4 - van wetenschappelijk onderzoek aanbevelingen gedaan kunnen worden voor een economisch beleid, te vertalen in konkrete beleidsvoornemens. Wij hebben in de commissie EZ afgesproken dat het goed zou zijn dat er vanuit Bergen op Zoom in het Streekgewest naar aanleiding van deze rapportages een behoorlijke inbreng zou zijn. Daarom denk ik dat het goed is dat de heer de Jongh nog eens op een rij gezet heeft, wat eigenlijk de konklu- sies waren van de commissievergadering. In het Gewest zelve, is het rap port vóór Kerstmis, ik meen in de maand november, al eens een keer onder werp van bespreking geweest in een vergadering van de portefeuillehouders Economische Zaken en bij die gelegenheid was ik al voorzien van een aan tal op- en aanmerkingen die in ons eigen ambtelijk apparaat verzameld en gemaakt zijn. Die zijn dus beschikbaar in het eerstvolgend overleg met de afgevaardigden van Bergen op Zoom naar het Streekgewest. Ik zou zeggen dat de inbreng van Bergen op Zoom, voorzitter, in die vergadering geweest is, dat het van het grootste belang is dat een informatiesysteem tot stand komt, waar het bij de heer de Jongh ook de eerste prioriteit genoot, dat wij de "netwerk-gedachte" zouden moeten ondersteunen, vervolgens is er in die vergadering als een aandachtspunt naar voren gekomen het verschijnsel van de pendel waarover met de beide Gewestelijke Arbeidsbureaus inmid dels door de portefeuillehouder van het Gewest, overleg wordt gevoerd en het achterblijven van investeringen, wat een verschijnsel is wat niemand erg goed thuis kon brengen. Daarover bestaan op dit moment al kontakten met de Kamer van Koophandel om te kijken of de enguêtes, die jaarlijks gehouden worden en die de basis vormen voor dit soort informatie, wel datgene opleveren wat wij in het achterhoofd hebben wanneer je kennis neemt van die resultaten. Het is duidelijk dat rapportage laat zien dat voor werkgelegenheid er grote kansen zijn in de sfeer van kleinschalige ondernemingen. Ik heb er dus, voorzitter, geen enkel probleem mee, aanne mende dat wij de aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt zelf al ontdekt heb ben als een probleemgebied, om die zes aanbevelingen, die zes prioriteiten van de heer de Jongh, als prioriteiten .van de gemeente Bergen op Zoom in het Streekgewest, wanneer deze rapportages aan de orde komen, over te nemen. Terugkoppeling naar de commissie, voortgangscontroles, lijkt mij een vanzelfsprekende zaak en ik weet niet of het daarom nodig is om dat nadrukkelijk in het besluit op te nemen, ik denk dat dat een vanzelfspre kendheid is. Wij zullen het alleen zodanig moeten organiseren dat het overleg in de commissie EZ ook zinvol is in de tijd gesproken, met het oog op behandeling in het Streekgewest. De VOORZITTER: Meneer de Jongh behoefte aan een tweede termijn? De heer DE JONGH: Nee, voorzitter, ik ben helemaal gerustgesteld. Ik denk, dat ook de aandachtspunten die ook met name de wethouder genoemd heeft, voldoende waarborgen geven om daar in de commissie EZ op terug te kunnen komen. De heer VAN KEMENADE: Een korte opmerking om mogelijke verwarring te voor komen. Als de heer Stuart zegt, die gegevens zijn bij mij beschikbaar, die waren al beschikbaar in november, dus die kunnen besproken worden met de vertegenwoordigers naar het Streekgewest, dan hoop ik niet, dat hij be doelt de laatste middag voordat we 's avonds Streekgewestvergadering heb ben, maar met name de commissieleden in een eerder stadium, opdat in de commissie van het Streekgewest, we goed gevoed aan de diskussie kunnen deelnemen. - 5 - De heer STUART, wethouder: ja, voorzitter, dat heb ik bedoeld met het laatste gedeelte van mijn antwoord in eerste termijn. Het zal, in de tijd gezien, zo georganiseerd moeten worden dat het zinvol is. De VOORZITTER: Meneer de Jongh, ik begrijp dat u met de toezegging van de wethouder op zichzelf genoegen neemt en niet nog een wijziging van het besluit andermaal voorstelt. Dames en heren, dan met inachtneming van de toezegging van de zijde van de wethouder, wordt u voorgesteld te besluiten zoals u dat op blz. 131 vindt. U wenst daarover geen stemming, geen aantekening, dan is aldus besloten. 6. Aanbieding van de nota: "Kiezen of delen, economisch beleid in ontwikkeling". (Verzameling 1987, nr. RO/41). De heer DE JONGH: Voorzitter, ik denk dat ik over deze nota erg kort kan zijn, want in de commissie EZ hebben we daar zelfs meerdere keren uit voerig van gedachten over kunnen wisselen en ook daar heb ik mijn waar dering voor deze nota uitgesproken en dat wil ik hier graag nog eens her halen, met name het feit dat ook deze nota toch vrij snel verschenen is nadat het College ook weer aangetreden is, ongeveer binnen ruim een half jaar. Ik denk dat dat een goede zaak is, daar, waar zeker de fraktie van de PvdA in de afgelopen vier jaar de nodige keren aangedrongen heeft op het feit dat een dergelijke nota toch zinnig zou zijn om een economisch beleid op te kunnen stoelen. Voorzitter, met name alle aanbevelingen die gedaan zijn geven, denk ik, vele mogelijkheden en wij spreken met name de wens uit dat die aanbevelingen snel in een konkreet beleid vertaald kun nen worden en tevens, maar dat sluit ook aan bij het vorige punt, vragen wij u om de commissie voor EZ steeds hiervan op de hoogte te houden en ook aan de diskussies te laten deelnemen, voortgangsrapportage ook daar weer te koppelen. De heer VAN KEMENADE: Voorzitter, van onze kant ook waardering voor de nota. Overigens tot de heer de Jongh, hij moet ook de nota van februari vorig jaar nog eens lezen, maar Jos daarvan, voorzitter, eigenlijk een vraag/opmerking misschien en dat betreft dan ten aanzien van de'beleids voornemens onder 2.2.1 op blz. 17. Daar staat "in de tijd gezien zorg dragen voor een voldoende aanbod direkt uitgeefbaar bedrijventerrein, gedifferentieerd naar ligging, omvang, verkaveling, type en prijs, afge stemd op de behoefte van het bedrijfsleven". Wij zijn het, voorzitter, met deze zin volstrekt eens, alleen zou ik nog eens willen herhalen wat ik ook in de commissie EZ een aantal keren heb gezegd, besteedt het Col lege grote aandacht aan de kleine bedrijven-terreinen. Ook in de vorige rapporten waar we zojuist over gesproken hebben, komt naar voren dat daar grote mogelijkheden liggen. Ik weet niet hoe het er op dit moment bij staat, misschien kan de portefeuillehouder daar iets over zeggen, maar daar tillen wij op dit moment in ieder geval vrij zwaar aan omdat daar waarschijnlijk de beste en snelste mogelijkheden liggen. Misschien kan de wethouder daar iets over zeggen. Dan ten aanzien van de beleidsvoornemens, voorzitter, in zijn algemeen heid. Onze fraktie waardeert het ten zeerste dat het College het rapport vertaald heeft in een fors aantal beleidsvoornemens. Het staat er duide lijk en we weten gewoon prima waar we aan toe zijn. Wat wel gemist wordt bij onze fraktie, bij een aantal punten staat "gedurende deze raadsperiode",

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 31