- 20 -
de prioriteiten zult gaan leggen om zofn arbeidsmarktbeleid op te star
ten, gaarne inwacht en wat dat betreft hebben sommigen al wat zaken opge
noemd. Nou, dit is er ook een van om die eens daadwerkelijk te bekijken
maar waar het om gaat, dat is juist het probleem en dat zijn die 3 of 4,
meneer Bolsius, die in de nota opgesomd zijn. Zelfs met die 3 of 4, en
dan noem ik maar het hele toetsingsgebeuren, het werken met behoud van
uitkering, dan weet u langzamerhand dat ook daar, waarvan wij in aanvang
nachten dat zijn toch al mogelijkheden om in die richting verder te gaan,
zelfs ontzettend veel problemen opdoemen in de praktijk, gewoon omdat je
toch op verschillende spanningsvelden komt te bewegen. Dan is het hoogtijd
dat je daar een stuk beleid, een stuk filosofie achter gaat zetten en dat
betekent dat daar, en dat is niet eerder gebeurd in tegenstelling tot de
andere nota's die wij gepresenteerd hebben, wij in onze organisatie een
stuk arbeidsmarktbeleid gaan opnemen. U heeft dat hier in de vorige jaren
expliciet nergens kunnen lezen, anders moet u mij daar ook op wijzen.
De heer van der Stoel kan dan wel zeggen op de Sekretarie hebben we daar
dan wel misschien iemand zitten, maar wat dat betreft hebben we nog nergens
de filosofie, de achtergrond beschreven van arbeidsmarktbeleid.
De heer VAN DER STOEL: Meneer Bakx, er is hier jaren in deze Raad gespro
ken over werkloosheidsprojekten, over plannen, het is allemaal in commis
sies aan de orde geweest en dan nu te doen vóórkomen dat er in het ver
leden nooit over gesproken is en pas nu wel, dat is wel zó'n vertekening
van de feiten!
De heer VAN DER KALLEN: Meneer van der Stoel, u moet de wethouder de uit
vinding van een woord gunnen.
De heer BAKX, wethouder: Ik denk, voorzitter, dat wat dat betreft aller
lei projekten best de loupe hebben gepasseerd maar ik vind ook, dat dat
ook door één afdeling gekoordineerd bekeken zou moeten worden en daar
kom ik eigenlijk op het punt wat toch meerderen van u aanhalen met betrek
king tot g. en h., dat ik u heb toegezegd dat er een vervolgnotitie komt,
dat wij zullen moeten bekijken hoe wij konkreet dat denken in te vullen.
Nou, dat zeg ik u toe en het tijdstip, daarvan kan ik alleen maar toe
zeggen dat dat tijdens de reorganisatie naar boven zal moeten komen, omdat
we niet alleen te maken hebben met dat kleine onderdeel op arbeidsmarkt
beleidsterrein, maar natuurlijk met heel ons apparaat en dat betekent ook
dat daar, waar ook nog zaken zijn, dat je die in een totaalplaatje moet
zien en dat je nu niet als enigste dat er uit moet halen. Verder denk ik,
dat in het voorstel: ''aangezien de uitvoering van de beleidsvoornemens,
genoemd onder de letters g. en h. personele en financiële konsekwenties met
zich mede kunnen brengen moeten wij ons daarover eerst nog beraden" u er
van mij achter mag zetten "en zullen nadere voorstellen volgen", want dan
zou ik het wat konkreter kunnen maken. Met die zin kan het College zich,
denk ik, ook best tevreden stellen.
De VOORZITTER: Dames en heren, mag ik vragen of u, gelet op de toezegging
of toevoeging in het stuk, zoals u dat vindt op blz. 107, nog behoefte
heeft aan nadere gedachtenuitingen thans en stemverklaringen en wat dies
meer zij. U wordt in het vooruit gesteld een uitwerkingsnotitie waarin met
name in wordt gegaan op de punten g. en h. van de notitie zoals u die op
blz. 25 van dat stuk vindt. Als u zegt, ik ben tevreden op dit moment,
voor de langere termijn zal blijken of ik ook voldaan ben, dan nemen we
- 21 -
daar kennis van en heeft u in ieder geval nog een diskussie tegoed. U kunt
zich dan met name toespitsen op het beschikbaar stellen van personele en
zo mogelijk financiële middelen, zoals u in ons voorstel op blz. 107 kunt
vinden. Ik vraag u dit, omdat ik van de heer Ronnes een voorstel gekregen
heb, hij heeft dat oök genoemd en dat is verderstrekkend dan het College
voorstel en zou dus als zodanig in stemming gebracht dienen te worden of
althans u zou zich daarover moeten uitspreken. Ik vraag mij af, of u dat
nog wiltof u daar behoefte aan heeft, gelet op de toezegging die vnn de
zijde van het College gedaan is.
De heer BOLSIUS: Kan die notitie in mei komen, voorzitter, dat kan er dan
ook nog bij in de aanvulling, dan hoeven we niet in twee termijnen te
praten over dit uitgebreidere voorstel.
De VOORZITTER: Of ik u thans reeds kan zeggen dat het in mei zal geschie
den dat durf ik, eerlijk gezegd niet, maar u wordt vanzelfsprekend in de
commissie van de voortgang op de hoogte gehouden. Van groot belang is, en
dat is een niet te onderschatten variabele, welke konsekwenties de stel
selwijzigingen precies zal hebben op het terrein van de menskracht bij de
Gemeentelijke Sociale Dienst. Dat is een thans nog niet in zijn volle om
vang te waarderen probleem en of dat in mei wel het geval is, dat kan ik
u op dit moment evenmin zeggen. We zitten natuurlijk aan de andere kant
ook niet, en ik begrijp dat u zegt wij willen wel enige zekerheid hebben
als Raad over wat er gaat gebeuren om problemen onnodig voor ons uit te
schuiven. Dat is natuurlijk ook niet het geval. Enfin, ik denk dat het
perspectief van wat er in de toekomst u geboden zal gaan worden, duidelijk
is. Nu aan u de vraag, hoe wilt u zich daarover uitspreken?
De heer RONNES: Voorzitter, alle begrip voor wat u nu toelicht, stelsel
herziening, maar ook werkgelegenheidsbeleid/arbeidsmarktbeleid, dat zou
positieve aandacht verdienen van de Gemeenteraad. Ik vind daarom dat onze
intentie vastleggen in een besluit, juister en beter, ook duidelijker is
dan het verwoorden dat nu door u gedaan wordt in het voorstel of in de
considerans. Dus ik zou graag het besluit opnemen.
De VOORZITTER: U dient een amendement in en ik denk dat die in voldoende
mate door leden van uw fraktie wordt ondersteund, ik mag daarvoor uw
fraktievoorzitter en mevrouw Dirker noteren, ik denk dat het door drie
mensen ondersteund moet worden.
Dan is, dames en heren aan de orde, uw besluitvorming omtrent het voorstel
zoals dat te vinden is op blz. 108 waarbij van de zijde van de PvdA voor
a. en b. wordt gelezen
onder a. "vast te stellen alle beleidsvoornemens genoemd in hoofdstuk IX" en
onder b. stelt de PvdA voor "de beleidsvoornemens, genoemd onder a. in een
vervolgnotitie nader uit te werken in gezamenlijk overleg met de betref
fende raadscommissies".
Mag ik u voorstellen dat daaromtrent uw wilsuiting plaatsvindt.
De heer VAN DER STOEL: Voorzitter, mag ik een informatie. U zegt bij a.
"vast te stellen alle beleidsvoornemens op die blz." en één van die be
leidsvoornemens g. houdt in uitvoering van het geformuleerde uitgangs-
puntenbeleid tot uitbreiding van het takenpakket, daar hebben wij nog niet
voldoende inzicht in.