-30-
x. Overzicht van geleden verliezen bij executoriale verkopen van woningen.
a.
De heer VAN ES: Voorzitterin het begin een vraagje ter vergroting van mijn
kennis. Kunt u aangeven wat de consequentie is van het onthouden van de
goedkeuring aan artikel 16 lid 3 van het bestemmingsplan Stadskern-West
zoals dit in dit Koninklijk Besluit is verwoord?
De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Er zal een nieuw artikel gemaakt moeten
worden. Het is niet goedgekeurd dus moet er opnieuw een artikel en een
procedure geredigeerd worden. Ik denk dat het niet anders kan. Dat kan vaak
heel tijdrovend zijn. Maar dat is een uitkomst van een Koninklijk Besluit.
De VOORZITTER: De herziening, de aanpassing aan de uitspraak vanwege de
Kroon verleend, zou binnen een jaar dienen te geschieden, na afkondiging van
het Koninklijk Besluit. Maar het is ook een zaak die via u moet lopen.
U weet het gaat over het winterterrassenbesluitWel, u zult tot een nieuwe
regelgeving moeten komen met inachtneming van dit Koninklijk Besluit.
m.
Mevrouw NOORMAN: Voorgesteld wordt de volgende stukken ter kennisgeving aan
te nemen, het schrijven van de VVD-fraktie van 6 januari, wat wij vanzelf
sprekend weten en ook het antwoord van burgemeester en wethouders op
genoemde brief. Allereerst een opmerking over de door het college inzake
beantwoording van onze brief gevolgde procedure.
De brief van 6 januari van de VVD-fraktie waarin wij voorstelden een budget-
tair-neutrale bijdrage te leveren ter stimulering van het bedrijfswezen om
arbeidscontracten van minimaal 2 jaar aan te gaan met langdurig werklozen.
Tot onze verbazing kraakte de wethouder via de pers het voorstel van de VVD-
fraktie al af voordat er een commissievergadering begonnen was. Bij de
stukken ter voorbereiding van de commissievergadering op 24 maart, lag geen
antwoord van het college. De wethouder deelde staande de vergadering mede
dat het college achter het ambtelijke advies stond. De brief van het college
aan de VVD-fraktie is pas op 25 maart uitgegaan en mochten wij dit weekend
in ons postvak aantreffen. Een vreemde gang van zaken vinden wij.
Dan het commentaar op uw brief. U stelt dat de uitvoerbaarheid van de door
ons voorgestelde subsidievoorziening technisch eenvoudig is. Met andere
woorden, geen problemen in de uitvoering en niet kostenverhogend.
Ten tweede. Vervolgens vraagt u zich af of deze voorziening daadwerkelijk
zal leiden tot uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen en daarnaast stelt
u dat u van mening bent dat verhoging van loonkostensubsidie niet zonder
meer tot deze uitbreiding zal leiden. Met andere woorden, u bent niet bereid
om het uit te proberen.
Ten derde. U stelt vast dat m.n. bij het midden- en kleinbedrijf de bereid
heid bestaat om voorrang te geven aan langdurig werklozen bij het vervullen
van een vakature. Precies, voorzitter, die bereidheid om vakatures te ver
vullen bestaat er wel, de financiële middelen ontbreken nogal eens.
Conclusie, een subsidievoorziening als voorgesteld door de VVD-fraktie zou
juist het midden- en kleinbedrijf kunnen stimuleren om inderdaad mensen die
reeds lang trachten een plaats te veroveren op de arbeidsmarkt, een arbeids
contract aan te bieden.
Ik herinner u er aan dat nog niet zo lang geleden wel een financiële
ondersteuning door de raad is gegeven aan een groot bedrijf in Bergen op
Zoom, bij het opzetten van een scholingsprojektKennelijk is het college
niet bereid om ook het midden- en kleinbedrijf op de voorgestelde wijze te
subsidiëren. De VVD-fraktie neemt daar goede nota van.
Tot slot stelt u dat de zorg voor het arbeidsmarktbeleid in de eerste plaats
een taak en zorg is van de rijksoverheid. Uw angst dat de gemeentelijke
-31-
aanvulling op een rijksregeling een inbreuk betekent op de taak- en
bevoegdhedenverdeling tussen rijk en gemeenten en in strijd kan zijn met de
wet, is volstrekt ongegrond in deze. De gemeente Middelburg heeft dat
inmiddels bewezen.
Verbetering van de werkgelegenheid is een zorg van ons allemaal. De VVD-
fraktie is van mening dat veel meer inhoud gegeven kan worden aan de
toevoeging "werkgelegenheid" aan de portefeuille van de heer Bakx. Tot nu
toe is het inderdaad een druppeltje op de gloeiende plaat geweest die even
gesist heeft. De plaat is nog witheet en dat druppeltje is al lang in het
niets verdwenen. Dat was ons commentaar.
De heer VAN DER KALLEN: Ik wil de woorden van mevrouw Noorman onderschrij
ven.
De heer BAKX, wethouder: Allereerst over de procedure. Er lag een advies van
de direkteur van Sociale Zaken, wat gewoon het college heeft gepasseerd. We
hadden eigenlijk de stempel gemeentebestuur daar op moeten zetten. Maar u
weet ook dat in het kader van de reorganisatie, voortaan rechtstreeks stuk
ken van de diensten naar B en W zullen gaan alvorens het secretarie te
passeren. Ik heb u ook gezegd dat dit stuk inderdaad een collegestandpunt is
dus wat dat betreft wijkt de brief, zoals u die hier aantreft, ook niet af.
Verder gaat u in op de inhoudelijke aspekten. We hebben in de commissie
duidelijk naar aanleiding van o.a. de evaluatie van het werkgelegenheidsbe
leid, een aantal faktoren genoemd waarop wij denken een en ander in die
werkgelegenheidssfeer te moeten stimuleren. Dat is nu niet direkt het
projekt zoals dat in Middelburg wordt toegepast omdat juist in die voorfase
om te komen tot een verwerving van een arbeidsplaats, je ook een stuk
scholing en ervaring zult moeten opdoen. In die categorie hebben wij de
prioriteit willen stellen.
Een maatregel zoals wij nu kennen van vermeend/moor, die werkt in de
praktijk prima. Dat hebben we duidelijk in de cijfers van het arbeidsbureau
kunnen aantreffen maar er zit nog een hele grote groep voor. Ik hoef u maar
te verwijzen naar het Tijdelijk Jeugdwerk Garantieplan. In het kader daarvan
hebben wij een aantal financiën ingezet voor juist die groep waarvan wij
vinden dat die nog niet tot de categorie behoort om al gelijk aan het
arbeidsproces te kunnen deelnemen. Dat vinden wij belangrijker dan te
zeggen: Als er een voorliggende voorziening is -en die wordt al door de
rijksoverheid gesteund-, moet dan de plaatselijke overheid ook nog eens
2.000,- per geplaatste werknemer subsidiëren. Ik denk dat dat op dit
moment niet op zijn plaats is. Wij hebben de prioriteiten anders gesteld.
Mevrouw NOORMAN: Ik begrijp helemaal niets van het verhaal van de wethouder.
Hij zegt: het subsidiëren extra. Nee om de dooie dood niet. Het is het stuk
geld wat wij toch al moeten subsidiëren uit eigen middelen aan de
gemeentelijke dienst. Die top kunt u dan gemakkelijk subsidiëren aan het
bedrijfsleven om een vaste arbeidsplaats. Ik vind het prima, alle medewer
king voor scholing, voor mensen -zoals u zegt net- die nog niet aan arbeids-
plaatsing toe zijn, dat is flauwekul. Dat hele projekt wat de gemeente
opgestart heeft is wel degelijk om de mensen in een arbeidsproces deel te
laten nemen, met het oog op een vaste arbeidsplaats. Dus ik vind uw uitleg
niet in de haak.
Het tweede punt is, u schermt nu met de gegevens van het arbeidsbureau. Daar
zal ik me maar niet over uitlaten. Ik vind dat het in de brief gestelde,
enigszins misleidend werkt.
De heer BAKX, wethouder: U zegt: als je die extra voorziening zou toepassen
dan zou dat het gemeentelijk apparaat kunnen verlichten. Dat zou inderdaad