- 62 - voortijdig een eind komt aan die procedure, ik moet u zeggen, dat is vrijwel de kwadratuur van de cirkel. In vergelijking met zoveel onbeken den is natuurlijk ook voor dit College, denk ik, welhaast onoplosbaar en evengoed als de kwadratuur van de cirkel dat is, hoe hard je ook pro beert er is altijd wel een element wat je niet kunt doen. Wij kunnen eens trachten er wat fantasieën over te ontwikkelen, maar veel meer dan dat zullen het ook niet zijn. De heer AüRTSSEN: Voorzitter, ik heb daar mijn gedachten over laten gaan hier in deze Raad en ik denk niet dat dat wat fantasieën zijn. Ik denk dat je daar toch serieus naar moet kijken. De VOORZIiTER: Die gedachten heb ik nog niet vernomen. U heeft er een viaag over gesteld, uw gedachten, de oplossing bij het probleem, heb ik nog niet vernomen. Ik heb heel wel begrepen dat u die vraag stelt en ik heb van die vraag gesteld dat dat 'n bijkans onoplosbare vraag is en u zegt, ik heb er over gedacht dus ilc ben heel benieuwd naar de gedachten- vorming die bij u heeft plaatsgevonden. De heer AERTSSEN: Nou voorzitter, ik denk dat het ruimtebeslag als zodanig, en ik heb het net ook aangegeven, op zich al een belangrijke faktor is voor de gemeente Bergen op Zoom om rekening mee te houden. In die zin is het natuurlijk een belangrijke zaak. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Maar meneer Aertssen, ik denk gewoon dat de inbreng ook getoetst wordt aan de bouwverordening, daarnaast heb je nog een welstandsaspekt en vooraf heb je die stedebouwkundige rand voorwaarden en ik denk dat dat de kriteria zijn die wij hier op van toe passing moeten verklaren. De heer NIJPELS: Ja maar, voorzitter, de heer Aertssen denkt toch niet dat die Amerikanen plaggenhutten hier neer zullen zetten. De VOORZITTER: Ik kan u geruststellen, meneer Nijpels, dat denkt meneer Aertssen niet! De heer AERTSSEN: Ik had de opmerking niet verstaan, voorzitter. De VOORZITTER: Nee, maar ik las even uw gedachten en dat ging oP dit ter rein makkelijker dan op dat andere terrein, meneer Aertssen, maar ik meen dat toch wel met een zekere serieuze ondertoon, misschien moeten we over dat andere punt nog maar eens spreken in een wat andere dialoog. De heer VAN DER KALLEN: Meneer de voorzitter, ik schijn toch met andere oren te luisteren dan de heer Westerhof. De heer Westerhof schijnt be grepen te hebben uit de commissievergadering dat de wijken openbaar wor den, ik heb dat niet begrepen. Ik heb de wethouder "streven" horen noemen, ik heb hem vanavond voornemens" horen noemen en ik heb hem horen noemen het is niet de bedoeling dat er een hek omheen komt". Ik heb hem niet horen zeggen er komt geen hek omheen, nu niet en nooit niet". De VOORZITTER: Ik wil dat wel even zeggen hoor, er komt geen hek omheen. De heer VAN DER KALLEN: Dat staat dan genoteerd. Dan hoef ik met m'n der- a ve niet verder te gaan. Dan wil ik alleen verder gaan met betrekking tot de Internationale School. Ook Amerikanen hebben graag de keus waar ze hun kinderen naar toe doen. Waarom zeg ik dat, omdat ook in Nederland en in de rest van Europa waar Amerikanen gelegerd zijn, regelmatig Ameri kaanse kinderen, ook Amerikaanse kinderen van militairen, op Internatio nale Scholen terecht komen en hoe komt dat, omdat Amerikanen heel veel overgeplaatst worden, ze zitten overal maar erg kort en de praktijk is, dat kontinuiteit van hun lesonderwijsmet name in de Z. Amerikaanse ge bieden en Midden Amerikaanse gebieden, vrijwel uitsluitend gewaarborgd wordt met Internationale Scholen. Ik zou toch graag willen dat het College zich hier eens op orienteerde want het zou voor Bergen op Zoom, voor de industrievestigingen ook, omdat met name Japanners graag bedrijven vesti gen v/aar in de buurt een Internationale School is, een goede zaak zijn en ik ben bang dat, gezien de komst van de Amerikanen en wat er regel geving enz. mee meekomt, dat wij maar weinig baat er bij hebben en ik zou de Internationale School een grote baat noemen. De VOORZITTER: Voor de goede orde, meneer van der Kallen, we hebben ons, en zelfs met het hier gevestigde bedrijfsleven georienteerd om te kijken of dit een argument zou kunnen zijn om tot een Internationale School te komen. Tot op dit moment hebben die argumenten niet zoveel gewicht in de schaal gelegd dat daar een positief besluit over genomen is. Ik heb u in eerste termijn willen informeren hoever de besluitvorming is, ik kan u dus thans geruststellen en zeggen wij hebben daarna geïnformeerd, breder dan alleen in de richting van defensie en we zullen daar zeker ook mee doorgaan Mevrouw NOORMAN: Voorzitter, de heer van der Kallen haalt een probleem aan dat we drie jaar geleden, meen ik, al gesteld hebben in de algemene be schouwingen De VOORZITTER: Twee jaar geleden, meen ik, maar De heer VAN DER KALLEN: De situatie is nu wat gewijzigd, natuurlijk. De VOORZITTER: Heeft de wethouder nog behoefte om in tweede instantie te reageren. Dames en heren, mag ik dan Iconkluderen dat u zich, ik begrijp dat de heer van de Water een aantekening wenst te ontvangen dat hij tegen is, xn beginsel achter deze beleidsvoornemens kunt scharen. Dan, dames en heren, is aldus besloten en denk ik, dat wij de heer van der Velden gaarne gelegenheid geven zich bij zijn familie te voegen. Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen: a. Uitspraak van de Raad van STate, afd. Rechtspraak, inzake het geschil tussen A.J.M. Luijkx te Bergen op Zoom en de gemeente Bergen op Zoom. b. Koninklijk Besluit d.d. 5 december 1986 nr. 62 inzake het bestem mingsplan "Theodorushaven 1980" der gemeente Halsteren. c. Goedgekeurde raadsbesluiten en besluiten van burgemeester en wethouders. d. Besluiten van burgemeester en wethouders inzake het stellen van zekerheid voor hypothecaire leningen voor financiering van te kopen woningen voor zelfbewoning op grond van het raadsbesluit van 29 juni 1934, nr. Fin/147.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 60