- 10 -
De heer RONNES: Onze fraktie heeft voor deze nota veel waardering en ge
hoord de diskussie van een minuut of tien geleden zou ik erbij willen
zeggen, ofschoon van ambtelijke stijl, toch goed leesbaar, waarvoor onze
komplimenten!
We vinden overigens dat het een voorzichtige aanzet geeft tot de konkrete
uitvoering van werkgelegenheidsbeleid en omdat wij het echt net iets té
voorzichtig vinden hebben we een paar opmerkingen waaruit we een aanvul
lende konklusie willen verbinden. Ik zou twee dingen willen opmerken.
Ten eerste dat de Gemeente ten aanzien van het werkgelegenheidsbeleid een
zekere stimulerende funktie heeft naar werklozen toe en een zekere ver
wijzende funktie naar bijvoorbeeld het gewestelijk Arbeidsburo toe. In
hoofdstuk VIII van de nota zien we dan ook een aantal te vervullen rand
voorwaarden vermeld en daaruit zou je kunnen konkluderen dat die stimule
rende rol van de Gemeente daarin kan worden geeffektueerdDaar worden
namelijk faciliteiten genoemd die nodig zijn kwa menskracht en kwa finan
cien. Er moet namelijk ruimte gemaakt worden om de beleidsvoorbereiding
en de projektuitvoering ter hand te nemen en dat betekent er moet iemand
zijn die de geldelijke bronnen opspoort en operationeel maakt. Althans,
zo begrijpen wij dat. Wat dat betreft is de nota vrij "open", vinden wij.
Je ziet dat ook in het koncept-besluit de punten g. en kbijvoorbeeld,
worden uitgesloten van het "besluit ter vaststelling", nou dat is dan nog
een beetje een open zaak gebleven.
Een tweede opmerking betreft het volgende. Wij hebben in december als
Gemeenteraad, wat betreft de reorganisatie van het ambtelijk apparaat,
besloten tot instelling van vijf Diensten en wij hebben verder vastgesteld
het "stappenplan" uit te voeren en we zien dan dat in de maanden februari
en maart onder aktiviteit 12. wordt vastgesteld dat er een detailuitwerking
plaatsvindt van de werkvelden en dat er een taakomschrijving opgesteld
wordt van de organisatieonderdelen. Dat hebben wij ook heel goed begrepen
toen. De grote lijn werd vastgesteld, nadere invulling komt nog. We zien
dan bij de Dienst Sociale Zaken en Maatschappelijke Zorg dat daar onder de
afdeling Maatschappelijke Zorg, laten we zeggen een buro "Arbeidsmarktbe
leid" wordt voorgesteld, of is vastgesteld door ons. Nadere invulling
weliswaar moet nog komen, maar het buro is ingesteld. We zien daar moge
lijkheden om deze twee zaken met elkaar te verbinden. Wij vinden dat je nu
zou kunnen vaststellen, zowel de invulling, en dan wil ik eigenlijk zeggen
niet kwa uren direkt van het buro Arbeidsmarktbeleid door hier te zeggen
in de nota "Een druppel op de gloeiende plaat" dat wij de punten g. en h.
ook gerust als beleidsvoornemens kunnen vaststellen. Wij vinden dat dat
gerust kan gebeuren omdat we dat niet wil len vastpinnen op x aantal uren
maar wel om aan te geven dat deze nota een konkrete bijdrage van de zijde
van de Gemeente wil zijn en ze wil aangeven daar ook in principe mens
kracht voor vrij te maken. Konkreet betekent dat, dat wij het volgende
voorstel zouden willen doen: onder het konceptbesluit onder a.
'vast te stellen de beleidsvoornemens genoemd in hoofdstuk IX"
en onder punt b.
"te besluiten de beleidsvoornemens, genoemd onder a., in een vervolgnotitie
nader uit te werken in gezamenlijk overleg met de Raadsadviescommissies".
De heer VAN DER STOEL: Voorzitter, het kost niet zoveel moeite deze nota
in hoofdlijnen in deze Raad te behandelen, want er staat nauwelijks iets
nieuws in. Wat er wel in staat hadden wij allemaal terug kunnen vinden als
wij de notitie "Sociaal werkgelegenheidsbeleid" van februari 1984 er op
na zouden slaan en de samenwerkingsafspraak tussen het Gewestelijk Arbeids
buro en de Gemeentelijke Sociale Dienst van 20.6.'85 in de commissie be
handeld en de evaluatie van het "Beleidsterrein Sociale Zaken '82-'86" die
van 5.3.'86 dateert en ook behandeld is in de betreffende commissies.
- 11 -
Als je die er naastlegt, zijn het exakt de kopieën, hier en daar is wat
door elkaar geschuder is wat aan toegevoegd en leidt in ieder geval
kortweg tot de konklusie, als het College één A4-tje bij deze notities
had gelegd, dan hadden we daar met hetzelfde gemak over kunnen spreken,
desnoods met een korte toelichting en dan had er geen opdracht gegeven
hoeven te worden, want laten we ons daar niet in vergissen, een opdracht
om zo'n nieuwe nota te schrijven, ook al moet je uit allerlei oude nota's
iets bij elkaar halen, kost wel erg veel uren. We hebben die opdracht een
beetje als gênant ervaren, hetzelfde even gênant voor ons om het te moeten
behandelen. De nota die er vrij dun uit kwam te zien is toen wat aange
kleed met post uit Den Haag, nauwelijks met wat toelichting is dat er
achter aan geplakt. Wie weet hadden we er wat aan kunnen hebben, het is
niet helemaal duidelijk. Vervolgens is er een aai over de bol van het
FNV in de nota terecht gekomen. Of het FNV er wat aan overhoudt, staat
maar te bezien, want die aai hield verder niet zo verschrikkelijk veel in,
maar goed, ze zijn genoemd en dat is prettig voor hen, neem ik aan. Dan
komt de nota tot uitspraken namelijk de uitspraken om geen uitspraken te
doen en om de zaak maar aan te houden.
Deze nota is in oktober '86 bij ons terecht gekomenhij wordt nu behan
deld, want hij moest integraal behandeld worden. Waar die integrale be
handeling blijft is ons niet duidelijk. In de voorstellen van het College
zelf is er nauwelijks sprake van, dus we begrijpen dit allemaal niet zo
best. We hebben er, kortweg gezegd, nauwelijks behoefte aan om er meer
woorden aan vuil te maken behalve de volgende. Als er wordt gezegd dat
beleidsvoornemens nog moeten worden uitgewerkt en er wordt geen termijn
bij genoemd en de heer Ronnes, die heel wat rustiger vanavond is dan hij
in de commissie wasdoet dan vanavond nog een voorstel om het nog een
beetje te redden en zegt dan, kan er geen vervolgnotitie komen, waarin dat
nog eens aan de orde komt? Wat ik hoogst eigenaardig vind, als het College
een notitie schrijft waarvan de wethouder zegt, ja, er is een heel nieuw
fenomeen aan de orde, we spreken nu voor het eerst over "arbeidsmarktbe
leid", wie de notitie leest, die ik net genoemd heb, die ziet dat daar
hoofdstukken "arbeidsmarktbeleid" gewoon in staan, dus nieuwe fenomenen
hebben we er ook al niet in kunnen ontdekken en als het College dan ook
nog niet aan wil geven waar er nou reëel behoefte aan is, dan heeft de VVD
fraktie ook geen enkele behoefte om het voorstel van de heer Ronnes te
steunen, want deze nota had dan op moeten leveren konkreet wat de inspan
ningen zijn die op de Sekretarie en op de Gemeentelijke Sociale Dienst
worden verricht op dit beleidsterrein. Een kwantificering, een kwantifice
ring van wat er nu gebeurt en een,, kwantificering van wat eventueel nodig
zou zijn en als je dat hebt dan kun je hoogstens nog eens er over gaan
denken of er dan misschien ergens uitbreiding voor nodig is. Nu hebben we
de indruk dat de problemen van de langdurige werkloosheid in een nota
wordt verpakt en dat we dan later kunnen zeggen, en de wethouder in het
bijzonder, ik heb er toch een nota over uitgebracht, maar dat al dit ge
praat niet zo ontzettend veel helpt en dat wij ook niet als fraktie bereid
zijn om te zeggen, die problemen zijn zo groot, het College mag van ons
zo maar iemand ergens bijzetten want dan kan die er eens naar kijken. Het
lijkt ons dat dat de problemen ook nauwelijks op zal lossen. Dus het College
zal konkreet moeten laten zien wat ze van iemandgeheel of in deeltijd
werkzaam, verwachtwat het konkreet op kan leveren. Als dat niet zo is,
dan hoeven we zelfs die voorstellen niet te zien en is deze nota helemaal
nutteloos geweest.