-32- 2Notitie inzake de kleine ofwel veel voorkomende criminaliteit in Bergen op Zoom- - De heer CATS: Het lijkt een goed teken dat het percentage Nederlanders dat gedurende een jaar slachtoffer wordt van een vorm van criminaliteit, voor het eerst sinds jaren in 1986 licht is gedaald. Zo blijkt uit de landelijk gehouden slachtoffer-enquête van het C.B.S.en het Wetenschappelijk Onderzoek en Dokumentatiecentrum. Positief is ook dat het aantal misdrijven dat aan de politie wordt gemeld ten opzichte van vorige jaren is gestegen. De toeneming van de aangifte-bereidheid wijst op herstel van het vertrouwen in de politie en justitie en op welslagen van een op drempelverlaging-gerichte voorlichting. Minder gunstig is de daling van de slachtofferpercentages, die zich niet over de gehele linie heeft voorgedaan. Bij uitstek ergerlijke vormen van criminaliteit zoals diefstal uit auto's, fietsendiefstal en inbraak van bewoonde woningen hebben een verdergaande stijging te zien gegeven. Diefstal uit de bewoonde woning is naar het oordeel van de fraktie de meest ergerlijke vorm van veel voorkomende criminaliteit, die naar haar aard geen vorm van kleine criminaliteit kan worden genoemd. Daarvoor is de schending van de beslotenheid van de woning te brutaal. Dit soort ontwikkelingen ten opzichte van veel voorkomende criminaliteit komt op lokaal niveau hard aan. Met name de geconstateerde kwalitatieve verergering stelt de lokale overheid voor nieuwe opgaven. Onze fraktie is van mening dat mede vanwege het feit dat het zwaartepunt van de ontwikkeling en uitbouw van het bestuurlijke preventiebeleid aanwijsbaar naar het lokale niveau verschuift, de lokale overheid bij de daadwerkelijke aanpak van criminaliteit moet kunnen rekenen op allerlei vormen van steun, zoals praktisch toepasbare conclusies uit elders opgedane ervaringen. Wij hopen voorzitter dat onze gemeente bij de uitvoering van de in de voren- liggende beleidsvisie gebrachte voorstellen in dit verband gebruik zal maken van de door de wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid voor begin 1988 toegezegde rapportage, inzake de inventarisatie van de werking van reeds in andere gemeenten getroffen maatregel. Wees daarin niet te terughoudend want het in deze zin overnemen van reeds in andere gemeenten uitgevonden soepeldraaiende wielen, wordt gelukkig niet als een diefstal of enige andere vorm van kleine criminaliteit aangemerkt. Alvorens iets te zeggen over de voorgelegde uitvoeringsmaatregelen, een enkele opmerking over de projectorganisatie. Hoewel wij met name in de beginfase een projectmatige aanpak voorstaan, dienen geleidelijk aan de voorbereiding en uitvoering van maatregelen in de preventieve sfeer t.a.v. criminaliteit volledig geïntegreerd te worden in de normale beleidsvoering en gebruikelijke werkzaamheden. Dat de voorbereiding en uitvoering van de op de voorkoming van kleine crminaliteitgerichte maatregelen verweven raken in de algemene beleidsvoering achten wij van wezenlijke betekenis omdat mede hierdoor de in de nota vertolkte visie op de aanpak van kleine criminaliteit tot in lengte van dagen zal worden uitgedragen. Een projectstructuur t.b.v. de ontwikkeling en stimulering van het beleids concept en voor de coördinatie achten we juist, voor zover het uiteindelijke streven hiervan is gericht op het ingebed zijn van de aanpak in de normale beleidsvoering. Ten aanzien van de maatregelen waarop wij in de commissie algemeen juridisch en politiezaken reeds uitvoering zijn ingegaan slechts enkele hoofdpunten. Gezien de door de commissie kleine criminaliteit geanaliseerde factoren en invloeden zoals verwoord in paragraaf 2.1 van de nota, hechten wij veel waarde aan de volgende elementen. 1. Versterken van de binding aan de samenleving. Organisaties op het terrein van de jeugd en de sport dienen op hun verantwoordelijkheid te worden aangesproken -33- ln de riota missen wij evenwel initiatieven die ouders wijzen op hun verant woordelijkheid t.a.v. hun kinderen. Is dit een gat in het geheel van initia tieven of is er gewoon een goede reden voor. De voorbeeldfunctie van ouders en hun overdracht van essentiële waarden en normen mag toch niet worden onderschat Ten aanzien van de beleidslijn die ziet op de ontwikkeling van een bebouwde omgeving die planologisch en bouwtechnisch zo min mogelijk gelegenheid biedt tot het plegen van delicten, spreekt, om er een uitdrukkelijk te noemen om als politieke wens tot uitdrukking te worden gebracht, het initiatief van een beheerder bij hoogbouwcomplexen ons zeer aan. In het kader van de versterking van het functionele toezicht, verdient het onderzoek, in hoeverre het jeugdwerk garantieplan kan worden gebruikt voor de aanstelling van functionarissen die met toezicht zijn belast, eveneens aanbeveling. De vanuit particuliere zijde gevraagde aandacht voor de verbetering van slachtofferhulp, -hetgeen kan bijdragen aan een blijvende dan wel groeiende bevestiging van essentiële normen- dient naar onze mening erin uit te monden dat de activiteiten van het Landelijk Overleg Slachtofferhulp, die juist zijn gericht op de ontwikkeling van lokale projecten, op de inpassing in het voorgestelde pakket van maatregelen in deze nota, worden bekenen. Tot slot voorzitter, het nederlandse strafrecht heeft in theorie tot doel opzettelijke leedtoevoeging. Het heeft niet tot doel de door de dader toegebrachte deuk in de rechtsorde feitelijk te herstellen. Nu onze hoop kennelijk niet uitsluitend mag zijn gericht op het straffen in de traditionele betekenis van het woord -hoewel ten aanzien van bepaalde kleine delicten niet valt te ontkennen dat daarvan toch een preventieve werking uitgaat- is onze aandacht vooral ook gericht op initiatieven zoals het HALT-projectwaarbij de dader er wel toe wordt gebracht de door hem toegebrachte deuk feitelijk te herstellen, zodat hij met zijn neus op de feiten en gevolgen van zijn misdraging wordt gedrukt. Het lokaal ondersteunen van een dergelijk project mag niet bij voorbaat stranden op de opzich terechte constatering dat de exploitatie van een dergelijk project niet primair tot de gemeentelijke taak behoort. Voorzitter, in de verwachting dat het college de suggesties en toevoegingen met name voor wat betreft de betrokkenheid van ouders, de hoogbouwbeheerder de activiteiten van het Landelijk Overleg Slachtofferhulp wil omarmen, stemt onze fraktie in met de nota. Mevrouw AMBAGTS: De nota is uitgebreid besproken in de commissie AJZ. Ik heb dan ook niet de behoefte dat nog een keer over te doen. Wij vinden het een goede nota met een aantal concrete uitgangspunten die zullen meehelpen aan het terugdringen van de veel voorkomende criminaliteit. Een van de punten uit de samenvatting en conclusies wil ik toch nog eens nader onder de aandacht brengen. De heer Cats heeft ook al daarover gesproken nl. de realisering van het HALT-project. Mijn fraktie hecht eraan dat een dergelijk project in deze gemeente gestalte zal krijgen. Wij denken daarbij dat het zeker ook een gemeentelijke taak is. Aan zo'n project zitten nl. ook veel preventieve kanten. In die zin kun je het niet helemaal naar de verantwoordelijkheid van justitie toeschrijven. Vervolgens wil ik u nog vragen om in ieder geval de raad middels de commissie AJZ nadrukkelijk op de hoogte te houden van de voortgang van de aandachtpunten uit deze notitie. De heer VAN DER STOEL: Na de prettige gedachtenwisseling in de commissie hebben wij in de raad niet zoveel toe te voegen aan de conclusies die in de nota vermeld staan. We zijn er blij mee dat die er is, dat betekent dat er aandacht voor het probleem bestaat. Overigens is een van de zaken waar we als gemeente misschien wat weinig aan

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 315