Voorstel inzake de bezetting van het welstandscollege. (Verzameling 1988, nr. RO/77) Vavt npR STOEL' Van de week zaten de stukken die u toezegt in het raadsvoorstel niet in het dossier. We zullen u -verder „iet lastig over vallen en erop vertrouwen dat u een goede keus hebt gedaan, nnze vraag ïu?dde of u een volgend oaal zo'n voorstel ook in de co-issie Jnen behandelen o.a. eet als achtergrond dat een commissie die later in het leven geroepen wordt om in de binnenstad een oordeel te geven er een afstemming komt tussen beide organisaties. n i,00r van tier VELDEN, wethouder: Ik wil de laatste vraag positief beant- woordenWat het overige betreft heeft u gelijk dat het niet compleet was en daarvoor excuses. n VOORZITTERHet zal u niet ontgaan zijn dat er nieuwe microfoons staan en wij zijn nog niet geheel gewend aan het indrukken van het juiste knopje. De heer RONNES: Dan zijn wij weinig soepel voorzitter. w „rnD7TTTFR- Ik zag al dat de heer Ronnes het woord nam zonder dat hem dat De VOORZ iddellijk Werd dat afgestraft door een vreselijke aanslag gegeven u ontgaan zijn dat er een nieuwe installaties is °n ïïfhooen-dat vooral ook de publieke tribune daar profijt van zal hebben en ons beter verstaat. Neen U verstond ons altijd al goed Dames en heren ik denk dat het nuttig is en vraag u of u over de bezetting van het welstandscollege een schriftelijke stemming wenst. De heer NIJPELS: Mag ik wat vragen, hoe komen die candidaten tot stand Vb unnnvTTTER- Het lijkt mij onnodig op uw leeftijd daar nog een biologisch antwoord op té geven maar wethouder Van der Velden kan de politieke besluit- vorming daaromtrent misschien toelichten. VAM tafr VFTDEN wethouder: Zelfs dat is niet altijd even eenvoudig De heer [k kan u wel zeggen dat gekeken wordt naar candidaten a1 Lrhikt geacht worden voor een dergelijke functie en dan wordt gekeken die ge g provincie of in de buurt van de provincie daarvoor in ïanmerking1komen. Daar wordt dan mee gesproken.op basis van kwaliteit en achtergrond wordt dan een voordracht gemaakt. De heer NIJPELS: Wie draagt die candidaten dan aan Tb ka V van DFR VELDEN wethouder: Er wordt vanuit het bestuur c.q. de dienst De heer VAN DER VEL hun kwaliteiten in aanmerking kunnen gekeken we e ca nrekken mee gevoerd en een selectie gepleegd. Daarbij komen. Daar worden ff ^ekken^ee^ dat het toch gaat om een functie die is het overigens g nodige tijd voor staat en waarvoor de vergoeding eigenlij^matig te noemefis Jfh-t dus ook afhankelijk van de bereidheid van de candidaten om daarmee ^stemmen. ,in der stoel ömBoikJnogSeens in dè commissie te spreken op welke wijze de candidaat- stelling plaatsvindt. ar, i o óén vacature. De verordening schrijft voo™dat"u"u eenedubbeltal Leten voorleggen zodat wij tot schriftelijke stemming ™Hen moeten overgaan jjlrdie vaca ure te voorzien.^vraag de bode de stembriefjes rond te -engen en Mag lk Z Dort vragen het daarvan te willen vervullenj - 3 - De VOORZITTER: De presentielijst is getekend door 24 leden van de raad en er zijn 25 leden aanwezig. De heer VAN KEMENADE: Dat klopt met het aantal stembriefjes. De VOORZITTER: Niet iedereen heeft dus de presentielijst getekend. Ik zal niet laten merken wie het is, maar vervult u alsnog uw plicht. Op zichzelf is het niet zo verschrikkelijk relevant, er zijn op het ogen blik 25 leden van de raad in de zaal, daaromtrent bestaat geen misverstand, zodat 25 geldige stemmen uitgebracht zouden kunnen worden. Mevrouw VAN DORT: Er zijn 25 stemmen uitgebracht waarvan 24 op de heer Van Hoytema en 1 op de heer Smink. De VOORZITTER: Waardoor de heer Van Hoytema is benoemd. Dank u zeer, mevrouw,mijne heren van het stembureau. 6. Nota inzake de relatie tussen gemeente en het Streekgewest Westelijk Noord- Brabant. (Verzameling 1988, nr. BJZ/74) De heer A.J. FRANKEN: Indien ik nu iets zeg over de nota inzake relatie tussen gemeente en streekgewest, dan mag u mij verwijten dat ik de termijn heb laten verlopen binnen welke wij de gelegenheid hadden vooraf schrifte lijk onze bezwaren kenbaar te maken. Er is uiteraard een reden voor, maar toegegeven formeel had ik binnen deze termijn moeten reageren. Ik meen echter in deze raadsvergadering alsnog mijn mening hierover te kun nen zeggen. Ook onze fractie heeft meerdere malen aangedrongen op een ver betering van voorbereidingen van vergaderingen van de Gewestraad. Onze fractie vindt dat dit aspect in deze nota onvoldoende aan de orde komt. Het is bekend dat een aantal gemeenten meer aandacht besteden aan streekgeweste- lijke zaken. Deze nota zegt letterlijk dat de belangen waar de leden van de Gewestraad voor op moeten komen kunnen botsen met de belangen van individu ele gemeenten en met het beleid dat die gemeenten in concrete gevallen heb ben uitgestippeld. Bij botsing van die belangen dient bij de leden van de Gewestraad het vertrouwen van de gemeenteraad te prevaleren. Natuurlijk weet ik dat wij dienen te stemmen zonder last van of ruggespraak met hen die ons benoemden, maar het is toch van enorm belang dat wij bepalen wat onze belangen dan wel zijn, wat voor een beleid wij dan willen uitstippe len. Het is toch niet de bedoeling dat door de overdracht van taken de raad geen of nauwelijks geen invloed heeft op de gang van zaken van het Streekge west. Wij zijn principiële voorstanders van een Gewestraad, laat deze Gewest raad zich meer gedragen weten door de gemeente en de gewestraadsleden. Daar schort het nog wel eens iets aan. Wij kunnen daar naar mijn mening iets aan doen door de zaken veel beter voor te bereiden, de betrokkenheid van onze leden in het Streekgewest zal alleen maar groeien. Voorzitter, wij willen ons werk gewoon beter doen en nogmaals, dit stuk achten wij op het punt van voorbereiding onvoldoende. Het stuk gaat verder uit van twee aspecten, de informatieuitwisseling en de verantwoordelijkheid. Met de informatie is het stuk snel klaar want in artikel 34 van de gemeenschappelijke regeling staat dat het daar is opgenomen. Jawel, informatie tussen gemeenten en gewest, maar hoe is de informatie tussen de raden en het gewest. Stukken komen niet of nauwelijks in onze raad aan de orde, ook niet in de commissies, een enkele keer uitgezonderd. Uitvoerig gaat het stuk in op de verantwoordingsplicht. Daartegen uiteraard geen enkel bezwaar Je vraagt je wel af waarover en aan wie. Een Gewestraads lid kan zich natuurlijk verantwoorden over een ingenomen standpunt, doch de toetsing aan het gemeentelijk uitgestippeld beleid kan nauwelijks geschieden omdat dat onvoldoende is voorbereid. De nota zegt overigens dat het nodig is tot een goede overlegsituatie te komen. Prima voorzitter, maar is dan de commissie AJZ hiervoor dan het geëigend orgaan

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1988 | | pagina 121