- 12 - voor de ontsluiting van het industrieterrein, van groot belang zijn. Als de heer Van der Kallen opmerkt dat het gaat om plannen die wat ruimtelijke ordening betreft en financieel gezien ambitieus zijn, dan denk ik dat dat juist is. Aan de andere kant moet opgemerkt worden dat wij dankzij inspan ningen ook van andere overheden en de wijze waarop wij op dit moment de plan vorming gestalte hebben weten te geven, ook in financiële opzicht in ieder geval lijnen hebben uitgezet en dat ook de toekomstige lijnen door het college niet zonder meer somber ingezien worden. Ik neem aan dat collega Stuart daar nog het nodige over zal willen zeggen. De fractie Gemeentebelangen/Stadspartij. Ik heb waardering voor de wijze waarop U tot een bijstelling bent gekomen. Dat is heel praktisch, heel pragmatisch. Ik denk, dat wil ik nog eens zeggen, er is veel over de plannen geschreven voor en tegen, wat denk ik wel geleid heeft tot kwalitatieve plannen die ge dragen worden. Dat vind ik een groot winstpunt van de wijze waarop wij met elkaar met burgerij en anderen, het afgelopen jaar gediscussieerd hebben. Ik heb dat zelf nooit als negatief ervaren, integendeel als instructie. Dat blijkt vanavond ook weer uit de wijze waarop juist fracties en individuele raadsleden die in het verleden wat scepsis hadden, zich nu thans opstellen. Ik nodig met name de fractie Gemeentebelangen/Stadspartij toch uit om nadrukke lijk in te stemmen met de conclusies van de nota en dat niet te beperken tot alleen onderdeel 2. Ook die andere onderdelen zijn van belang en dat wil niet zeggen dat u daarmee tot in detail de zaken vastlegt. Het gaat erom dat u instemt met de hoofdlijnen. Ik nodig u toch uit om daar nog eens over na te denken alvorens wij tot vaststelling van de nota over gaan. D'66 heeft altijd reserve gehad tegen de plannen, zij het, en dat moet nog eens herhaald worden, dat toen wij instemden met de grondaankopen dat een vrijwel unanieme beslissing is geweest van de raad. Als ik goed geïnfor meerd ben was Uw fractie het daarmee ook eens. Niet om nu even een spelde- prik uit te delen, maar ik wil constateren dat het soms kan verkeren. U hebt gezegd het is van belang om het als planologische reserve te hanteren maar U heeft, en dat vind ik heel waardevol, en dat zegt U ook in uw verhaal rekening gehouden met de diverse functies en uitspraken die gedaan zijn en daar zit een zekere mate van reserve in. Dat is juist. Ik denk dat wij de verschillende invalshoeken goed benaderd hebben. Het KB heeft inderdaad gesproken van een groenbarrière tussen het zuidelijk deel de de plaat. Het is wel goed om op te merken dat wij in het verleden daar al het nodige aan gedaan hebben en dat zelfs voordat het KB bekend was wij al een barrière gecreëerd hebben van om en nabij de 80 tot 100 m. be staande uit moeras, meren etc. Wij hebben wat dat betreft veel meer inspan ningen geleverd dan bijv. bij het gebied van de Oostvaarderplassen waar je als het ware over de barrière loopt, met je linkerbeen als het ware in het na tuurgebied terwijl je met je rechterbeen als het ware in het woongebied staat. M.a.w. ik denk dat we wel terdege, heel nadrukkelijk, naar het gebied ge keken hebben. Over het feit dat er 1800 ha. natuurgebied komt heeft het ge meentebestuur zich ook positief uitgelaten. Als u dan het restant aantal ha. bekijkt dan denk ik dat wij de diverse belangen toch proberen zo goed moge lijk te benaderen. Dan gaat u nog in op de woningbouwcijfers. Daar voeg ik niet veel aan toe of af. Eén ding is wel duidelijk, nl. dat er duidelijkheid is met betrekking tot de mogelijkheden van de Augustapolder. Dat is verdwenen, dat is één. Wat betreft cijfers kan het nogal eens verkeren. Ik breng wederom onder uw aandacht dat de woningbouw, de contingentering vrije sector, qua karakter helemaal veranderd is. Dat de woningbouwcijfers ook regelmatig bijgesteld moeten worden en dat Bergen op Zoom nog steeds een zekere opgaande lijn te zien geeft. Dat neemt niet weg dat de situatie in het jaar 2000 inderdaad - 13 - gekenmerkt wordt door vergrijzing, andere wijze van invulling etc._ Maar wij spreken ook niet over bebouwing van de Plaat met 5000 woningen. Wij geven de hoofdlijnen aan waarlangs wij planologisch beleid willen in vullen. Wij zeggen dan ook in onze nota dat de vaste wal, als zich nieuwe locaties aandienen, ook goed opgepakt moet worden. Het is ook juist uw raad, nl. de commissie ruimtelijke ordening, die ook nadrukkelijk kijkt naar de kwaliteit van het bouwen in de binnenstad en daar de randvoorwaarden ook nogal eens aangescherpt heeft het laatste jaar. M.a.w. het gaat om een èn... èn beleid en de planologische reserve zit hier natuurlijk in. We moeten kijken op welke wijze wij het gebied planologisch en economisch eigen kunnen maken. 1200 a 1500 is een verantwoord getal. Ik denk dat we dit hard nodig hebben. Het is mijn vaste overtuiging, gezien de huidige situatie, zonder verder in detail te treden, dat we volgend jaar daar heen zullen moeten omdat we op de andere locaties uitgebouwd zijn en dat we in de binnenstad diverse locaties hebben. Mogelijk komen hier meer locaties bij, maar dat wil niet zeggen dat je die onmiddellijk omzet in bouwproductie.^ De restvragen zullen de komende maanden beantwoord moeten worden, dat is juist. Dat gaan wij zeker doen. Die zullen zeker uitmonden in het ontwerp-bestemmings- plan. We hebben dat vorige week donderdag in de aanvullende commissievergadering ge zegd. Maandag is de nota uitgereikt, dinsdag bij ROVOW, maandag bij EZ, wij hebben toen donderdag commissie ROVOW gehad, toelichting plannen. Een week daarop afgesproken een nieuwe commissie. Ik kom daar straks bij de beant woording van de VVD nog even op terug. Wij hebben echter vorige week 2l a 3 uur indringend gediscussieerd. Ik moet zeggen dat met name de kwaliteit van de discussie zeer indringend was. Dat wil niet zeggen dat we nu vanavond alles vaststellen. Ik heb al gezegd dat wij op een aantal punten terug zullen komen. Het gaat om een indicatie, hoe ga je het gebied indelen, wat zijn de mogelijkheden. De verdere invul lingen zullen zeker nog moeten plaatsvinden, zij het dat wij met ons bouw programma de aanhaking aan de wijk Fort Zeekant volgend jaar willen beginnen. Ik zeg ook de D'66 fractie dank voor de wijze waarop ze na de beraadslagingen nu uitkomen op een positieve opstelling. De heer Westerhof zegt dat zijn fracite instemt met de hoofdlijnen van de nota. Dat is duidelijk, ook daarvoor dank. U spreekt over een aantrekkelijk gebied. Dat is het zeker. Het wordt een fantastisch aantrekkelijk gebied, dat is mijn overtuiging en van het hele college, met eigentijdse mogelijkheden. We weten nog niet hoe het er in 2000 of 2010 uit zal zien. Wat wel van belang is, is dat wij op verantwoorde wijze de randvoorwaarden creëren. Dit pogen wij. U raakt in hetgeen. U zegt een heel duidelijk spanningsveld,dat betreft de aspecten van grondzaken en aan de andere kant de planologische gemeentelijke belangen in ruimèrèl^in.zDat is niet te ontkennen, maar ik heb coch alle hoop dat die spanningsvelden ook de komende maanden toch op een goede manier gecontinueerd worden en ik vind met name dat de afgelopen maanden de wijze waarop de nota tot stand gekomen is, het is niet een nota alleen planologisch maar er zitten ook srondaspecten in, tech hoop geeft denk ik:dat we daar zeker verder mee kunnen. Van groot belang om de vrije sector verder uit te bouwen, laat daar geen misverstand over bestaan, dat. is duidelijk.^ Ook wij, het wordt wel eens politiek gespeeld alsoi' de ene partij louter en. alleen voor de sociale woningbouw zou zijn en de andere partij voor de vrije sector, als college maar ook ik sprekend als portefeuillehouder ruimtelijke ordening, zeg dat die diversiteit natuurlijk nodig is. Maar ik herhaal nog eens, we moeten goed de geschiedenis bekijken van het planologisch beleid en het volkshuisvestingsbeleid en waarom steden zwakker zijn geworden qua woningbouw in de vrije sector en anderen niet. Ik denk dat de provincie Noord-Brabant op dit moment een goed planologisch beleid probeert te voeren door roet name die grote steden in alle opzichten sterker te maken, ook uit het oogpunt van ruimtelijke ordening. Ik denk dat er kansen zijn. Pionierswoningen, dit spreekt u aan. U heeft de pionierswoning gedefinieerd en de heer Aertssen heeft daar nog een reactie op gegeven. Ik denk dat

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 78