Steeds overleg met ROVOW. Ik wil u toezeggen en heb dat ook vorige keer in de commissie gezegd te bezien op welke wijze de toepassing van artikel 17 die namelijk aangeeft dat B W de mogelijkheid heeft om de zaak uit te werken maar er tevens in voorziet dat de Raad in kennis wordt gesteld van iedere beslissing ten aanzien van het uitwerkingsplan wordt uitgevoerd. Ik denk dat de commissie daar duidelijk over geinfomreerd is en dat we gewoon moeten kijken op welke wijze we de uitwerkingsplannen voorleggen aan de commissies van de raad. Het is natuurlijk niet zo dat B W nu zeggen nu gaan we tot in lengte van jaren alles zelf uitwerken, ik denk dat er zeker een mogelijkheid bestaat om tot procedure-regels te komen die wij zullen moeten hanteren.Nogmaals, artikel 17 zegt daar iets over maar het is ook goed om nog eens te kijken naar artikel 11 van de Wet op de Ruimte lijke Ordening. Ik zeg u in ieder geval toe dat wij in de volgende commis sievergadering zullen spreken over de wijze waarop wij de uitwerkingsplan nen kunnen bespreken. Ik denk dat met name in de commissie niet gezegd kan worden dat bepaalde opmerkingen juist vanuit de commissie ROVOW niet ver werkt zijn of worden in bestemmingsplannen of andere plannen. Planologisch is dit natuurlijk een interessant gebeuren zoals de heer Aertssen opmerkt. Dat zal het ook zeker blijven want we moeten ons goed realiseren dat het globale plan mogelijk over enige jaren ook weer als gevolg van zich aandienende ontwikkelingen bijgesteld kan worden. Dat maakt het denk ik planologisch zo interessant. Overigens zal het denk ik ook interessant zijn op welke wijze de studie van de Heidemijverder ver taald gaat worden in planologisch opzicht in het voorliggend bestemmings plan. Mevrouw Noorman komt met een groot aantal kanttekeningen en opmerkingen. Haar inleidende woorden daar doe ik niets aan toe of af. Ik denk dat dit juist is. Om aan het eind van uw verhaal te beginnen, we moeten durf hebben om te bouwen, te promoten, de recreatie ter hand te nemen. Ik denk dat het college toch probeert waar te maken dit ook in concreet beleid om te zetten. Het voorliggende ontwerp-bestemmingsplan en het feit dat vanuit vele geledingen belangstelling is om in het project te gaan par ticiperen moge toch duidelijk maken dat we proberen uw slogan ook op een verantwoorde wijze om te zetten in daden. Dan zegt u het verkeer. Het openbaar vervoer moet snel geregeld worden, variant I. Ik ben het met u eens, dat moet snel geregeld worden en een zekere voorkeur voor variant I is mogelijk. Ik denk dat we bij de uit werking daar ook zeker naar zullen moeten kijken. Als we daar aan de slag gaan zullen we moeten zorgen dat we snel het openbaar vervoer daar aan aanpassen. Dan de Zuidelijke Randweg, daarvan hebt u inderdaad gezegd dat moet u aan sluiten op Fort Zeekant. Dat is een mogelijke suggestie. We hebben echter altijd gezegd laten we eerst zorgen dat we de mogelijkheden krijgen om de omleiding om de zuid te realiseren. Aansluiting Fort Zeekant dat heb ben wij ook geopperd alleen dat zijn ideeën die wij te zijner tijd nader zullen moeten bezien. De Coehoornstraat goed in de gaten houden. Dat is iets wat onze permanente zorg heeft. Dat zullen wij blijven doen. Maar nogmaals, er zijn momenten dat je toch een keer beperkt bent. Niettemin hebben wij middels de reconstructie en de wijze waarop wij het proces nu volgen de mogelijkheid om te zien wanneer en hoe bijstellingen nodig zijn. Definitieve ervaringen zullen opgedaan worden op het moment dat de Ger- trudisboulevard etc. in gebruik genomen gaat worden. Uw suggesties over met name de ophoging van de kruispunten - ik vond dat een heel goede suggestie en ik heb daarna ook laten informeren - is denk ik zeker bruikbaar niet alleen voor dit gebied maar mogelijk ook voor andere knelpunten die zich aandienen. Mogelijk dat wij op termijn al enige voorbeelden kunnen leveren waarin we de verhoogde kruispunten zullen op pakken. Dan de boulevard de bocht inwaarts. Nogmaals ook dit gaat toch meer in de richting van het uitwerkingsplan. Ik zou u willen vragen geef ons even de ruimte om de definitieve detaillering handen en voeten te geven. Dan zullen wij zeker proberen aan te geven hoe we dat kunnen realiseren. Verder inwaarts lijkt mij de nodige problemen op te leveren. We zullen dadelijk moeten kijken hoe wij met de partijen die met ons gaan samenwerken alsmede de uitkomsten van de recreatiestudies, als ik het zo mag zeggen, definitief tot detaillering en invulling komen. Dan meer voorzieningen treffen. Dat kan mogelijk zijn, alleen hebben wij altijd gezegd dat met name rondom Binnenschelde en Plaat eerst de basis inrichting gerealiseerd zou moeten zijn. We zijn nu zover dat dat nagenoeg een feit is. Het kan zijn dat meer voorzieningen noodzakelijk zijn in welke sfeer dan ook, ook afhankelijk van de mate van de te plegen recreatieve activiteiten en de belangstelling. Wij zullen daar ook op moeten inspelen. Het ondiepe water daar is zorg voor nodig. Ik kan u zeggen dat dat de zorg is van het gehele college en dat de diverse leden van het college, ver tegenwoordiger in andere bestuurlijke organen, daar ook zeer nadrukkelijk naar kijken. We zijn er in ieder geval in geslaagd denk ik om de voorwaar den om te komen tot een verantwoord venwater inderdaad ook te realiseren, maar nogmaals het zal permanent een zorg zijn. Dan de standplaatsen voor woonwagens, daar moet u vroegtijdig over inge licht worden. Laten we met elkaar afspreken dat u over alle plannen vroeg tijdig ingelicht wordt en of dat nu betreft het bouwen van een sporthal of het aanleggen van woonwagenstandplaatsen of de bouw van een vissteiger dat moeten we allemaal in een geheel zien. Ik denk dat de standplaatsen op termijn natuurlijk ook onderdeel zullen gaan uitmaken, niet meer van het woonwagenplan, maar van de contingenteringsplannen. Met andere woor den dan ziet u al vertaald wat voor standplaatsen wij in een bepaald jaar zullen gaan realiseren. Ik denk dat het goed is dat we daar vroegtijdig over geïnformeerd worden, maar nogmaals gelijkwaardig met de andere ont wikkelingen die daar geprojecteerd zullen zijn. Met het Brabants Landschap gaan praten over de aankopen. Ik denk dat als dit ontwerp-bestemmingsplan vastgesteld wordt dat dat een gegeven is en dat het ook een moment is dat dat zeker de aandacht zal krijgen bestuur lijk op welke wijze wij de noodzakelijke aankopen ter hand kunnen nemen. Dan spreekt mevrouw Noorman over het bouwen van de corporaties samen met de p.p.'partners, hoe gaat dat vorm krijgen. Dat is natuurlijk een span nende aangelegenheid maar het is van belang dat de mogelijk candidaten inderdaad gezegd hebben voor ons is het huidige ontwerp bestemmingsplan leidraad, dat is het kader en dat in casu ook de gecontingenteerde bouw en nogmaals ook zij die in de beleggerssfeer bouwen, bouwen gecontingen teerde woningen. Niettemin denk ik dat dat een bijzondere opgave is, daar moeten we reëel in zijn. Dat is een weg die we met elkaar op moeten gaan. Op dit moment is de bereidheid van alle partijen om dat ook na drukkelijk te doen. Over de wijze waarop we dat precies vormgeven, daar kan ik op dit moment nog niets over zeggen omdat we op dit moment in een voorbereidende fase verkeren van het aangaan en het inhoud geven van de afspraken met de mogelijke candidaatpartijen. Het ontbreken van een visie op de Molenplaat betreurt u. Ik heb het een en andermaal al eerder gezegd, wij hebben aan het realiseren van Bergse Plaat,Binnenschelde kortom het Markiezaat,hét -zuidelijk deel waar we dan ook zeer nadrukkelijk in de beginfase bij betrokken geweest zijn zo onze handen vol gehad dat we gezegd hebben laten wij nu nog niet een groter deel erbij halen, waarbij komt dat dat op het moment nog zeker ons eigendom niet is. Ik sluit niet uit dat planologisch beschouwd er op termijn zeker naar gekeken zal moeten worden. Overigens hebben wij dat ook aangekondigd in relatie met het ontwikkelen van de structuurschets die op stapel staat en de Molenplaat maakt dan ook onderdeel uit denk ik

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 332