingswijziging waarbij deze uitgave is geraamd is goedgekeurd mits dit besluit terstond wordt ingezonden aan Gedeputeerde Staten. Zo de uitgave is geraamd bij een begrotingswijziging welke nog niet ter goedkeuring is ingezonden wordt deze begrotingswijziging te- samen met het in vorige volzin bedoelde besluit aan Gedeputeerde Staten ingezonden. Als dat de situatie is die u zich voorstelt dan geef ik u gaarne in overweging om toch goed af te wegen datgene wat de wethouder daaromtrent heeft gezegd, de normale procedure zoals die nu eenmaal in de onderwijswetgeving is voorgesteld te volgen. Samengevat begrijp ik dat de combinatie van artikel 2A8 van de gemeente wet zoals ik u die net heb voorgesteld het doel beoogt te zijn wat het amendement van mevrouw V.d.Putte, de heren Bolsius en van der Kallen ge- oogt te bereiken. Dames en heren, wij hebben er in voldoende mate over gesproken of wilt u daar nog in de fractie over spreken Niet dat ik u daartoe uitlok De heer VAN DE WATER: Toch nog een reactie.Gezien de precedentwerking die dit tot gevolg kan hebben ondersteunen wij de woorden van de wet houder. De VOORZITTER: Dan dames en heren heb ik nr. 10 getrokken als voorstemmer. De porté van datgene waarover u een besluit neemt zal u voldoende bekend ziin 9 Ik mag aannemen dat u stemming vraagt over het amendement Het besluit dat aan de orde is is of u voor of tegen het amendement bent. - 11 - Dit inclusief zoals bedoeld in artikel 2A8 van de gemeentewet. Voor het amendement stemmen: de heer Van der Kallen, mevrouw v.d Putte en de heer Bolsius. Tegen het amendement stemmen: mevrouw Ambagts, de heer Boogaart, mevrouw Dirker, de heren Aertssen, Ronnes, van Es, van de Water, van Wijk, Muller, P.M.L. Franken, mevrouw Van Dort, de heren A.J. Franken, Westerhof, Stuart, Dekkers, van der Velden, Bakx, van Kemenade, mevrouw Krijger, de heren Van der Stoel, Smits en nijpels. De VOORZITTER: Tegen het amendement hebben zich 22 leden van uw raad uit gesproken, daarvoor 3 zodat het is verworpen. Dan vraag ik u of u over het voorstel nog stemming wilt of aantekening. Zo niet, dan is aldus besloten. 11Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet van f. 193.6A7,- voor de inrichting oostelijke Binnenschelde-oever (Verzameling 1988, nr. SOB/1 De heer VAN DER STOEL: De VVD-fractie kan er begrip voor opbrengen en onder steunt het zelfs dat u graag deze zomer een gedeelte van de plannen gerea liseerd wilt zien, maar dan houdt ons begrip ook op. Dit voorstel is weder om, ik moet dat voor de tweede keer deze avond zeggen maar dan toch wel bij een heel wat belangrijker stuk dan het eerste, niet in de commissie behandeld. Wij vinden dat pijnlijk en wij wilden daar dan toch melding van maken. De heer DEKKERS, wethouder: Mijnheer van der Stoel, mag ik u erop wijzen dat het in de commissie COS aan de orde is geweest. De heer VAN DER STOEL: Ik bedoel de commissie Ruimtelijke Ordening, daarin is het niet behandeld. Dat heeft mijn fractie niet op prijs gesteld, dat had men daar graag behandeld willen zien. Op de derde plaats wilde ik opmerken dat wij u toch wel graag op het hart zouden willen binden om komende deelplannen absoluut ook in de commissie Ruimtelijke Ordening te behandelen omdat wij om zicht erop te kunnen houden toch minstens de plannen in de commissies gezien moeten hebben. Mevrouw AMBAGTS: Wij kunnen accoord gaan met dit krediet. Wij hebben echter nog wel een vraag. Voor de ontwikkeling van het gebied is het erg belangrijk dat het beheer goed geregeld wordt. Heeft het college daar al ideeën over of kunt u ons daar binnenkort mededelingen over doen De heer BOLSIUS: Dit voorstel heeft onze instemming omdat het zoals hier staat, het komend seizoen al noodzakelijk is om voorzieningen te treffen die een verantwoord gebruik mogelijk maken. Maar een verantwoord gebruik achten wij uitsluitend dan mogelijk als de levensduur van de aan te brengen voorzieningen in ieder geval het seizoen overschrijdt. Dat kan als er maatregelen tegen vandalisme genomen worden. Wij hebben gemist in dit stuk in ieder geval de kostenpost die daarmee verband houdt en misschien dat het iets aansluit op de vraag van mevrouw Ambagts betreffende het beheer. Wij menen gezien het huidige gebruik van het terrein dat het hoogst noodzakelijk is om extra maatregelen te nemen om al die voorzieningen die in het totaal toch bijna f. 200.000,- gaan kosten te beschermen. De heer VAN WIJK: In aansluiting op hetgeen de heer Bolsius zegt wil ik zeggen dat dit voorstel om recreatieve voorzieningen aan te brengen in de oostelijke Binnenschelde-oever uitvoerig in de commissie COS gebracht is. Wij naderen de zomerperiode. Deze oeverrecreatie zal voorlopig in gebruik worden genomen dit jaar. Ik verzoek de wethouder juist die voorzieningen die

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1988 | | pagina 125