- 48 -
ging doet meeook de Raad van Kerken, er zijn een heleboel zaken die mee
doen en ik begrijp echt niet waarom dit nu gericht moet worden naar de twee
partijen die in deze Raad zitten en die toevallig in die werkgroep hebben
gezeten omdat zij de verantwoordelijkheid voelden voor wat er gebeurt in
Z. Afrika en met betrekking tot de afschuw van de heer Westerhof ten op
zichte van het ANC, die moet ik delen, want ook ik zou het een treurige
zaak vinden indien de centen naar het ANC zouden gaan enkel en alleen om
dat ik afwijs wat de heer Westerhof in eerste termijn zei te vrezen, een
bloedbad en het ANC is helaas in zijn uitvoering deels een geweldadige
organisatie. Maar dat laat niet weg dat deze sub-werkgroep een nota heeft
geschreven waarop de heer Westerhof klaarblijkelijk zijn mening moet base
ren om deze subsidie af te wijzen, waar met géén woord over het ANC wordt
gesproken, waar uitsluitend middelen worden aangedragen van een vreedzaam
en zeer gematigd karakter en het moet mij ook nog van het hart, dat deze
nota daar hebben een aantal nota's in de rest van het land, in andere
steden die ons zijn voorgegaan met de stedenaktie, aan ten grondslag ge
legen en het verbaast mij toch wel hoor dat in een stad als Assen volledig
van links naar rechts alle partijen zich daar achter kunnen plaatsen met
uitzondering van het GPV en ik moet konstateren dat in de Raad van Bergen
op Zoom het CDA, een partij waarvan ik dacht dat ze de menswaardigheid
hoog in het vaandel hadden, en ik blijf dat nog wel geloven, ondanks dat
ik vanavond daarop toch wel, althans in eerste termijn en ook in de tweede
termijn door de heer Westerhof uitermate teleurgesteld ben.
Mevrouw AMBAGTS: Voorzitter, ik zal op de woorden van de heer Westerhof
niet ingaan, het is vóór mij voldoende gebeurd. Wij blijven achter de be
grotingswijziging staan, we wijzen het amendement van D'66 en de BSD af,
het verbaast ons hoog'lijk dat bij een vorig onderwerp, namelijk de subsi
die van de Stichting Stedelijke Ontwikkelignssamenwerking gepleit wordt
juist voor geld hier in de stad te besteden ten behoeve van bewustmaking,
onderwijs e.d. en dat nu ineens niet meer nodig is en al dat geld naar
Z. Afrika gaat en we aan bewustwording hier in de stad kennelijk niks
meer hoeven te doen.
Mevrouw VAN DE PUTTE: Ik denk dat we deze twee onderwerpen beslist niet
moeten verwarren. Ontwikkelingssamenwerking is wat anders als bestrijding
van een apartheidsysteem.
De VOORZITTER: Dames en heren, ik denk dat wij voldoende in deze twee
termijnen met ook nog uw onderlinge gedachtenuitwisselingen, over deze
zaak gesproken hebben. Ik heb in de tweede termijn, dunkt mij, niet zo
veel nieuws gehoord die van de zijde van het College een reaktie vragen,
immers over de scheiding tot wat je vindt wat op het terrein van de ge
meente kan liggen en niet, daarover zijn geen opmerkingen gemaakt. Ik
denk dat dat primair aan de orde is bij het beschikbaar stellen van dit
krediet. Zijn er nog andere leden van het College die hun mening willen
uiten?
De heer DEKKERS, wethouder: Voorzitter er is een vraag gesteld van de zijde
van D'66. Ik heb niet méér aan willen geven dan ik aangegeven heb, name
lijk dat wanneer het College andere voorstellen bereiken dan deze, dan
zal daar uiteraard over gesproken worden maar ik heb het idee dat het
voorstel van D'66, vanavond gedaan, dan zeker, denk ik, op een wat ade-
kwatere wijze aan het College zou moeten worden voorgelegd en dan maakt
dat onderwerp van bespreking uit, denk ik, op de geeigende plaatsen, maar
- 49 -
zo aangedragen, met zo weinig informatie, denk ik, dat het niet zinvol
is daaromtrent te besluiten.
De VOORZITTER: Dames en heren, dan denk ik dat wij thans tot uw finale
besluitvorming moeten overgaan. Ik neem aan dat u stemming wenst, want
ik heb niet de indruk dat de kaarten dusdanig geschud zijn, eens even den
ken hoormisschien toch maar even voor alle zekerheid een
stemming bij hoofdelijke oproep. Omdat de heer Cats afwezig is heb ik een
nieuwe voorstemmer gekozen, dat is nr. 14, mevrouw Veraart. Ik denk dat
aan de orde is een stemming over het voorstel van het College, ik zou
daarna, ik wil u thans gaarne in de gelegenheid stellen een stemverkla
ring te geven, met u van gedachten willen wisselen of het amendement
van D'66 nog aan de orde zou kunnen zijn. Het gaat immers over de manier
waarop het besteed zou moeten worden. Wel, thans stelt u het geld be
schikbaar, mocht de meerderheid daartoe besluiten, zal daarna het amende
ment van D'66 in stemming worden gebracht. Dat lijkt mij een logische
procedure. Akkoord? Wie van u wenst een stemverklaring af te leggen?
De heer BOLSIUS: Deze laatste uitleg, voorzitter, is mijn stemverklaring,
want dat had ik namelijk nog willen vragen en ik wil graag stellen dat
wij daarom het Collegevoorstel steunen om dit geld beschikbaar te stel
len
De heer DEKKERS, wethouder: Ik denk dat dat niet de juiste konklusie kan
zijn. Wij stemmen om het geld beschikbaar te stellen op basis van de be
grotingswijziging die voorligt en niet, denk ik, om die 1.500,—als
een meerderheid eventueel zou zeggen we willen 1.500,— uitgeven, daar
na te gaan diskussiëren over aan wie het dan gaat. Ik denk dat dat niet
de jusite konklusie is.
De VOORZITTER: Dames en heren, dan denk ik dat het duidelijker gemaakt
moet worden. Ik had mij kunnen voorstellen dat de stemming over een drie
tal onderwerpen zou gaan, eerst of u in principe bereid bent voor dit
doel geld uit te geven en de tweede voor welk van de doeleinden. Ik be
grijp dat er een belangrijke voorkeur bij de fraktie van het CDA bestaat
en bij anderen om naar het Collegevoorstel te kijken en dat is een doel
gerichte bestemming. Het lijkt mij dan vrijwel onmogelijk om het amen
dement van D'66 nog onder uw aandacht te brengen.
De heer WESTERHOF: In het geval dat dit voorstel van het College verworpen
wordt dan zou pas de mogelijkheid van D'66 aan de orde kunnen komen of er
in de komende tijd gediskussieerd kan worden in de commissie over een
mogelijk toch besteding van die 1.500, maar dan op een andere manier.
De VOORZITIER: Ja, maar ik denk dat u zich daarbij niet in een stemming
behoeft uit te spreken want er kan in de commissie altijd over ieder
onderwerp gediskussieerd worden.
Dan, dames en heren, lijkt mij de enig mogelijke uitleg dat u stemt over
het Collegevoorstel zoals dat thans voorligt en als dat wordt aangenomen
is er geen behoefte meer aan het D'66 amendement, als dat wordt verworpen
denk ik dat ik de fraktie van D'66 moet adviseren om een briefje aan de
Raad te schrijven waarin u het voorstel doet en dan komt het automatisch
via een commissie aan de orde.
Als u zich met deze procedure kunt verenigen kunnen we nu overgaan tot het
uitbrengen van de stemmen.