2 -
1Vaststelling van de notulen van de vergadering van 26 november 1987.
De VOORZITTER: De notulen van de vergadering van 26 november 1987
hebben geen aanleiding gegeven tot op- of aanmerkingen, zodat zij
zijn vastgesteld.
Zou ik u een wijziging van de volgorde van behandeling van de
agenda mogen voorstellen, dat wil zeggen dat wij aanstonds beginnen met
de behandeling van punt 17.en dat wij drect daarna ook van punt 25
de 251e begrotingswijziging, de 57e van de dienst gemeentewerken, aan
leg van een speelveldje op het Bleekveld behandelen. De reden daarvan
is dat dat een tweetal punten zijn waar wethouder Van der Velden in
ieder geval bij wil zijn, zodat het hem mogelijk is daarna, naar ik
aanneem met uw instemming, de vergadering te verlaten.
Over de agenda deel ik u vervolgens nog mee dat afgevoerd kan worden
de 249e begrotingswijziging van de algemene dienst, maar dat ver
wachtten sommigen onder u reeds.
Kunt u zich verenigen met deze gewijzigde volgorde
Ja, dan is aan de orde punt 17 van de agenda.
17. Voorstel tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan "Markie-
zaatsgebied Bergen op Zoom".
(Verzameling 1987, nr. RO/218)
De heer WESTERHOF: Nadat in de commissies uitvoerig is gesproken over
dit bestemmingsplan hebben wij er geen behoefte aan alle details in
de raad nog eens over te doen. Het plan is tenslotte een formalisering
van het beleid zoals de raad dit in grote lijnen heeft uitgestippeld.
Een punt van discussie is nog de geplande hoogbouw in de stedelijke
concentratie en langs de boulevard. Wij achten een beperking tot maxi
maal 10% van de woningen in meer-lagenbouw een voldoende waarborg
voor enerzijds een evenwichtige ontwikkeling en aan de andere kant een
zekere vrijheid en mogelijkheid om tot enkele specifieke gebouwen te
komen. Wel wil onze fractie ervoor pleiten in het plan op te nemen om geen
meerlagenbouw te plegen ten noorden van het cijfer 2 op de plankaart.
Dit om toch rekening te houden met de belangen van de bungalowbewoners
langs de Scheldelaan. Het privé-belang kan hier best in rekening worden
gebracht zonder schade toe te brengen aan het algemeen belang. Wij laten
het gaarne aan de deskundigen van ruimtelijke ordening over om de be
palingen van het bestemmingsplan aan te passen aan deze wijziging zoals
voorgesteld.
Dê heer VAN DE WATER: In de eerste plaats wilde ik vragen of u nu reeds
kan zeggen wat de konsekwenties zijn van het,.geen ontheffing krijgen op
de wet van de geluidshinder voor bepaalde gedeelten van het plan.
Dan willen wij stellen dat wij het eens zijn met de bezwaren van de
Brabantse jeugdfederatie, de Stichting Noord-Brabants Landschap, de
Stichting Natuur en Milieu, Delta-overleg, Stichting Natuur en Land
schap van het Markiezaat, Nederlandse Vereniging tot Bescherming van
Vogels, de Wijkkomissie Fort-Zeekant, Hoogheemraadschap West-Brabant en
een aantal bewoners van de Scheldelaan en de Paulus Buyslaan.
Wij zijn blij dat de gemeente een gedeelte van de bezwaren wel gegrond
verklaard heeft en daar wil ik het in eerste instantie bij laten.
De heer AERTSSEN: In maart van dit jaar heeft de raad zich uitgesproken
over de hoofdlijnen van het planologisch beleid voor het Markiezaats-
gebied. Onze fractie heeft zich toen met deze hoofdlijnen in grote mate
kunnen verenigen. Thans spreken we dus over het bestemmingsplan, in feite
het juridisch kader waarbinnen deze planologische uitgangspunten worden
gevat.
- 3 -
Wij zijn met het college van mening dat met het vaststellen van dit
bestemmingsplan de basis wordt gelegd voor een planologisch gezien
evenwichtige ontwikkeling van dit in hoge mate interessante gebied.
Er komen uitstekende mogelijkheden voor het ontwikkelen van een hoog
waardig woonmilieu, zowel in de sociale als in de vrije sector.
Er zijn mogelijkheden voor het ontwikkelen van zowel intensieve als
extensieve recreatie, waarbij de kleinschaligheid waarvoor onze fractie
steeds gepleit heeft voorop zal staan. Er zijn naar onze mening waar
borgen geschapen voor een goede ontwikkeling van het natuurgebied.
In uw toelichting op het bestemmingsplan benadrukt u ook dat het bouwen
in en aan de bestaande stad van groot belang blijft. Dit uitgangspunt
samen met het voorgestane beleid neergelegd in het volkshuisvestings
plan biedt naar onze mening voldoende aanknopingspunten om het beleid
ten aanzien van het beheer van de bestaande stad verder op te pakken
en ik denk zelfs drastisch uit te bouwen.
Planologisch spreekt het plan ons erg aan. Financieel gezien deelt onze
fractie de zorg van de Proviciaal Planologische Commissie die uitspreekt,
ik citeer "het plan als totaliteit een- aantal financieel-economische
onzekerheden kent waardoor de uitvoerbaarheid een voortdurende extra
zorg voor de gemeente zal blijven."
Niettemin spreken wij ons vertrouwen uit in de thans ingeslagen weg.
U zult echter begrijpen dat onze fractie met niet meer dan normale be
langstelling uitkijkt naar de presentatie van het ontwikkelingsplan
wat ons is toegezegd voor de maand januari. Pas dan zal blijken of
ten aanzien van de financiële aspecten, laten we zeggen de kou wat
uit de lucht is en of de vrees van. de P.P.C. ten aanzien van het éco
nomiseren van het gebied terecht is.
Twee aspecten waar ik wat dieper op in wilde gaan. Eén daarvan heeft
de heer Westerhof net ook al aangehaald. In de eerste plaats spreekt
onze fractie in zijn algemeenheid als zijn mening uit dat ten aanzien
van de hoogte van de gebouwen in het landelijk gebied deze niet meer
mag bedragen dat 8 m. Dit komt ongeveer overeen met de hoogte die
voorgestaan wordt in relatie tot het stedelijk gebied stedebouwkundig.
De bouwhoogte van het gebied van de stadsuitbreiding, in de commissie
R0V0W uitgebreid aan de orde geweest, werd door een meerderheid, naar
mijn gevoel, gedragen ten danzien van de mening dat de hoogte alleen
in de stedelijke uitbreiding maximaal 5 bouwlagen mag bedragen, sorry
in de stedelijke zone.
De heer Westerhof haakte daarnet daarop in. Hij zegt: Wij vinden dat
enige hoogbouw aan de boulevard wel is toegestaan en hij specificeert
dat wat meer door een onderscheid te maken tussen het zuidelijk deel
van de boulevaard en het noordelijk deel van de boulevard.
Het bestemmingsplan kent deze splitsing niet. Onze fractie meent dat
je op dit moment slechts kunt stellen, dat is in de commissie R0V0W
uitgebreid aan de orde geweest en wordt ook gedragen door nogal wat-
commissieleden, dat het aantal bouwlagen van 5 alleen is toegestaan
in de typisch stedelijke zone. Wij willen de wethouder dan ook vragen
en ik denk dat dat in het erratum wat hij ons heeft toegezonden niet
duidelijk is overgekomen, of hij dat nog eens wil toelichten of men
inderdaad van plan is deze aanbeveling van de commissie op te volgen.
Het tweede aspect gaat over de zogenaamde uitwerkingsplannen.De flexi
biliteit van het bestemmingsplan zoals het er 'nu ligt is een uitste
kende zaak. Het geeft de mogelijkheid om in de periode tot 2000 op
wisselende omstandigheden in te spelen. Mijn fractie dringt er echter
op aan ten aanzien van de uitwerkingsplannen, dan denk ik aan uit
werking in de zin van stedebouwkundige invulling contingentering,
of je wel of niet in de vrije sector of sociale sector moet bouwen,
om steeds overleg te voeren met bijv. de commissie R0V0W maar dat kan
ook zijn met de commissie volkshuisvesting. Wij vragen de verantwoorde
lijke portefeuillehouder dan ook om in de eerstvolgende commissie