- 30 - het wellicht een bijdrage tot een nadere discussie, tot een studie of een onderzoek zou kunnen zijn. U gaat daar nogal rigoureus op in. Ik denk dat we dat best hadden mogen verwachten, terwijl uw collega Stuart op navolging van de benadering die de heer Bolsius geeft eigenli.ik wel een opening geeft dat er ook andere mogelijkheden zijn. Ik heb gezegd een van de ideeën, dus ik beluister eigenlijk toch dat op de langere termijn en daarover heb ik ge sproken, mogelijkheden zijn om daar nog eens met elkaar van gedachten over te wisselen. Verder zou ik een laatste opmerking willen maken met name naar het betoog van de heer Bolsius toe. Ik moet u zeggen ik heb van het eerste gedeelte uitstekend genoten, ik stel u voor dat u die act ook wat uit gaat bouwen zodat tiidens de opening van het Maagdtheater de heer Bolsius ziin galapremière kan geven van ziin eigen cabaretorogramma. Ik denk dat dat een uitstekende suggestie zou ziin. De heer WESTERHOF: Ik heb niet de behoefte om in tweede termijn nog uitgebreid op allerlei punten in te gaan. De heer Dekkers heeft gezegd dat hij het met onze suggestie om het besluit onder 1 een klein beetie te veranderen eens kon ziin. Materieel is het inderdaad hetzelfde maar onze fractie vindt dat zoals wij het formuleren het iets scherper verwoord wordt dat wii een besluit nemen met twee richtingen op basis van het plan zoals het er nu ligt. Gaat men het plan veranderen dan komt men terug in de raad en punt 2 tot een maximum van 10.5 miljoen. Ik denk dat in onze bewoording dat iets duidelijker staat. Nog even ingaande op de kwestie van de Stoelemat. de wethouder heeft daar ook al een paar facetten van aangehaald, kan ik zeggen dat bi.i ons een van de over wegingen die een grote rol spelen de garantie is dat je op termijn die zaal als evenementenzaal kunt houden. Ik denk dat Ie op geen enkele manier met ver koop bedingen of planologisch kunt voorkomen dat dat op den duur niet meer het geval zou zijn en dan zitten we niet meer met het toneelvraagstuk maar met een eveneroentenzaalvraagstuk en daar doen we dan misschien weer 30 jaar over. Vandaar dat ik voorlopig niet zo erg veel voel voor de suggestie van de Partij van de Arbeid, de heer de Jongh heeft het nu al afgezwakt en zegt we kunnen het nog eens bekiiken. Overigens moet ik zeggen dat één van de weinige opmerkingen van de heer Bolsius die mij aanspraken het punt is dat we zouden kunnen over wegen om te zijner tijd de boekwaarde van de Stoelemat af te schrijven. Maar dat was ook wel ongeveer de enige opmerking die mij aansprak. Mevrouw KRIJGER: Ik heb niet zo heel veel meer voor mijn tweede termijn. Ik wilde het natte vingerwerk van de eerste termijn toch nog even toelichten. De wethouder heeft dat wellicht verkeerd begrepen. Ik heb het heel duidelijk uitgelegd. Ik wil het nogmaals herhalen. Hiermee werd bedoeld dat niemand op dit moment exacte cijfers over de exploitatie-opzet kan geven laat staan be wijzen. Verder hebben wij geen behoefte om de tekstwijziging zoals het C.D.A. die voorstelt over te nemen. Als de heer Bolsius bij de opening van het theater straks te zijner tijd zijn cabaretuitvoering geeft, dan is het misschien erg leuk als de hele raad aanwezig is en dan krijgen we een forse korting want met de voorzitter en de secretaris zijn wij met zijn dertigen en bij vijftien gaat de korting in. De heer BOLSIUS: Al weer een groter exploitatietekort en zo gaat dat verder. Mevrouw KRIJGER: Dan zou ik me nog maar eens bedenken of u optreedt. De heer VAN DER STOEL: Voorzitter, de raad treedt zo zelden eensgezind op dat die situatie nooit zal leiden tot een exploitatietekort. De heer VAN ES: Slechts een paar korte opmerkingen. De heer Dekkers wil ik erop wijzen dat onvolkomenheden in de exploitatie-opzet en investerings- opzet door ons zijn gesignaleerd en geaccepteerd. We hebben er dus verder geen problemen mee. In tegenstelling tot de V.V.D. meen ik dat ook uit mijn betoog is gebleken dat de wijziging die het C.D.A. voorgesteld heeft wel onze instemming heeft. Voorts denk ik dat duidelijk is dat de heer Van Wijk, de heer Nijpels en ik voor het voorstel zoals het nu gedeponeerd is met de wijziging die eventueel - 31 - aangebracht zal worden kunnen instemmen. De heer VAN DE WATER: In de eerste plaats een paar reacties op het gloedvolle betoog van onze wethouder van ruimtelijke ordening. Ik wil even zeggen dat mij natuurlijk duidelijk is de nieuwe situatie met betrekking tot het beleid voor de binnenstad, het verplaatsen van het kern-winkelapparaat. Daarin is gesteld dat de Lievevrouwenstraat, Steenbergsestraat een shopstop zou krijgen, Korte Meestraat, Bosstraat B-prioriteit, maar als in uw stuk gewoon gesteld wordt dat een grote trekker een nadeel zou zijn voor de Bosstraat en het Vier kantje moet ik zeggen dat dat natuurlijk puur onzin is. Dan de discussie in de commissie ruimtelijke ordening met betrekking tot de reserves die er waren voor stadsvernieuwing. Er is geen discussie over geweest. U heeft gewoon de mededeling gedaan dat er uit die bron mogelijkheden waren om te participeren in de bouw van de schouwburg. Dan de planopzet van de Lievevrouwenstraat. U noemt de Luxor. U weet wel dat wij in de raad bij de aankopen van de panden Londen e.d. tegengestemd hebben gezien onduidelijkheid over de exploitatie. We hebben toen gezegd f. 17.000,- in het kader van de sociale woningbouw. Toen werd het f. 20.000,- Nu wordt er een prijs per kavel genoemd van f. 30.000,- Dat schiet dus ook lekker op. Dan het laatste dat vind ik echt een miskleun, dat is dat u in agendapunt 14 aanhaalt dat het allemaal zo goed gaat. Dat betreur ik dan, daar verschil ik ook duidelijk van mening over. De heer VAN DER VELDEN, wethouder: Ik heb het niet zo uitgedrukt dat het daar goed zou gaan. De heer VAN DE WATER: Daar verschillen we dan duidelijk van mening over. Dan wil ik nog doorgaan met een paar opmerkingen. Er wordt in het college ge steld dat het bedrag van 10,5 miljoen hard is. Ik zou toch aan het college willen vragen of het daar voor zichzelf consequenties aan verbindt als het tot overschrijding komt. Dan wil ik niet in de raad de discussie over die gulden minder of meer want die hebben we gehad. In de tweede plaats is er geen urgentie voor Bergen op Zoom voor de schouwburg. Er zijn twijfels bij de exploitatie-opzet, het is geen oplossing van het zalen- probleem en mijn twijfel is nog groter geworden door de opmerkingen van de grote politieke partijen dat zij in hun overwegingen meenemen de Stoelemat in de toe komst af te stoten. Er zijn geen bijzondere aspecten in het kader van de stads vernieuwing en dan denk ik aan stedebouw, dus niet aan de functie. Gezien het gemiddelde besteedbaar inkomen van de inwoners van Bergen op Zoom een niet te permitteren luxe. Behoefte van de gemiddelde Bergenaar is niet primair een schouwburg. Het verwachte, gouden ei is nog niet gelegd. Tot slot wil ik zeggen dat ik het plan op zich bouwkundig erg goed vindt en ook de functie waarin het moet voorzien, maar dat het mijns inziens door de grote politieke broers slecht benaderd is. Nader geformuleerd een duur plan wat erg goedkoop verkocht is. Mijnheer de voorzitter, hier wil ik het bij laten. De heer BOLSIUS: Een korte reactie op de antwoorden die ik kreeg naar aanleiding van de onzekerheden in de exploitatiebegroting. Ik denk dat vooraf toch het gloedvolle betoog van de heer Van der Velden allereerst mijn aandacht vraagt. Ik heb niet geweten dat ik aanleiding had gegeven tot een zo mooie omschrijving van de interrelatie tussen de P.v.d.A.-leden onderling zoals ik die hier van avond heb gehoord. Ik heb namelijk niets over die relatie gezegd, maar ik vind het uitzonderlijk slim dat de wethouder op deze wijze toch iets meent de moe ten verwoorden waarvan hij hoopt dat het ooit nog eens tot stand zal komen. Dan voorzitter het toeschrijven naar 5 miljoen. Welnu ik denk dat ik de term toeschrijven naar 5 miljoen terecht gebruik omdat het verschil van mening over het hergebruik van de Maagd als een theater;,..Als een theater het hergebruik betekent dan betekent dat tevens dat je die kosten aan de theaterfunctie moet

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1987 | | pagina 281