-16- dringend afvragen of ze het überhaupt aankunnen qua middelen en menskracht. Daarmee onderschrijf ik het betoog van de heer Bolsius en ook gedeeltelijk van de heer van der Kallen. De heer VAN DE WATER: Ik denk dat we toch weer terug moeten naar de Kogelvangers om te gaan schieten, maar ja dan wordt het zand verontreinigd en dan krijgen we die discussie weer. Maar we praten hier over agendapunt 6, de grondverkoop aan General Electric. Ik ken de voorwaarden niet, ik ken het bedrijf en de constructies niet. Ik denk dat Bergen op Zoom op dit moment van een aantal financiële zorgen verlost is. De zorgen die gaan komen bij het in bedrijfstellen, bij de invulling e.d., ik denk dat we daar de volgende keer over praten. Ik wens het gemeentebestuur nogmaals met de transactie die gebeurd is van harte proficiat. De heer van ES: Voorzitter ik had slechts een opmerking over de tekst van het besluit op blz. 938 waar geproken wordt op regel 2 van I.: "te verkopen aan General Electric B.V. te Bergen op Zoom/Pittsfield (VS)." Ik denk dat dit moet zijn General Electric Plastics B.V. te Bergen op Zoom. De VOORZITTER: Ik denk dat wij in onze discussie twee dingen moeten scheiden op het terrein van de milieuzaken. Meneer van der Kallen heeft over een aantal korte termijn-problemen gesproken die hij gevonden heeft in het jaarverslag van de dienst Gemeentewerken en die op dit moment niet aan de orde zijn. Het zou een beetje minimaal zijn als ik daarmee het probleem af zou doen. Dat is uiteraard, evenals vele andere zaken, een aangelegenheid die onze bestuurlijke zorg vraagt. Wat in deze notitie voorzien is en waar we het vanavond in hoofdlijn over zouden moeten hebben, is uiteraard over de mensen en de middelen die nodig zijn om de uitbreiding te begeleiden. Dat betekent niet dat je moet wachten tot het jaar 1993. Als dat het jaar is waarop begonnen wordt met mensen en middelen aan te trekken dan zul je natuurlijk uiteraard ook de nodige prospectiviteit aan de dag moeten leggen om eerder en in gezamenlijkheid met de provincie en het bedrijf tot die maatregelen -ondersteund door mensen en middelen- nemen die nodig zijn om het hele ingewikkelde en gecompliceerde bestuurlijke proces wat omzwacht te lijf te gaan. Mij is inderdaad ook meneer Ronnes de nieuwe ppp term opgevallen van public public partnership. Dat is een term die de gemeenten al zo goed kennen op het terrein van de samenwerking. Dat is een term die met bijv. bij bestrijden van het vervuild oppervlaktewater tussen de zuiveringsschappen aan de ene kant en de gemeenten met hun rioleringssystemen aan de andere kant ook een uitstekend middel lijkt om die problemen te lijf te gaan. Ik heb u al in eerste instantie gezegd -wethouder Bakx heeft dat nog eens bevestigd- dat wij graag met de provincie in overleg zullen treden en dat op dit moment ook reeds doen om naar de allocatie van die middelen te zoeken zo mogelijk d.m.v. mandatering van provinciale bevoegdheden in onze richting dan wel door detachering van menskracht in feitelijke zin om de bestuurlijke problemen adequaat te lijf te gaan. Ik vind dat dat op een adequate wijze uiting geven is van de verantwoordelijkheid die de gemeente Bergen op Zoom heeft, die het gemeentebestuur van Bergen op Zoom heeft voor de milieutaak die ons op dit terrein wacht. Ik vind, ik heb in eerste instantie gezegd dat het op zich zelf verheugend is dat we allen, het college en de raad bereid zijn daar de bestuurlijke schouders onder te zetten, dat we dat dan ook moeten doen. Wij zullen u zeker daarvoor het nodige informatiemateriaal verschaffen om na afweging daartoe te komen. In dit kader abstraheer ik met opzet van de door de heer van der Kallen -17- geciteerde problemen die mogelijk op korte termijn spelen. Ik denk dat wethouder Bakx daar wellicht straks nog iets over wil zeggen. Nog beter zou zijn dat u daar in de commissie nu nog eens over spreekt dan komen we ook wat minder in aanvaring met de vergaderorde van deze dag. De heer BOLSIUS: Voorzitter ik moet u toch n.a.v. deze beantwoording wijzen op het feit dat in eerste termijn door de leden van de raad uitdrukkelijk uitsluitend de milieuzorg t.a.v. de vestiging van General Electric verwoord isDat vervolgens in de beantwoording op die eerste termijn door de portefeuillehouder financiën als eerste gezegd is voor 1988 is geen uitbreiding voorzien; vervolgens door de portefeuillehouder milieu gezegd is de milieudienst voldoeten daarmee dus de discussie in de tweede termijn heel duidelijk op dit punt terecht is gekomen. Als u het heeft over een stuk bestuurlijke verantwoordelijkheid t.a.v. het milieu dan zijn die twee opmerkingen niet te rijmen met de opmerking die u zelf gemaakt heeft. De heer RONNES: Ik denk dat het erg goed is om toch de lijn van vanavond -wat u ook zegt- in de gaten te houden en de korte termijnproblemen in de eerstvolgende commissie te bespreken. Waarom zou het college dat niet kunnen toezeggen? De heer VAN DER KALLEN: Het milieu is geen korte termijnzaakhet is De heer RONNES: De kwestie die u aanroert wèl meneer van der Kallen voor 1986 die jaarstukken gaan we geloof ik binnenkort bekijken dus laten we het dan maar bespreken. De heer VAN DER KALLENDat is nu net het punt. Die zijn in de commissie milieu besproken en iedereen zweeg. De VOORZITTER: Ik zou u dat toch gaarne in overweging willen geven. Ik begrijp de opmerking op zichzelf van de heer Bolsius ook wel maar ik vind dat door een korte termijn-middelenprobleem een discussie over belangrijke lange termijn-aangelegenheden waar wij bestuurlijke wil moeten organiseren, een goede procedure van afweging met elkaar overeen moeten willen komendat die twee dingen wat in eikaars schaduw komen te staan waardoor het lijkt alsof we voor dat lange termijn-probleem geen of weinig aandacht zouden hebben. Ik wil u graag toezeggen dat we dat op korte termijn in het college zullen bespreken zonder dat ik u over de uitslag uiteraard van dat gesprek thans in enigerlei vorm een toezegging kan doen maar u kunt daar dan zelf vanzelfsprekend in de commissie op terugkomen. Voor wat de lange termijn betreft dames en heren, heb ik u in aansluiting op datgene wat we ook in de commissie algemene zaken gezegd hebbenzullen wij zorgvuldig het geheel afwegen om tot een goede procedure voor de aanpak te komen waarbij wij onze verantwoordelijkheid vóór en in deze gemeente op het gehele terrein van overheidszorg zullen moeten kennen. Dat is het dames en heren wat ik er op dit moment van zou willen zeggen. Gaat u ook met de volgordelijkheid accoord dat dat probleem nog enige tijd genoteerd blijft? Mag ik u dan vragen om het besluit zoals u dat vindt op blz. 938 voor u te nemen, dan op aangeven van de heer van Es achter het woord Electric Plastics te voegen? Ons te machtigen dat als het in andere maar een daarop gelijkende rechtspersoon is dat we dan de vrijheid hebben om daar zo mogelijk een wijziging in aan te brengen? Ik geloof dat ik de heer Stuart ten onrechte niet in de gelegenheid stel nog iets te zeggen?

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 307