-34- kunnen doen maar wel echte oorzaken zijn, de normloosheid t.a.v. het mijn en dijn geheel verdwenen lijkt te zijn. Dat de aanpak van wat daardoor ontstaat bij ons alleen maar vragen oproept en weinig concrete oplossingen. Deze nota probeert althans in de goede richting wat suggesties te doen. Er rest mij dan alleen maar om u net als mevrouw Ambagts te vragen om regelmatig een soort evaluatie te houden, al klinkt het wat weids. Op een moment dat er wat te melden is waardoor we wat dichter komen naar de realisering van de nota houden we ons graag aanbevolen om daar met u over te spreken. Mevrouw V.D. PUTTE: Deze notitie lag in oktober al in onze bakjes voor behandeling in november. Het is keurig conform de afspraak gegaan. Daardoor heeft iedereen zich prima kunnen voorbereiden. Dat heeft weer geleid tot een bijzonder prettige uitstekende diepgaande discussie in de commissie AJZ; wat ook dan weer geleid heeft tot. een aantal duidelijke afspraken. Zaken die daarin nog niet helemaal duidelijk waren of nog verder onderzoek behoefden komen gewoon in de loop van volgend jaar terug. Ik hoef daar nu niet verder op in te gaan. Ik denk dat de heer Cats ook een aardig verslag heeft gegeven van de die avond geventileerde zaken. Een vraag bleef nog over. Het ter inzage leggen van de eigen visie van de politie bij gemeentelijke nota's of notities. Ik heb toen gevraagd of dat uitgeprobeerd zou kunnen worden bij bijvoorbeeld het beleidsplan binnenstad. U zou daar nog over nadenken. Ik stel deze vraag nu nog even. Met enige overdrevenheid heb ik de procedure rond deze notitie de hemel in geprezen. Volgende maand zal ik dat bij een andere notitie niet doen. De heer VAN WIJK: Laat ik me dan maar bij deze notitie houden. In navolging van de vorige sprekers ben ook ik u zeer erkentelijk, ook door de voorbereiding dat deze notitie in de commissie AJZ een gedegen voorbereiding en bespreking heeft gehad. Mede gelet op het cijfermatige beeld bij de grafieken aan de laatste blz. van deze notitie, wordt voor de kleine criminaliteit aandacht gevraagd. Terecht voorzitter, want aan dit euvel moet een halt worden toegeroepen. U overweegt het opzetten van een projectgroep waarbij het driehoeksoverleg -een bekende term- aangevuld wordt met vertegenwoordigers van politie, gemeentelijke diensten, organisaties en instellingen. Ik mag aannemen dat hieronder ook een afvaardiging uit het onderwijsveld mag worden begrepen, ook al heeft onderwijs amper reacties op deze notitie gegeven. Preventie, daar is ook al in het verleden uitvoerig over gesproken, is belangrijk. Voorlichting op scholen en bij jongerenorganisaties is onontbeerlijk. Mogelijk is dit preventie-onderdeel van de criminaliteit te combineren -ja of nee- met informatie over de gevaren van drugs, want raak vlakken dacht ik dat er wel zeker waren. Het HALT-project spreekt ons eveneens aan. Daar heeft de heer Cats al uitvoerig op gewezen. Is dit project lokaal bedoeld voorzitter of streeft u naar een wat bredere dus regionale opzet? Tot slot. Met de uitwerking van samenstelling en conclusies op blz. 28 en 29 verwoord, wens ik u wijsheid, geduld maar ook zeker succes. De VOORZITTER: Ik ben met u -dat was de commissaris van politie ook- zeker tevreden te noemen over de discussie die we in de commissie AJZ over dit onderwerp hebben gehad. We hebben daar open en vrij met elkaar over een aantal zaken kunnen spreken, en afgesproken dat we ook met de officier van justitie bij gelegenheid eens over een vervolg of over het geheel andermaal van gedachten zullen wisselen. Om in dit kader gelijk de vraag van mevrouw v.d. Putte ter hand te nemen, ik ben zeker bereid te bevorderen dat de visie van de politie op een aantal I -35- zaken, bij wijze van proef, eens bij uw stukken worden gelegd. Dan moeten we maar eens zien of wij in discussie daarover treden. Als blijkt dat dat probleemloos verloopt zal die discussie zeer kort duren. Als we denken dat er wel wat meer leeuwen en beren op de weg gevonden zijn, moeten we eens kijken of we d.m.v. een procedure daaraan zouden kunnen ontkomen. Op zichzelf is een open discussie in het algemeen zeker zo goed dan verhul lende mededelingen daarom' nt. Ik denk dat u op dit moment niet van mij verwacht -ook al heeft de heer Cats mij daartoe min of meer uitgenodigd- om een filosofische beschouwing te houden over de plaats van ouders tegenover hun kinderen, over de plaats van het gezin in de samenleving. Dat zijn natuurlijk hele fundamentele discussies maar keuzen daarover zijn gemaakt. Ik denk dat ik wellicht van de verplichting ontslagen ben om zo'n hoeksteendiscussie met u aan te gaan. Hoe belangrijk het op zichzelf ook is. Want vooral de overdracht van normen en waarden waar de overheid dan thans mee geconfronteerd wordt ook in de voorlichtingsprogramma's, zijn natuurlijk altijd aanvullend op datgene wat men in natuurlijke omgeving uit het goede begrepen voorbeeld van kinderen tegen kan komen. Dan beheerders in hoogbouwcomplexen. U weet dat de minister van justitie daar, mede in het kader van de criminaliteitsbestrijding, financiële middelen voor beschikbaar heeft weten te stellen. Er wordt voor de uitvoering daarvan een notitie in onze goede stad voorbereid, die naar ik verwacht begin december gereed zal zijn en u alsdan zal bereiken. Ik wil zeker ingaan op de suggestie van de heer Cats om na te gaan of het jeugdwerk garantieplan mogelijkheden biedt om tot mankracht bij uitwerking van dit onderwerp te komen. Ik heb u in de commissie voor de eerste helft van het volgend jaar een notitie over de slachtofferhulp toegezegd, ervaringen die wij daaromtrent mee hebben opgedaan. Ik wil die toezegging bij deze gaarne noeg eens herhalen. Verschillenden van u hebben gesproken over het HALT-project. In het driehoeksoverleg tussen de officier van justitie, de burgemeesters in de 18 gemeenten en de rijkspolitie voor een zestiental gemeenten en de 2 commissarissen van politie bij de gemeentelijke korpsen, heeft het er recent toe geleid dat wij binnen dat gebied van de 18 streekgewestgemeentenzouden willen komen tot een gezamenlijke aanpak van het HALT-project. Een aanvraag daartoe wordt op dit moment voorbereid. De commissie algemene zaken zal zeker over het verloop en over de definitieve zaak worden geïnformeerd. In het algemeen ben ik uiteraard bereid dat over deze zaak te doen. Mevrouw Ambagts en de heer van der Stoel hebben daar nog naar gevraagd. Omtrent de projectmatige aanpak tenslotte nog deze opmerking. Je moet ook je organisatie van tijd tot tijd eens bekijken en nagaan of je nog met de goede middelen het goede doel nastreeft. Bij de uitvoering van een dergelijke nota, waar je toch om te beginnen betrekkelijk beschouwend bezig bent, brede en algemene doelstellingen aan het nastreven bent, moet je zeker ook van tijd tot tijd willen nagaan of je nog een adequate projectorganisatie daarop hebt losgelaten, of je toch tot een wat verbijzondering moet willen komen. Bij onze voortgangsdiscussies in die commissie kunnen wij daar zeker aandacht aan besteden. In dat kader zal ik zeker niet nalaten om het onderwijs een en andermaal bij dit project te betrekken. Uiteraard zal zeker ook aandacht geschonken worden aan de gevaren die ook op het terrein van de criminaliteit het gebruik van drugs met zich kunnen brengen. Dames en heren ik denk dat ik op uw vragen en opmerkingen thans in algemene zin ben ingegaan. De adviezen van de heer Cats, om ook nog eens te kijken naar het advies wat de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid volgend jaar zal

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 316