-26- en aspecten van de Hinderwet. 706 bleken de milieuwetten zodanig te overtre den dat een tweede controlebezoek nodig werd geacht. De bezoeken werden gecoördineerd door het Technisch Coördinatie-overleg Wet Chemische Afvalstoffen waarin gemeenten, waterkwaliteitbeheerders, de Inspectie van de Milieuhygiëne en de provincie Zuid-Holland deelnemen. De controlebezoeken werden uitgevoerd door ambtenaren van de gemeentelijke regionale milieudiensten. Bijna 60% der garagebedrijven nam een ernstig loopje met de milieuvoorschriften. Enkele conclusies uit het interim rapport wil ik hier vermelden. 1. Een aanzienlijke hoeveelheid chemische afvalstoffen van garages verdwijnt in het riool. 2. Wordt van de afgewerkte olie 91% legaal afgevoerd, van de vloeibare che mische afvalstoffen zoals remvloeistof, koelvloeistof en ontvetter is dat slechts 5%. De rest gaat het riool in of wordt illegaal vermengd met af gewerkte olie waardoor het hergebruik daarvan wordt bemoeilijkt. 3. Accu's worden bijna in alle gevallen aan handelaren in oud ijzer meegege ven. Daardoor verdwijnen grote hoeveelheden giftig accuzuur met onbe kende bestemming in het milieu. Voorzitter zoals uit dat onderzoek blijkt, zijn er nogal wat garagebedrijven die het met de milieuvoorschriften niet zo nauw nemen. Daar ik geen reden heb om aan te nemen dat Bergen op Zoomse garagebedrijven qua instelling noch qua kennis der milieuvoorschriften veel zullen afwijken van Zuid-Hollandse bedrijven vraag ik hiervoor de aandacht van het college. Gezien de bevoegdheid van de gemeente om voorschriften te stellen t.a.v.de rioolbescherming verzoek ik het college de onder art. 13 lid 3 genoemde be drijven en instellingen onder a,b en c onder te brengen in art. 11 lid 2, zodat ze vergunningplichtig worden. Of op zijn minst de onder art. 13 lid 2 genoemde stoffen uit te breiden met rem- en koelvloeistoffen alsmede ontvetter. Met name rem- en koelvloeistoffen bestaan tegenwoordig grotendeels uit stoffen die in de huidige omschrijving van b, niet worden gedekt en toch schadelijk zijn voor het milieu. De VOORZITTER: Zijn er leden van uw raad die dit amendement van de heer van der Kallen steunen? Zo dat niet het geval is, is het ook niet aan de orde. De heer BAKX, wethouder: Op de voorbeelden van Zuid-Holland die de Ir er van der Kallen aanhaalt hoeven we verder niet in te gaan. Regelmatig wordt in de commissie gerapporteerd hoe het een en ander er voorstaat. Het zijn misschien wat andere cijfers dan er straks selectief werden genoemd. Met de opmerking die de heer van der Kallen maakt om onder art. 13 de rent en koelvloeistoffen onder te brengen, heb ik op zich geen enkel probleem. De VOORZITTER: De tweede termijn vraagt uw aandacht. De heer VAN DER KALLEN: Dat men mijn amendement niet aanneemt of niet overneemt is een democratisch recht. Een goed democratisch recht van de gemeenteraad is echter ook om zich goed te kunnen voorbereiden op bijv. een commissievergadering. Deze stukken krijgen wij vrijdags en dan staan ze dinsdagavond op de agenda. Als je zoals in mijn geval een dergelijke verordening die puur technisch in elkaar zit goed wil uitzoeken dan kun je pas op maandagmorgen beginnen met aan een universiteitsbiblioteek te vragen een uitdraaitje te maken van relevante literatuur op dit onderwerp. Als je dan geluk hebt, hebben ze dat 's maandags gedaan, doen ze het op de post en heb je het dinsdags. Maar de literatuur heb je dan nog niet. Het is dan volstrekt onmogelijk om bijv. in de commissie gedetailleerd met de aanwezige technici in discussie te gaan over onderwerpen die zinvol zijn. Als men het amendement niet aanneemt betekent dat gewoon dat rem- en koelvloeistoffen in het riool mogen. Dat wordt toegestaan. -27- De heer BAKX, wethouder: Meneer van der Kallen als u net geluisterd had, had u gehoord dat ik het amendement zo zonder meer heb overgenomen. De heer VAN DER KALLEN: Dan heb ik zeker zitten pitten. Voorzitter ik ben blij met de overname van de heer Bakx. Dat laat onverlet mijn betoog. Onverlet dat ik toch graag over dit soort technische dingen meer de tijd zou willen hebben om dat in de commissie te bespreken. Het is in wezen onmogelijk zoals het nu in elkaar zit. Terwijl het best nuttig zou kunnen zijn al was het maar dat we van tevoren een tipje kregen wat er aan zit te komen, als bijv. een verordening wordt herzien. Nu word je voor een feit gesteld. Dit soort verordeningen spreekt slechts een technicus aan, die kan er ook wat mee, want het is volstrekt abracadabra als je niet chemisch geschoold bent. Ik denk dat ik dat gerust mag zeggen. Als je dat wel en goed wilt voorbereiden is die periode tekort. Ik zou graag hebben dat het college dat in overweging wil nemen. De VOORZITTER: Het is ook niet altijd nodig om over deze verordeningen een universiteitsbiblioteek te raadplegen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft in de groene reeks als ik mij niet vergis nr. 88 een voortreffelijk inleidend werk, ook over de werking van rioolaansluit- en lozingsverordeningen gemaakt en voor u toegankelijk. Wat u vooral aangeeft, wat de scope is -als ik het zo mag uitdrukken- dié voor gemeenten van belang is en daarbij ook aandacht vraagt voor de pendant van deze rioolaansluit- en lozingsverordening bij de zuiveringsschappen. Zo de zaak kort afdoen dat ze er in het algemeen naar streven om u zo volledig mogelijk in te lichten. We zullen nagaan of we wat meer tijd kunnen organiseren. Is het iedereen helemaal duidelijk welk amendement overgenomen is en waar wat is komen te staan? Rem- en koelvloeistoffen zijn opgenomen onder artikel 13 lid 2. De heer P. FRANKEN: Voorzitter ik heb toch problemen met koelvloeistoffen. De samenstelling van koelvloeistoffen is nogal different. Om dat zo maar over te nemen, ik heb daar als niet-technicus niet voldoende informatie over. De heer BAKX, wethouder: Als u even kijkt bij punt L meneer Franken daar staat de spui van het koelwatersysteem dus dat is ook different daaraan. Maar ik denk dat het geen enkel probleem is om het hierbij op te nemen. De heer VAN DE WATER: Freon is ook een koelvloeistof en ik denk niet dat dat bedoeld wordt. Als er dergelijke moeilijke gevallen zijn, kan de heer van der Kallen toch ook in de commissie vragen om het een maand aan te houden? We moeten natuurlijk niet een agenda krijgen alle voorstellen een maand aan te houden maar in sommige gevallen denk ik dat het mogelijk moet zijn. De VOORZITTER: Dat is op zichzelf ook een hele reële mogelijkheid. U brengt me wel in een probleem want ik weet nu niet precies wat u besluit. Als u daar geen moeite mee heeft thans want u neemt, begrijp ik, in artikel 13 onder 2 onder O op, rem- en koelvloeistoffen. De heer VAN DER KALLEN: U hebt het over freon dat willen we gezien de ozonlaag niet in het milieu hebben. Maar wanneer het garagebedrijven betreft, betreft het bijna altijd glycerinesoorten en dat soort produkten, wat geen minerale oliën zijn maar op dit moment puur chemische produkten. De heer VAN DE WATER: Nu geeft u het zelf wat gedetailleerder aan. Ik denk als u zegt koelvloeistoffen, dat dat een heel ruim begrip is.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 312