- 18 -
Als de heer Ronnes dan aan het College» namens zijn fraktie, de vraag
stelt, kan er een vervolgnotitie komen en de wethouder reageert dan met
staat toch in het raadsvoorstel", in het raadsvoorstel staat "Raad, gelie
ve kennis te nemen van de beleidsvoornemens". Dan zeg ik, wat zijn we hier
nou toch eigenlijk aan het doen. We mogen kennis nemen van beleidsvoorne
mens en het College zal wel, als het eens een keer uitkomt of misschien
wanneer eens? daar nog verder aandacht aan besteden. Als de Raad vindt,
dat we het hier over een reeel probleem hebben en als de Raad vindt dat
er oplossingen denkbaar zijn, dan moet dat konkreet gemaakt worden en had
het College dat ook konkreet moeten maken en dan is de vraag van de heer
Ronnes niet opgelost door te zeggen het staat al in het raadsvoorstel,
dat is een gladstrijkerij^die ik toch graag wil signaleren, dat die na
tuurlijk helemaal niet reeel is in die zin.
De heer RONNES: maar wel konkreet, hoor, meneer van der Stoel.
De heer VAN DER STOEL: Uw vraag, meneer Ronnes» was konkreet, ik wijs op
het antwoord van de wethouder, die zegt "het staat al in het raadsvoor
stel".
De heer RONNES: Maar wat is uw antwoord dan?
De heer VAN DER STOEL: Mijn antwoord daarop is, dat ik dat niet in het
raadsvoorstel heb kunnen lezen, want daar staat "kennis nemen van het
beleidsvoornemen van het College".
De heer RONNES: Wij kunnen dat veranderen, als Raad.
De heer VAN DER STOEL: Ja, dat kan» daarom... ik ben er nu bijna aan toe,
meneer Ronnes. Ik wou zeggen dat ik het voorstel van de heer Bolsius dan
sympathieker vind omdat daarmee duidelijker komt vast te staan dat de nota
zelf, op dit moment een aantal zaken konstateert waar we niet zo vreselijk
veel wijzer van worden en dat we van het College iets reëels verwachten
en ik heb heel duidelijk in mijn eerste termijn gezegd, en ik zeg dat nu
weer, dat houdt niet in dat de VVD-fraktie elk voorstel zal omhelzen om
mensen aan het werk te zetten hier, dan moet er gekwantificeerd worden
wat er nu gebeurt in uren, want al jaren is er op de Sekretarie en bij
de Sociale Dienst aandacht voor deze problematiek en wordt er aandacht
aan besteed en er moet gekwantificeerd worden wat men hoopt te bereiken
als er iemand bij zou moeten komen of wanneer er verschuivingen bij de
reorganisatie plaatsvinden en dan zou ook juist in dit voorstel, ik ben
de enige niet die daar op gewezen heeft, dan gekonstateerd moeten worden
dat in die reorganisatie ruimte moet worden gemaakt voor deze taak. Maar
dat staat nergens en als men nu dadelijk nog gaat zeggen ja, maar dat
had u toch ook kunnen lezen, u had het toch kunnen begrijpen, het staat er
niet, en dan zeg ik, waar zitten we dan hier als Raad voor dat we kennis
mogen nemen van beleidsvoornemens van het College en dat het College mis
schien nog wel eens een keer bij de reorganisatie zal gaan kijken of het
ergens uitkomt. Nou, als we als Raad daarvoor nodig zijn, dan hoeven we
niet om half acht op te houden» dan kunnen we nu nog naar huis.
De heer VAN WIJK: Mag ik uit het antwoord van de wethouder konkluderen,
voorzitter, dat u poogt alle mogelijkheden inzake Wetgeving Arbeidsbeleid
in handen gaat leggen van één gemeentelijke afdeling, dus rationeel werken
en ik citeer daarbij het door mij gebruikte woord "uitdiepen". Ik mag dan
- 19 -
ook verwachten, meneer de voorzitter, dat de aandachtspunten onder g. en
h.» want daar gaat het dan waarschijnlijk om nietwaarin de nabije toe
komst toch echt stringent aangepakt gaan worden en dat dat niet een zaak
is, maar daar heb ik de wethouder helemaal niets over horen zeggen, dat
die punten, de uitwerking van die punten niet in een burolade verdwijnen.
Ik hecht daar wel degelijk waarde aan dat dat op zo'n kort mogelijke
termijn, dat heeft te maken met andere zaken uiteraardaangepakt wordt.
De heer BOLSIUS: Een korte reaktievoorzitterop datgene wat de wethou
der in eerste termijn heeft geantwoordAls hij stelt dat er 40 a 50 sub
sidies zijn, dan wil ik toch wel graag weten wat de gedachte omvang daar
van isof er op dit moment al gebruik van wordt gemaakt en zonietwaar
om het College dan niet eerder deze subsidies opgespoord heeft. Een tweede
vraag betreft een versimpeling van de problemen, die mij voor de voeten
wordt gegooidIk denk, voorzitter, dat het antwoord van de portefeuille
houder op mijn vraag waarom bijvoorbeeld zo'n reeel gegeven dat op dit
moment er behoefte is aan 18-jarigen, maar die komen niet omdat ze 5,
moeten toeleggen, waarom dat reele gegeven niet duidelijk uitgewerkt als
een probleemgebied in het rapport staatwordt geantwoord met "het is van
landelijke aard". Ja, dat weet ik ook. Maar de konklusies die daaruit
moeten worden getrokken zullen toch in ieder geval pas getrokken kunnen
worden als je dit als probleem erkent en daarom, denk ik, dat niet mijn
opvattingen te versimpeld warenmaar het antwoord van de wethouder en
als dan de heer Ronnes zegt "steun ons voorstel om menskracht vrij te ma
ken" dan zeg ik, ja, natuurlijk, maar het voorstel van de heer Ronnes,
voorzitteris duidelijk konkreter dan datgene wat er in de nota en in het
Collegevoorstel staat. Als u mij vraagt om menskracht vrij te maken omdat
je die nodig hebt, dan zeg ik, natuurlijk moet er menskracht vrij gemaakt
worden maar waar staat konkreet in het voorstel van het College dat dat
moet gebeuren, in welke mate en met welke gedachte hoeveelheden? Net als
de heer van der Stoel zie ik dat nergens staan en dan zeg ik, kennisnemen
van beleidsvoornemens, beleidsvoornemens waarin staat dat er een goede
samenwerking moet zijn met GAB en Gemeente, dat er doelgroepen zijn die
prioriteit verdienen en dat je met die doelgroepen iets kunt doen, nou
kennisnemen van dat soort beleidsvoornemens heb ik al jaren geleden gekund.
De heer RONNES: Punt g., meneer Bolsius!
De heer VAN DER KALLEN: Meneer de voorzitter, met betrekking tot punt g. en
h. wil ik gaarne de voorstellen van de heer Ronnes onderbouwen, of onder
steunen beter gezegd, want dat onderbouwen verwacht ik van het College. Ik
wil nog wel iets zeggen met betrekking tot de woorden van de wethouder. Hij
zeier zijn zo'n 40 mogelijkheden tot subsidie en ik heb er 3-4 bekeken.
Ik begrijp hier niets van. Ik hoop dat hij heeft bedoeld, ik heb er 3-4
goed bekeken. Maar ja, ik denk dat die woorden wel onderstrepen mijn ver
zoek om het aantrekken van een expert met betrekking tot dat subsidiebos en
ik hoop dat met betrekking tot de invulling van de punten g. en h.het
College dit wil overwegen.
De heer Bakx, wethouder: Om met het laatste te beginnen, voorzitter. Meneer
van der Kallen ik denk, dat er inderdaad een woud is van regelingen en ik
zei net al dat die niet alleen dat gebiedje gaan bestrijken, dan kom je
ook op vele andere terreinen terecht en dan merk je inderdaad dat dat eens
nader uitgeplozen zou moeten worden. Het houdt niet in, maar dat heb ik
toen straks ook al gezegd, dat ik suggesties, om te bekijken waar je dan