- 24 - Het blijkt een moeilijke materie te zijn, niet alleen zijn de te renoveren huizen ingedeeld in nieuwe groepen maar ook de subsidietechniek is totaal veranderd. Verschillende andere regelingen zijn samengevoegd zoals energie besparende maatregelen, verhuis- en inrichtingskosten en exploitatietekort aangekocht bezit. 104 artikelen beschrijven overigens exact hoe woningen te renoveren. Interessanter blijken de bijlagen van het rapport te zijn waar de verhouding tussen de gemeente en de verhuurders aangegeven wordt. In het kader van de decentralisatie blijken veel verantwoordelijkheden naar de gemeente te komen. Belangrijk is dan ook de tekst onder 1.3.2.4 waar onder andere staat dat de gemeente politiek verantwoordelijk is voor het locaal volkshuisvestingsbe leid en voor een doelmatige en doeltreffende besteding van de ter beschikking gestelde financiële middelen. De gemeente toetst en dat is nieuw, de verhou ding kosten - kwaliteitsverbetering en vraagt daarna de subsidie aan bij de H.I.D. De gemeente bepaalt dus welke woningen ter verbetering worden voorge dragen. Alle plannen die aan de voorwaarden voldoen moet de H.I.D. voor sub sidiëring in aanmerking laten komen."Dat houdt dus automatisch in dat de ge meente deprioriteitsvolgorde moet aangeven van de woningen die in ons geval overwegend door de corporaties en het gemeentelijk woningbedrijf worden aan geboden. Bij een budget-gemeente moet daartoe per 1 januari 1988 een subsidie vastgesteld worden, eerst nadrukkelijk overleg met de sociale verhuurders. Bergen op Zoom is geen budgetgemeente en dan adviseert de staatssecretaris in ieder geval afspraken te maken op welke wijze de toetsing plaatsvindt. Informatie bij de corporaties heeft geleerd dat dit overleg niet heeft plaats gehad. Dat kan inhouden dat meer plannen bij de gemeente op tafel komen dan het jaarlijkse contingent groot is. Eventuele toezeggingen door de gemeente in dit begrotingsjaar worden dan niet gevolgd door bijdrage uit 's rijks kas. Blz. 203, punt 3. punt f. Dit geeft aan dat toekenning slechts zal plaatsvinden onder voorwaarde dat de gemeente van het rijk geldelijke steun zal ontvangen tot een gelijke omvang. In dit punt is niet voorzien in de mogelijkheid van een groter aanbod dan het contingent. Mijn fractie stelt derhalve voor om punt f. aan te vullen met "Bij verwachte overschrijding van het rijkssubsidiebedrag stelt B W prioriteiten vast in overleg met de verhuurders zoals genoemd in artikel 27." Het is duidelijk dat op deze manier de gemeente als politiek-verantwoordelijke instantie bij de volgorde-vaststelling grote invloed kan uitoefenen op de exploitatie van de toegelaten instellingen. De gemeente is zelf ook exploitant. Hier komen de bezwaren van de twee petten structuur weer levensgroot boven drijven. De VVD-fractie vindt het dan ook juist dat u in het voorstel alsnog een einddatum hebt opgenomen, in afwachting van het overleg met de artikel 27-verhuurders en het daarna vaststellen van de subsidieverordening per 1 januari 1988. Tot slot nog een losse opmerking. Op blz. 195 punt c. is sprake van verhuis- en inrichtingskosten voor huurders in geval van groot-onderhoud en woning verbetering en dat zou volgens ons moeten zijn! van groot-onderhoud, woning verbetering en sloop. Voor het overige stemmen wij accoord. De heer BAKX, wethouder:Wij hebben in de commissievergadering inderdaad toch al uitgebreid stilgestaan bij dit hele raambesluit. 29 december 1986 is vanuit het ministerie het rapport aangereikt om per 1 januari 1987 toe te passen zonder dat wij een overgangsfase konden hebben waarbij wij dan rekening zouden kunnen houden met de datum van invoering. Dat noopte ons tot inderdaad een tussenoplossing om de regels zoals die waren vastgesteld door het ministerie, vooruitlopende op de ontwikkeling waarbij mj al gedachten hadden die maar zo snel mogelijk in te voeren, omdat de achtergrond dan zou zijn dat we voor elk bedragje wat maar zou kunnen leiden tot een of andere regeling elke keer bij uw raad terug zouden moeten komen. Dus voor elke isolatieverbetering, elke energiekostenbesparing zouden wij bij uw raad terug hebben moeten komen. - 25 - Dat was eigenlijk op dat moment de strekking om dit zo snel mogelijk in te voeren. Ik heb toen ook betoogd dat een werkgroep bezig is met de hele decentralisatie van de volkshuisvesting en dat die pas in het najaar hun rapportage afgerond hebben. Een en ander heeft nogal verstrekkende gevolgen. De heer Smits onderschrijft en dat onderschrijf ik zelf ook een aantal rege lingen en een aantal verstrekkende voorstellen waarbij we zeer uitvoerig moe ten studeren op hetgeen allemaal op ons afkomt. Dat is inderdaad heel wat en dat heeft nogal wat gevolgen, ook naar de corporaties. De gemeenten krijgen gewoon meer bevoegdheid ten aanzien van de volkshuisvesting. Een tweede uitgangspunt voor het ministerie is dat gesteld is dat de hele decentralisatie, de hele regelgeving zo compact mogelijk vastgelegd dient te worden en. wel bij de gemeente. Hier krijgt u nu toch al denk ik een te recht voorbeeld waarbij een aantal regelingen in een verordening worden onder gebracht. Het derde punt was eigenlijk dat ook de V.N.G. geadviseerd heeft om dit zo snel mogelijk in te voeren en ook de V.N.G. heeft geen kans gezien om een uitgewerkte verordening aan ons mede te delen, zodat wij eigenlijk zelf aan de slag hebben moeten gaan om dit raambesluit aan uw raad te kunnen aanbieden. In de commissie is terecht opgemerkt laat dit dan inderdaad voor een jaar gelden als toch de decentralisatie van de volkshuisvesting in het najaar afkomt. Ik heb daaraan gehoor gegeven en dat vindt u ook in het besluit terug. Ik moet aan het eind van dit jaar natuurlijk op deze besluitvorming terugkomen omdat we anders weer zouden verzanden praktische zaken die we elke keer zouden moeten terugbrengen. De heer Smits maakt ook nog de opmerking dat wat dit betreft ook nog geen overleg met de corporaties heeft plaatsgevonden. De corporaties maken deel uit van de stuurgroep, waarin zij vertegenwoordigd zijn. Aan de andere kant hebben wij, dat heb ik u ook al eerder gezegd, nog geen beleid kunnen bepalen omdat wij dit nog aan het bestuderen zijn. U begrijpt dus waarom wij een aantal za ken zo hebben moeten oppakken als ik u geschetst heb. U benadrukt ook nog eens terdege de toets die de gemeente moet doen aan de plannen voor de verhuurders en dat zijn niet alleen de corporaties maar omvat eigenlijk het hele scala, dat dan de plannen moeten worden voorgelegd aan de H.I.D. In deze is dus de gemeente lokaal gezien een erg belangrijke partner omdat die ook inderdaad de contingenten voor de woningverbetering aan de desbetreffende corporaties of instellingen bepaalt. U weet ook dat die jaar lijks worden vastgesteld. Ik denk dat wat u als opmerking maakt over punt c. op blz. 195 u daar gelijk in hebt als u zegt dat daar ook sloop aan moet worden toegevoegd. Ik wil dat even bij de ambtenaren laten toetsen of dat inderdaad zo is. Mijn eerste reactie is echter dat u daar gelijk in hebt. De heer SMITS: Op de opmerking op blz. 203 punt 3.f. dat acht ik juist de zwaarstwegende opmerking, de opmerking dat in deze periode waarin de subsidie verordening er nog niet is, bestaat de mogelijkheid dat verhuurders van artikel 27, die daar met name uitgesplitst worden, meer woningen aan kunnen bieden dan het contingent groot is en de gemeente de taak heeft om prioritei ten te stellen, heb ik nog geen antwoord gehad. Mijn verzoek is dus om bij punt f. aan te vullen dat dat gebeurt, die plan toetsing, in samenspraak met de corporaties zoals ik net in de tekst heb ver woord en wel als volgt: Bij verwachte overschrijding van het rijkssubsidie bedrag stelt B W prioriteiten vast in overleg met de verhuurders zoals ge noemd in artikel 27. De heer BAKX, wethouder: Ik weet in ieder geval van een corporatie, waaraan ook een contingent was toebedeeld, waarbij men daar geen gebruik van wenste te maken. Men zat ook met de periodes die gesteld worden. U weet dat dat minimaal voor 15 jaar geldt. Die maken daar verder op dit moment dus geen gebruik van. Van de andere kant heb ik u toegezegd dat wij in het najaar erop terugkomen, omrlat we dan een uitgekristalliseerd beeld hebben. De heer SMITS: Nee voorzitter, dit raambesluit gaat tot eind december. Na december verwachten wij een subsidieverordening en daar praten wij dan over, maar van nu tot die eventuele subsidieverordening moet toch overleg zijn met de

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 84