-42-
samenvoeging niet voor de bergenaar die in de buurt van de Geertruidapolder
of Noordland woontHij of zij kan nu niet meer zijn of haar recht halen bij
zijn of haar gemeentebestuur maar moet nu door het falen van de provincie,
zelfs in Den Haag zijn.
De BSD moet constateren dat een niet door de raad genomen beslissing die
naar mijn stellige overtuiging wel door de raad genomen had moeten worden,
voor de bewoners rond die twee industrieterreinen zeker niet voordelig is
geweest. De BSD erkent dat er praktische redenen kunnen zijn, die pleiten
voor gezamenlijke zonering en dat sinds 1985 de landelijke overheid een
dergelijk beleid ook voorstaat. Dit laat o.i. echter de bevoegdheden van de
raad onverlet. De BSD verzoekt het college dan ook, deze bevoegdheden van de
raad in het vervolg meer te respecteren.
De heer SMITS: De VVD-fraktie kan zich vinden in het antwoord van het
college. Het is echt niet de eerste keer dat ook de hogere overheid niet in
staat is om binnen een zelfbepaalde termijn aan de eisen te voldoen.
In het belang van de bewoners van vooral de Halsterseweg en Bergen op Zoom
Noord rest voor het college alleen maar, druk blijven uitoefenen om zo
spoedig mogelijk de gegevens bekend te laten worden.
De heer BAKX, wethouder: Wij hebben in de commissie uitvoerig gesproken over
het waarom een paar gebieden zijn samengevoegd. Daar zijn ook duidelijk de
argumenten voor opgesomd, ook waar ze gemeente-overschrijdend zijn, kun je
dat toepassen. Er werden een aantal zaken meer bij aangehaald.
De heer van der Kallen heeft er artikel 41 bij gehaald, we zijn daar
nadrukkelijk op ingegaan. In oktober 1984 is al de opdracht gegeven aan de
provincie om offertes te doen uitbrengen om deze gehele geluidszonering toe
te brengen. Dit is ongeveer eind 1985 door de gemeente in overleg met dat
bureau beëindigd. Daarna hebben de gesprekken plaatsgevonden met de
desbetreffende industrieën, alleen heeft men elkaar op dat moment nog steeds
niet kunnen vinden. Het werk voor de gemeente was toe in feite gedaan.
Het betekent wel dat de provincie over zijn termijn is heen gegaan, dus zal
op een gegeven moment de vaststelling door de Kroon moeten gebeuren.
U citeert dan de persoon van de rijksoverheid. Die kan uiteindelijk
beoordelen of wat wij tot nu toe hebben aangeleverd, juist is. Op dit
moment dan onder provinciale bevoegdheid.
We hebben ook in de brief duidelijk aangegeven waarom wij zijn overgegaan
tot één zonering. Je kunt moeilijk de onderscheiden gebieden apart zoneren
want dan zit je met die overlappingen; dan is het veel verstandiger om het
gehele gebied te zoneren. Wij hebben in de commissie duidelijk aangegeven
dat daar een overloopzone inzit, dat de referentiepunten moeten worden
aangehouden van een 50 decibel (A) zone. Er zit een rek - ook in de
commissie is daarover gesproken - van een 5 decibel (A) in.
In september hebben wij een brief gestuurd aan de provincie en ze eraan
herinnerd dat wij graag die zonering zouden willen vaststellen. Wij zitten
nu met een ongezoneerd gebied, dat betekent dat wij niet elk bedrijf op die
zonering kunnen vaststellen, wij moeten ons houden aan de hinderwet.
Veel beter is - en ik hoop dat dat spoedig doorgaat - dat de Kroon in dit
geval uiteidelijk de zonering zal vaststellen.
De heer VAN DER KALLEN: Het verhaal van de heer Bakx heb ik al eerder
gehoord en ik onderschrijf dat ook in grote lijnen. Ik heb ook in mijn
eerste termijn al erkent dat er best praktische redenen zijn tot samenvoe
ging maar waar mijn bezwaar steekt is, dat de samenvoeging niet officieel is
gesanctioneerd door de raad, maar op bestuurlijk niveau is genomen.
Die praktische redenen zijn bekend, daar kün je eindeloos over praten of dat
wel of niet goed is gebeurd maar dat is een feit.
Die praktische redenen zijn vrij reëel, alhoewel ik moet wel aantekenen dat
door alle vertraging die nu is opgelopen, die zones vermoedelijk geen 50
decibel meer zullen worden maar 60. Ook dat is bij de rijksoverheid in
voorbereiding. Alleen daaruit blijkt al hoe slecht de bewoners het straks
zullen hebben want die betalen de prijs van alle traagheden van de diverse
overheden.
v., cc. en agendapunt 24.
De heer NIJPELS: We worden al enkele jaren bestookt met brieven van genoemde
personen, u begrijpt wie ik daarmee bedoel. Nu is mijn vraag: Kan het
college eens niet met deze heren om de tafel gaan zitten? Het klinkt
misschien heel brutaal en voor u vernederend maar zo moet u het niet zien.
Ik wil die kwestie de wereld uithelpen. Het is al jarenlang bezig. Het
bestoken blijft gewoon doorgaan. We schieten er allemaal niks mee op. Het
komt in de publiciteit en misschien hebben die mensen nog wel eens een keer
gelijk ook. Ik wil er nog een vraag aan toevoegen. Kunt u zeggen of er al
enige uitspraken geweest zijn over de processen die deze personen gevoerd
hebben?
De heer BOLSIUS: De poging van de heer Nijpels om een goede sfeer te creëren
die wil ik graag onderstrepen. Ik denk dat we bij het antwoord t.a.v. punt
24 niet meer alleen het stuk voor kennisgeving moeten aannemen maar dat we
ook het boekje "Het ABC van de O.G.B." wat we uitgereikt hebben gekregen,
wellicht kunnen toesturen.
De VOORZITTER: Ik was ook al van plan dat bij gelegenheid eens te doen.
De heer VAN DER KALLEN: Ik heb het hem al reeds ter beschikking gesteld
voorzitter. Ik wilde het graag over cc. hebben.
De betrokken heer stuurt regelmatig brieven met een zeer onwelvoeglijke
taal. Toch ben ik van mening dat iedere burger die de moeite neemt de
gemeenteraad een brief te sturen recht heeft op een antwoord. Met betrekking
tot dat antwoord vind ik dat na jaren van zeer onwelvoeglijke taal van de
heer Lambrechts aan het adres van wethouders, raadsleden, ambtenaren en nu
ook de gemeentesecretaris, dat het tijd is om via gerechtelijke stappen,
desnoods middels de eis van een dwangsom, een eind te maken aan de constante
en naar ik vermoed blijvende stroom van dit soort onwelvoeglijke zo niet
beledigende brieven.
De heer STUART, wethouder: Ik had de neiging om er weinig over te zeggen.
Een combinatie van de woorden van de heer Nijpels met die van de heer
Bolsius brengen mij ertoe om - voor zover u dat al niet wist - nog eens te
melden dat ik in 1983 geprobeerd heb om toen nog ten huize van de heer
Nijpels met het K.V.E.O.G. om de tafel te gaan zitten, in een poging om tot
een vergelijk te geraken. Ik ben daarna verschillende keren op bezoek
geweest in de Jan Vermeerstraat bij betrokkenen en dat heeft allemaal geleid
tot het uiteindelijk overigens verheugende verschijnsel dat de secretaris nu
ook tot de club behoort. We kunnen er met hem nu ook over praten.
De bereidheid om in een goede sfeer tot oplossingen te komen is er wat mij
betreft altijd geweest. Overigens zitten we elke maand met de heren rond de-
tafel want er is een vast agendapunt in het openbaar gedeelt G V 3.11 d. 6
commissie financiën. Waar overigens telkenmale dezelfde show wordt
opgevoerd met dezelfde woorden en hetzelfde resultaat, namelijk geen.
Al die jaren voorzitter is er één ding voortgegaan d.i. toch het zich over
het probleem buigen door de rechtelijke macht. Er ligt nu op één punt,
hebben wij mogen zien, een uitspraak van de Hoge Raad. Maar u heeft het
kunnen lezen, dat is ook al niet goed.