- 24 -
heden voor kinderen in de binnenstad een niet eenvoudige opgave is en
dat dit vraagt tot concessies, hoe jammer dat ook kan zijn.
Dat het Bleekveld een bepaalde waarde heeft, accoord maar dat laat on
verlet om te zeggen misschien zouden we dan de durf moeten hebben om het
aan te gaan en dan inderdaad eens te evalueren hoe het dan verder ver
loopt. Nogmaals andere locaties zijn niet eenvoudigweg voorhanden en wij
zijn hierbij ook afgegaan op ervaringen elders met het ontwikkelen van
speellocaties.
De VOORZITTER; Dames en heren, ik heb sterk de indruk dat de meerderheid
van de raad zijn standpunt handhaaft en dat de 251e wijziging van de
Algemene Dienst niet tot stand komt.
Dan is aldus besloten.
Dames en heren, dan denk ik dat wij gaarne wethouder Van der Velden ver
ontschuldigen en hem adviseren het hoofd koel en het been recht te houden.
Ik weet uit ervaring dat dat heel verstandig is. Ik weet zeker ook wet
houder dat ik namens de hele raad spreek als wij toch onze waardering laten
blijken over het feit dat u hier vanavond hebt willen komen. Wij hopen dat
u binnenkort weer als een kieviet naar het speelveld loopt.
2. Voorstel tot voorziening In de vakature(s) in de commissies algemene
juridische en politiezaken; personeelszaken; economische zaken;
financiële zaken; welzijn en emancipatiezaken; sociale zaken en
werkgelegenheid en culturele zaken, onderwijs, sport en recreatie.
(Verzameling 1987, nr. AZ/235)
De VOORZITTER: Daarbij vraag ik u een aanvulling te maken nl. dat zijn
enkele wijzigingen in het georganiseerd overleg die samenhangen met het
vertrek van de heer Ronnes daaruit en die wijzigingen, toevoegingen aan
deze agenda bestaan eruit dat roevrouw Veraart tot lid benoemd wordt en
dat de heer Aertssen tot plaatsvervangend lid benoemd wordt. Mevrouw
Veraart was al plaatsvervangend lid en wordt gewoon lid en de heer Aertssen
neemt haar plaats in.
Kunt u zich a. met deze toevoeging verenigen en b. heeft u behoefte om
een schriftelijke stemming uit te voeren.
Als dat niet het geval is, u kunt dan ook bij deze enkelvoudige candida-
tuur daartoe besluiten en zijn de commissies bevolkt zoals in het voorstel
is aangegeven.
3. Voorstel tot het aanwijzen van een nieuw lid in de gewestraad van het
Streekgewest Westelijk Noord-Brabant door ontslagname Drs. A.-J.C.M. de
Jongh.
(Verzameling 1987, nr. RO/224)
4. Voorstel tot het met ingang van 1 september 1987 wijzigen van de "Bezol
digingsverordening 1981" (13e wijziging)
(Verzameling 1987, nr. PZ/230)
5. Voorstel tot het wijzigen van de "Bezoldigingsverordening muziek- en
balletschool" met ingang van 1 september 1987 (6e wijziging).
(Verzameling 1987, nr. PZ/234)
5. Voorstel tot het met ingang van 1 januari 1988 vaststellen van de "Rechts-
positieregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer".
(Verzameling 1987, nr. PA/225).
- 25 -
7. Voorstel tot het met ingang van 1 januari 1988 vaststellen van de "Ver
goedingsverordening vrijwillige brandweer 1988"
(Verzameling 1987, nr. PZ/226)
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen
3 t/m 7 aangenomen.
8. Voorstel tot verkoop van de panden Lievevrouwenstraat 25 (huxor), 41
TLondonf7~van"grond"aan de Londonstraat/Zuidmolenstraat, alsmede van de
panden Zuidmolenstraat 36 en 38, aan de Brabantse Bouw Unie B.V"., gevestigd
te Breda.
(Verzameling 1987, nr RO/237)
De neer VAN ES: Wij hebben indertijd tegen de aankoop van het Luxorcomplex
gestemd omdat op dat ogenblik reeds te voorzien was dat er geen financieel
gezond plan op te stellen was om de gedane investeringen te kunnen goed
maken. Helaas is onze toenmalige vrees terecht gebleken. Het voorstel levert
een verlies van f. 700.000,- op. Anderzijds voelen wij ons verbonden bij
de vernieuwing en verbetering van onze stad. Om die reden hadden wij inder
tijd bij de oorspronkelijke opzet van de Luxorplannen er graag een flink
bedrag voor over gehad deze plannen doorgang te laten vinden en op die ma
nier een bijdrage tot stadsvernieuwing te leveren. Tegen deze achtergrond
zouden we moeilijk anders kunnen doen dan de bittere pil te slikken, het
voorstel te accepteren en over te gaan tot de orde van de dag. Daar is
echter een maar aan verbonden. Onder verwijzing naar de brief van de heer
Bolsius hebben wij daarin een aantal interessante aspecten gevonden die
ons aanspraken o.m. hoe krijgen we de garantie dat aan de door ons be
oogde stadsvernieuwing op adequate en passende wijze uitvoering wordt ge
geven. Dat is wat ons betreft een cruciaal punt bij de bepaling van ons
standpunt. De investering die de B.B.U. pleegt is van dien aard dat daar
geen grote financiële druk ontstaat om haast achter de realisering te zet
ten. Wij denken dat bij de onderhandelingen een duidelijke intentie-ver
klaring zal moeten worden gevraagd de gewenste renovatie binnen rede
lijke termijn tot stand te brengen. Hierbij is een termijn van drie jaar
zoals voorzien in het contract aan de lange kant. De correspondentie van
de zijde van de B.B.U. vertoont een aantal aspecten waar wij toch vragen
bij hebben. Er wordt gesproken van de aankoop van het pand Luxor inclu
sief het achtererf in gesloopte toestand Wij zijn van mening dat de voor
gevel duidelijk vermeld moet worden. Uit de brief blijkt niet dat die ge
spaard zal blijven. In punt a. van de brief van 9 november wordt gezegd
de koop gaat eerst door en wordt betaald als alle vergunningen voor de
realisering van het zog. Luxorterrein aan ons zijn verleend. Je vraagt
je af waarom niet eerst het plan tot goedkeuring aanbieden en dan de
grond verkopen. Het door de koper gestelde komt in botsing met artikel 2
van de verkoopvoorwaarden. Hoe wordt dit opgelost
De stijl van de correspondentie heeft een bepaalde teneur die onge
bruikelijk is bij een koop- en verkooptransactie. Normaal stelt de ver
koper de eisen vast en de koper stemt in. Hier stelt de koper de eisen
en de verkoper stemt in. Kunt u ons mededelen wat de achtergrond van
deze teneur is.
De heer BOLSIUS: Mijn fractie staat achter het streven van het college
en trouwens van deze hele raad om zo spoedig mogelijk invulling te geven
aan dit gebied waar stadsvernieuwing zo hard noodzakelijk is. Wij hebben
evenwel onze zorgen over de wijze waarop dit voorstel dreigt goedgekeurd
te gaan worden schriftelijk geuit en het is mij daarom vergund om van-